Beneliga-teams zien geen kans voor herstart

Dat hebben de clubs bekendgemaakt in een gezamenlijke verklaring. Vanaf deze week stond in principe de deur open voor teams in de Beneliga om weer te beginnen met trainen en spelen in het kader van de onlangs door het kabinet versoepelde regels voor topsporters. Onder de geldende de voorwaarden, opgeschreven in protocollen, zien de clubs daar echter geen kans toe. Het gaat daarbij om Den Haag, Geleen, Heerenveen, Nijmegen en Zoetermeer.

'Inmiddels zijn de eisen van het protocol duidelijk geworden. De vijf Nederlandse clubs hebben het protocol uitvoerig bestudeerd en moeten helaas constateren dat het niet realistisch is om nog een fatsoenlijke en verantwoorde competitie te gaan spelen. De financiële en organisatorische risico’s zijn te groot voor de clubs', schrijven ze.

De clubs wijzen daarbij onder meer op het ontbreken van inkomsten van publiek, de verwachte lagere inkomsten vanuit sponsoring en de kosten die verbonden zijn aan het bijvoorbeeld twee keer per week testen van alle spelers en andere betrokkenen. Ook de beperkte tijd die nog overblijft voor het spelen van een competitie speelt een rol. Voor Zoetermeer Panters is het feit dat er in het Silverdome inmiddels geen ijs meer ligt een extra factor.

Voorzitter Danny Micola van de BeneLeague-organisatie zegt in een reactie het besluit te begrijpen. 'Het is natuurlijk spijtig dat de clubs tot dit besluit hebben moeten komen. Maar het is wel begrijpelijk.' Ook de Belgische deelnemers en de Belgische ijshockeybond zijn op de hoogte gesteld van het besluit.

Onder de topsportregeling van NOCNSF vallen verder het Oberliga-team van Tilburg Trappers en de nationale vrouwenploeg. Voor Tilburg Trappers geldt dat deze club wel gebruik maakt van de vanuit het kabinet geboden opening en komende vrijdag tegen Herford hun eerste thuiswedstrijd spelen. Dit gebeurt onder de voorwaarden van de coronaprotocollen en zonder publiek.