17 mei 201509:52
Door Joep Meijsen
De nieuwe grensoverschrijdende Nederlands/Belgische competitie telt komend jaar achttien ploegen die in twee poules van negen gaan spelen om het kampioenschap. Daarnaast is er een bekercompetitie met zes deelnemers in Nederland en zes Belgische ploegen die nationaal wordt gespeeld.
Dat zegt Pascal Nuchelmans, de voorzitter van de Belgische bond die tevens president wordt van de nieuwe overkoepelende organisatie die de nieuwe competitie gaat organiseren, tegen IJshockey.com. De ploegen per poule ontmoeten elkaar tijdens de reguliere competitie ieder een keer thuis en een keer uit. Acht thuiswedstrijden per club dus, waarbij één wedstrijd per weekeinde wordt gespeeld. De play-offs worden vervolgens gespeeld door de top vier per poule, waarbij de nummer één van de eerste poule tegen de nummer vier van de andere groep speelt en zo verder. Over hoeveel wedstrijden de play-offs gaan, moet nog bepaald worden.
Voor de nummers acht en negen van de twee poules is de competitie voorbij na de reguliere competitie. De nummers vijf, zes en zeven van beide groepen worden samengevoegd en spelen nog een competitie. Daarmee wordt niet alleen hun seizoen verlengd, maar deze competitie kan eventueel ook worden gebruikt voor het indelen van de teams als na het eerste jaar wordt besloten om de liga een seizoen later in twee verschillende niveaus in te delen. Over de wenselijkheid daarvan wordt uiterlijk op 1 januari 2016 een beslissing genomen.
Inmiddels is ook de indeling van de poules bekend. In de eerste groep spelen Antwerpen, Amsterdam, Den Haag, Dordrecht, Groningen, Heerenveen, Herentals, Turnhout en Zoetermeer. De tweede groep bestaat uit Den Bosch, Eindhoven, Geleen, Heist op den Berg, Leuven, Luik, Nijmegen, Tilburg en Utrecht. Alleen achter die laatste naam staat nog een klein vraagteken als het aankomt op deelname aan de nieuwe competitie.
Voor de bekercompetitie hebben zich twaalf teams ingeschreven, zes per land. Zij gaan per land spelen om de beker. Daarbij wordt een enkele competitie gespeeld, waarna de top vier zich plaatst voor de halve finales. De bekerfinales in Nederland en België worden vermoedelijk in februari 2016 gespeeld. Van de Nederlandse clubs hebben zich Dordrecht, Eindhoven, Geleen, Heerenveen, Nijmegen en Tilburg aangemeld voor de beker. De Belgische deelnemers zijn Antwerpen, Heist op den Berg, Herentals, Leuven, Luik en Turnhout. De bekercompetitie valt onder de nieuwe organisatie, de organisatie van de bekerfinale ligt bij de bonden.
Volgens Nuchelmans ligt de nadruk de komende jaren op nivellering. ‘Het niveau moet uitkomen op dat van de Eerste Divisie in Nederland of de hoogste liga in België, dat is ongeveer gelijk, waarbij op amateurbasis wordt gespeeld. Het aantal imports wordt beperkt tot twee. Belgen en Nederlanders mogen over de grens spelen en tellen dan niet meer als import. Daarnaast zijn er statusspelers. Dat zijn jongens die al minimaal op vijftienjarige leeftijd in Nederland of België speelden en spelers die al vier seizoenen of meer op rij in een competitie zijn uitgekomen. Die tellen niet mee als import.’
Teams moeten in eerste instantie van hun eigen bond een licentie krijgen om deel te nemen aan de competitie. Daarna worden ze ook nog door de nieuwe stichting bekeken. Nuchelmans: ‘Het gaat om nivellering. Een bond kan een club niet weigeren omdat die daar niet aan mee wil doen, maar de nieuwe organisatie mag daar wel rekening mee houden. Daarbij kijken we bijvoorbeeld naar de teams die voorheen in de Nederlandse Eredivisie speelden. Die zullen een serieuze stap terug moeten zetten.’
De kosten van de nieuwe competitie zijn die van de oude Eerste Divisie in Nederland. Afdrachten worden daarbij gedaan aan de bonden, die vervolgens per team een bedrag overmaken naar de nieuwe stichting. Het bestuur van die organisatie telt vier personen, met Nuchelmans als de voorzitter. NIJB-penningmeester Arjan van der Horst als vice-voorzitter, NIJB-bestuurder Leonidas Pakos als secretaris en KBIJF-bestuurder Hub van Grinsven als penningmeester.
Noud van Berkel gaat de competitie leiden en is komend seizoen referee in chief met als opdracht een opvolger in te werken. De scheidsrechters worden aangesteld vanuit de nieuwe organisatie, die ook eigen tuchtrecht gaat inrichten. ‘Daarbij zullen we gebruik maken van bestaande structuren’, stelt Nuchelmans.
De voorzitter van de nieuwe organisatie is blij met de nieuwe opzet. ‘Het is belangrijk dat dit uit de clubs zelf voortkomt. Het is niet iets dat we van boven hebben verzonnen en daarna opgelegd hebben aan de clubs. De overgrote meerderheid van de deelnemers staat dan ook achter de plannen. Hiermee moeten we bouwen in de richting van een gezonde toekomst, dat is het belangrijkste. Het belang van het ijshockey staat voorop.’