Degradatie U18 een feit

Daarmee is het wereldkampioenschap in Riga op een deceptie uitgelopen voor het team van de bondscoaches Alexander Jacobs en Larry Suarez. Het niveauverschil tussen Division I en Division II blijkt toch wel enorm groot te zijn. Ondanks het feit dat veel jonge Nederlandse spelers in buitenlandse jeugdcompetities spelen, blijkt dat onvoldoende om het gat met de beter gestructureerde ijshockeylanden te dichten.

Tegen Italië werd slaagde Oranje er slechts zeven keer in om op het doel van de Italianen te schieten, terwijl Martijn Oosterwijk in het net bij Nederland liefst 44 schoten te verwerken kreeg. Daarvan vielen er tien binnen, waarvan drie op de powerplay. Italië scoorde zes keer in de slotperiode, waardoor het de grootste nederlaag werd voor de U18 op het kampioenschap in Riga.

Lukas Tauber en Thomas Larkin hadden ieder twee goals voor de Italianen, terwijl Tomasso Traversa een goal en drie assists op zijn naam bracht. Door de nederlaag werd de wedstrijd tegen Japan van enorm belang. De Japanners waren ook nog zonder zege, maar beschikten wel over een beter doelsaldo. Een overwinning van Nederland was echter voldoende geweest om ook volgend jaar weer op Division I-niveau uit te komen.

Het mocht niet zo zijn. Oranje keek kort na het begin van de derde periode al aan tegen een 6-0 achterstand. Een mooie eindsprint, waarbij de eerste treffers van het toernooi werden geproduceerd, leverde uiteindelijk onvoldoende op. Levi Houkes had twee goals en twee assists, terwijl Nardo Nagtzaam een goal en twee assists voor zijn rekening nam. De andere Nederlandse treffer kwam van de stick van Julian van Lijden.

Oranje sluit het toernooi dinsdag af tegen Oostenrijk, maar dat is in ieder geval voor Nederland een wedstrijd om des keizers baard. Volgend jaar kan weer opnieuw begonnen worden met bouwen. In ieder geval heeft het WK in Riga glashelder gemaakt waar de talenten van Nederland precies staan binnen de ijshockeywereld.