9 november 200600:00

Door Joep Meijsen

Canadagboek 2006 - deel 5

Vorig jaar leverden de eerste negen wedstrijdseconden van onze ijshockeyreis al drie vechtpartijen op in de Quebec-liga. Dit jaar moesten we tot de vierde wedstrijd wachten voor het eerste vuistgevecht. De gespecialiseerde vechtersbaas dreigt net zo zeldzaam te worden in het Noordamerikaanse ijshockey als dinosaurussen op de aardbol.

Andrew Ference van de Calgary Flames liet de handschoenen vallen en ging Matthew Barnaby van Dallas te lijf. Het incident werd na afloop door veel experts gezien als een belangrijke motor achter de winst van het moeizaam draaiende Calgary tegen de succesvolle Stars. In een bijzonder aantrekkelijke wedstrijd in een afgeladen Saddledome wonnen de Flames met 3-1. Tony Amonte was met twee goals de grote man bij Calgary.

Canadagboek5_stoeipoes_groot.jpgFerence is overigens geen erkende vechtersbaas. Het was één van zijn eerste knokpartijen op seniorennivau. Dit is kenmerkend, want in de nieuwe NHL is steeds minder ruimte voor wat feitelijk boksers op schaatsen zijn. Spelers die louter op het ijs gezet worden om te knokken en de rest van de wedstrijd de bank warm houden. Het pensioen voor Tie Domi aan het begin van dit seizoen was wat dat betreft een teken aan de wand.

Natuurlijk schaatsen er nog verschillende rond in de NHL, zoals Shane O' Brien van Anaheim. De meeste teams hebben ook nog wel een vechtersbaas in de minor leagues rondschaatsen die ze kunnen oproepen, maar de tijd dat spelers een fortuin bij elkaar konden knokken lijkt voorlopig voorbij. Als er gevochten wordt, zijn het meestal spelers die ook in andere situaties op het ijs staan. Ook zijn het vaker serieuze vechtpartijen in plaats van twee boksers die hun kunstje opvoeren.

De vergelijking met dinosaurussen is niet geheel toevallig gekozen. Op dinsdagmiddag een rit vanuit Calgary naar Drumheller, op de rand van één van de rijkste vindplaatsen van dinosaurusbotten ter wereld. Alles in deze stoffige prairiestad staat in het teken van de gigantische dieren die miljoenen jaren lang over de aarde dwaalden. Ieder hotel heeft er eentje voor de deur staan, het toeristencentrum beweert de grootste dinosaurus ter wereld voor de deur te hebben, terwijl het Royal Tyrel Museum een indrukwekkend overzicht biedt van alles wat met dino's van doen heeft.

Zelfs de lokale trimsalon voor honden speelt in op de reputatie van de stad en voert de naam Jurassic Bark. Het bewijs dat woordspelingen tot de laagste vormen van humor behoren en een aanwijzing voor de reden waarom Seth Gaaikema in Nederland zo laag staat aangeschreven als komiek.

Op woensdag de wedstrijd tussen de Calgary Hitmen en de Lethbridge Hurricanes. Twee ploegen die we al eerder zagen spelen. De Hitmen gingen de wedstrijd in met een zegereeks van zeven wedstrijden, terwijl de Hurricanes op zondagavond in overtime klop hadden gehad van de Vancouver Giants en ook verder een weinig indrukwekkend seizoen draaien.

Een sneeuwstorm teistert Calgary, waardoor een groot deel van de aanhang de ijshal niet of slechts moeizaam kan bereiken. In enkele uren valt ruim vijftien centimeter sneeuw. Wij overnachten op loopafstand van het Saddledome en bereiken al glibberend de mooi vormgegeven ijshal. Met ons zitten er slechts zo'n tweeduizend liefhebbers in het angstig lege ijsstadion, tegen ruim achtduizend bij eerdere wedstrijden van de Hitmen en een uitverkochte hal bij de Flames.

De thuisblijvers krijgen gelijk. Wellicht is het de vergelijking met de prima NHL-wedstrijd, misschien is de zegereeks de Hitmen een beetje te veel naar het hoofd gestegen. Bijzonder goed is de wedstrijd in ieder geval niet. De Hurricanes boeken een redelijk eenvoudige 1-5 zege in het hol van de leeuw en slechts een massale kloppartij aan het einde van de wedstrijd brengt de lokale aanhang op de banken.


Daarmee komt voor ons een einde aan het verblijf in Calgary en is inmiddels de helft van de ijshockeyreis verstreken. Voor de komende twee dagen staat een rit dwars door de Rocky Mountains op het programma in de richting van Vancouver. Waar meer ijshockey op ons wacht. En misschien pikken we onderweg ook nog wel een wedstrijdje mee. Want uiteindelijk is het toch, om de titel van een nieuw ijshockeyboek te citeren, ‘the best game you can name'.

Foto's: Marco Spelten