11 december 200600:00

Door Joep Meijsen

Crisis bij de Leafs

‘Ik weet zeker dat de Maple Leafs de Stanley Cup nog een keer winnen tijdens mijn leven. Ik ben dan ook van plan heel oud te worden.' De inmiddels 82-jarige Leafs-legende Johnny Bower maakt er een grapje van, maar gezien de recente resultaten van zijn ploeg zal hij inderdaad nog de nodige levensjaren nodig hebben.

Afgelopen zaterdag verloor Toronto de zevende wedstrijd op rij. Tegen Detroit incasseerde Toronto vijf powerplay-goals in een kansloze 5-1 nederlaag. Daarmee staan de Leafs weer met beide benen op de grond na een verrassende seizoenstart die rechtstreeks naar de play-offs leek te leiden. Inmiddels is er sprake van een écht crisissfeer in wat wel de ijshockeyhoofdstad van de wereld wordt genoemd.

Het voorjaar van 1967 was Lyndon Johnson nog president van de Verenigde Staten en moest de eerste man nog voet op maan zetten. Het was ook de laatste keer dat de Stanley Cup op sportieve gronden in Toronto terechtkwam. De belangrijkste prijs in het Noord-Amerikaanse ijshockey is meestal de stad in Ontario, omdat daar de Hall-of-Fame gevestigd is.

Jaren van wanbeleid door eigenaar Harold Ballard in de zeventiger en tachtiger jaren maakte veel kapot in Toronto. In de jaren negentig werd onder Pat Burns weer de stap naar sportieve respectabiliteit gemaakt, terwijl ook de teams onder Pat Quinn de afgelopen jaren een vaste gast in de play-offs. Vorig jaar zette echter weer de klad in, waardoor dit jaar een nieuwe start werd gemaakt met coach Paul Maurice.

De jonge Maple Leafs kenden een goede start van het seizoen. Zelfs toen captain Mats Sundin vanwege een blessure langere tijd uitgeschakeld was, bleef de ploeg puntjes bij elkaar sprokkelen. Met de terugkeer van Sundin zette echter ook de reeks nederlagen in. Inmiddels zit coach Maurice met zijn handen in het haar, beloofd sterspeler Sundin een ommekeer en overweegt general manager John Ferguson jr. een aantal trades.

Veel zal het niet helpen waarschijnlijk. De wederopbouw van de Maple Leafs zal nog enkele jaren in de beslag nemen. De Leafs zijn ondanks het onbreken van iedere vorm van sportief succes nog altijd de populairste club in de NHL. Historisch gezien heeft het team een enorme aanhang in Canada die vecht om tickets, de auto vol laadt met souvenirs, een abonnement heeft op het eigen tv-kanaal Leafs TV en de Canadese praatradio platbelt.

Daardoor zijn de Leafs één van de rijkste clubs ín de NHL. Dat stelde de club de afgelopen jaren in staat regelmatig dure free agents vast te leggen om de tekortkomingen van het eigen scoutingsysteem te compenseren. Als de club al talenten onder contract had, werden deze vaak weggegeven in trades. Een beetje hetzelfde probleem als de New York Rangers jaren hadden, maar wel in mindere mate.

De winstgevendheid is tot vreugde van de eigenaar van het team, grappig genoeg het pensioenfonds voor leraren in Ontario, dan ook meer dan uitstekend. De salarycap zet bovendien een rem op de uitgaven, zodat de winstgevendheid alleen maar toeneemt. Dit betekent echter ook dat de club zijn tekortkomingen niet meer kan compenseren door dure spelers aan te trekken.

Ineens is de club afhankelijk van jonge spelers uit het eigen systeem. Spelers als Kyle Wellwood, Ian White, Alexander Steen en Brendan Bell. Spelers die begin dit jaar uitstekend speelden, maar nu een terugval kennen en daarmee de hele ploeg naar beneden trekken. Het zal Toronto tijd kosten om de eigen draft op orde te brengen, de club klaar te maken voor het tijdperk van de salary cap en de talenten voldoende ervaring op te laten doen. Tot die tijd moet Johnny Bower, lid van het team van de Leafs dat bijna veertig jaar geleden voor het laatst de Stanley Cup won, in ieder geval blijven ademen.