3 mei 201922:55
Door Joep Meijsen
Vice-voorzitter Jan Hopstaken van IJshockey Nederland schrijft in zijn column deze keer over het fenomeen pieken op het juiste moment. 'Waar dat precies aan ligt, dat iets je de ene dag makkelijk lukt en de andere dag niet, is vaak een raadsel. Je weet het niet. Het is nu eenmaal zo. Het maakt misschien ook niet zo veel uit. Voor topsporters ligt dit wat ingewikkelder.'
Als topsporters slecht presteren zeggen ze vaak dat ze niet goed hebben ‘gepiekt’. In het dagelijks leven hebben niet-topsporters ook wel eens een slechte dag. Op andere dagen gaat het van zelf. Een moeilijke opdracht voor een klant gaat je heel gemakkelijk en goed af, je begrijpt precies wat je vrouw bedoelt en die portie bitterballen laat je met gemak koud worden zonder ze aan te raken.
Waar dat precies aan ligt, dat iets je de ene dag makkelijk lukt en de andere dag niet, is vaak een raadsel. Je weet het niet. Het is nu eenmaal zo. Het maakt misschien ook niet zo veel uit. Morgen is er weer een kans. Dan kun je het nog eens proberen. Dat begrijpt je vrouw, je klant of je baas ook wel.
Voor topsporters ligt dit wat ingewikkelder. Vaak is er namelijk morgen geen kans meer. Dan is de wedstrijd voorbij. Het moet nu gebeuren. Ze moeten presteren op het ene moment dat er toe doet. Dat ‘pieken’ bepaalt of je een grote sporter wordt of dat niemand ooit weet dat je aan sport deed. Zowel lichamelijk als psychisch moet het allemaal kloppen. De uitvoering van vele handelingen, bewegingen en keuzes moeten op dat ene moment perfect zijn.
In een teamsport geldt dat niet voor één speler maar het liefst voor allemaal en dan moet je tegenstander ook nog ‘een beetje meewerken’. Iedere topsporter heeft waarschijnlijk zijn eigen manier om hier zo goed mogelijk mee om te gaan. De schaatser Johan Olav Koss, had het over ‘de weg is het doel’. Hij bedoelde daarmee, dat je je niet druk moet maken over rondetijden of het winnen van die gouden plak, maar dat je moet zorgen dat elke slag die je maakt raak is. Als dat zo is, dan presteer je het best. Dan piek je.
Voor onze mannen in Tallinn geldt dit ook. Ze moeten pieken in de volgende wedstrijd. Dat weten ze. Ik hoop dat ze allemaal een manier hebben om dat samen voor elkaar te brengen. Ik heb er alle vertrouwen in.
Jan Hopstaken is sinds 2013 vicevoorzitter van IJshockey Nederland en in die functie verantwoordelijk voor verenigings- en clubondersteuning. In Bij Het IJs schrijft hij iedere twee weken over zijn ervaringen rondom de Nederlandse ijsbanen.
Tags
Bij het ijs