29 september 202013:27
Door Joep Meijsen
Voorzitter Jan Hopstaken van IJshockey Nederland schrijft in zijn column deze keer over zijn eerste bezoek aan een ijshockeywedstrijd sinds de sport in maart plotseling stil kwam te liggen. 'Het was heerlijk om het krassen van het ijs te horen.' En over de realisatie dat nu ineens knopen doorgehakt moeten worden.
Zondag 20 september was het dan voor mij zover. Mijn eerste ijshockeywedstrijd, sinds mijn laatste ijshockeyweekend. Op 29 februari bezocht ik een wedstrijd van de Amsterdam Tigers tegen GIJS in Amsterdam, en op 1 maart de wedstrijd om het landskampioenschap in Heerenveen. Het voelde als een eeuwigheid geleden. Buiten was het 25 graden. Binnen zaten wij in een optimale temperatuur voor de favoriete vrije tijds besteding: een potje ijshockey kijken. Een oefenpot. Maar het was heerlijk om het krassen van het ijs te horen, drie hardwerkende teams op het ijs bezig te zien en tussen een publiek te zitten dat er aan toe was om er weer bij te zijn. De slogan van NOCNSF ‘We winnen veel met sport’, voelde als een comfortabele jas. Even niet meer denken aan al die Corona-ellende. Sport als medicijn. Lekker opgaan in de wedstrijd. Geroerd worden door het fanatisme van de kleinste speler (en volgens mij beste schaatser) op het ijs: Nicky Collard. Genieten van mooie ‘no-look-passes’ van Henderson. Geraakt door de volharding tot het eind van de Utrecht spelers, al was het een zeer ongelijke strijd. Fijn om te merken dat de echte ijshockeykenners ook hier weer in het stadion op de tribune hadden plaatsgenomen. In mijn buurt zaten er volop. Allemaal ruimhartig bereid om hun kennis, zonder te schreeuwen, met anderen te delen. Geen enkele terughoudendheid was er te merken. Slechts de overtuiging dat hun kennis nodig verspreid moest worden. Sporten en sportkennis delen verbindt.
De Vechtse Banen in Utrecht waren een perfecte plek voor ‘mijn eerste’ van het nieuwe seizoen. Strak maar vriendelijk Coronaproof georganiseerd. Veel lof voor de vrijwilligers en het bestuur (dat zijn ook vrijwilligers) van IJCU Dragons. Mijn dochter was blij met de extra beweging die ze als gevolg van de heldere bewegwijzering moest leveren, om van het toilet, om het hele speelveld heen weer bij haar zitplekje uit te komen. Veruit de meesten hielden zich sportief en correct aan de aanwijzingen, de genomen maatregelen en de algemeen geldende Corona-eisen. Ze waren allemaal zo blij dat ze er weer bij mochten zijn. Ze snapten dat modelgedrag gewenst en noodzakelijk was. Aan hen zou het niet liggen.
Tijdens de wedstrijd bedacht ik me hoe spannend het was of alle geplande wedstrijden van het komend seizoen door zullen gaan. Of alle competities gaan starten. Sinds afgelopen maandag weten we dat we als sport zelf moeten besluiten ‘welke consequenties de nieuwe maatregelen hebben voor het doorgaan van wedstrijden en competities’. Daar zullen we de komende dagen dus iets op moeten besluiten. Aan de ene kant hebben we natuurlijk allemaal de verantwoordelijkheid om zo verantwoord mogelijk te handelen. Aan de andere kant brengt sport ons zo ontzettend veel. Zeker kinderen zouden toch ‘gewoon’ moeten kunnen blijven sporten.
Voor mij als supporter ligt het nu in ieder geval drie weken stil. Maar wat was het fijn om weer bij het ijs te zijn.
Tags
Bij het ijs