Analyse: crisis in de Eredivisie

Woensdagmiddag kwam de onheilstijding uit Dordrecht. Lions heeft niet de financiële middelen om aan het seizoen te beginnen. Op donderdag volgt de volgende mokerslag. Eindhoven is niet aanwezig tijdens het Voorzittersoverleg in Nieuwegein, maar laat voorafgaand aan de vergadering weten niet te zullen beginnen aan de competitie met maar vijf teams.

Het leidt tot een nerveus overleg tussen de andere voorzitters en de Nederlandse IJshockeybond. Daarbij worden afspraken gemaakt over een bekercompetitie en wordt afgesproken even een paar dagen de tijd te nemen om na te denken over de ontstane situatie en even voor rust te zorgen in de ijshockeywereld. Dat principe wordt ruw verstoord door Eaters-voorzitter Emile Frieser, die in een interview met L1 laat weten dat in de huidige situatie ook Eaters zich terugtrekt.

Later op de dag neemt Tilburg Trappers het zekere voor het onzekere. Ondanks de wedstrijd tegen Duisburg die ’s avonds op het programma staat, worden de contracten van de spelersgroep voorlopig ontbonden. Een handjevol spelers komt daarom ’s avonds niet in actie tijdens de wedstrijd tegen de favoriet voor het kampioenschap in de Oberliga West.

Intussen werd gisteren op de achtergrond druk gesproken tussen de betrokkenen in een zoektocht naar een oplossing. Een mogelijkheid om nog een redelijk seizoen te kunnen spelen als een overgangsjaar, waarin kan worden gewerkt aan een duurzamere oplossing om het ijshockey weer gezond te maken. Daarbij zouden Heerenveen en Tilburg de overstap naar Duitsland maken en de andere teams, inclusief enkele Belgische clubs, in één grote Eredivisie met beperkte budgetten moeten gaan spelen.

Dat zijn echter zaken die niet op zeer korte termijn geregeld kunnen worden. Hoewel er in het verleden vaker buitenlandse clubs in Duitse competities hebben gespeeld, vergt de overgang van twee Nederlandse clubs de nodige onderhandelingen. Bijvoorbeeld over de tweede fase van de Oberliga, die min of meer landelijk wordt gespeeld in Duitsland en promotie/degradatie.

Het is ook maar de vraag of die Oberliga West voor Heerenveen en Tilburg de rust brengt waar deze clubs naar snakken. Ook daar was het afgelopen zomer geen dag rustig. Met Löwen Frankfurt en Kassel Huskies promoveerden twee van de meest aansprekende teams naar de DEL2, Königsborner trok zich terug uit de liga vanwege financiële problemen, Grefrath trok zich terug vanwege problemen rond de ijshuur, terwijl ook de deelname van Hamm lang aan een zijden draadje hing.

Spijtig voor Heerenveen is dat Oberliga-club Nordhorn, vlakbij Enschede, niet uitkomt in de Oberliga West. Die ploeg speelt in Nord, terwijl het geografisch uitstekend bij een Oberliga met Nederlandse deelnemers zou passen. Nu zullen Flyers en Trappers mogelijk naar Frankfurt moeten, vanwege het tweede team van die club dat dit seizoen uitkomt in de Oberliga West.

Ook in Nederland zal veel moeten gebeuren. De Larry van Wierencup en de bekercompetitie een jaar eerder lieten zien dat het gat tussen de lager gekwalificeerde teams in de Eredivisie en de topclubs in de Eerste Divisie nog behoorlijk groot is. Een Eindhoven Kemphanen dat in de competitie geen potten kon breken, won met alleen Raymonds Tubelis en Don Geerts als imports, met 1-8 bij Eerste Divisie-kampioen Groningen.

Ergens moet een modus worden gevonden om te zorgen dat die nieuwe Eredivisie ook een spannende competitie wordt. Daarom is het ook zo belangrijk dat de topclubs in het Nederlandse ijshockey een andere weg inslaan. Hun Nederlandse kern is dusdanig goed dat de niveauverschillen in een samengevoegde Eredivisie zelfs zonder of met een beperkt aantal imports dusdanig groot zijn, dat dit niet in het belang is van de huidige clubs in de Eerste Divisie. Nederlagen met dubbele cijfers zullen daar alleen maar voor schade zorgen.

Ook de Nederlandse IJshockeybond zal moeten inschikken. Sinds de aanpassingen in het subsidiesysteem door NOCNSF zijn de inkomsten uit subsidies behoorlijk gedaald. De heffingen betaald door de Eredivisie vormen daarmee een steeds belangrijkere inkomstenbron voor de bond. Die bijdragen vormen echter ook een molensteen om de nek van kleinere clubs. Een grote Eredivisie is alleen mogelijk als ook de bond genoegen neemt met fors lagere inkomsten.

Het zijn allemaal zaken die tijd nodig hebben. Nu Eindhoven en Geleen de zaken op scherp hebben gezet, is het onzeker of die tijd er ook is. Ook dit weekeinde zal er weer druk onderling contact zijn, waarbij gehoopt wordt dat Kemphanen en Eaters zich zullen opstellen als onderdeel van de oplossing en niet langer als onderdeel van het probleem. Want alleen in gezamenlijkheid kan het Nederlandse ijshockey een uitweg vinden uit de crisis. Het is genoeg geweest met het doormodderen en de onderlinge machtsspelletjes.