17 juni 200600:00

Door Joep Meijsen

Flyers wil roer omgooien

Heerenveen Flyers kijkt kritisch, maar vol hoop naar de toekomst. ÂMisschien moeten we als clubs nu een stapje achteruit doen om straks collectief een grote sprong vooruit te maken. Daarbij moet het grote niveauverschil tussen de Eredivisie en de Eerste Divisie worden verkleind en moet fors worden geĂŻnvesteerd in jeugdijshockey in Nederland.Â

Aan het woord is Heerenveen Flyers-voorzitter Johan Zijlstra, die een drukke week achter de rug heeft. De stichting die de afgelopen jaren het topijshockey in Heerenveen heeft geleid is failliet verklaard, een gevolg van schulden uit het verleden. Een nieuwe stichting kijkt echter naar de toekomst. Hierbij ziet Zijlstra geen toekomst voor een liga met maar vijf clubs. ÂDat is financieel gewoon niet verantwoord, dan komen we later weer in de problemen. We hebben minimaal zes clubs nodig op het hoogste niveau om goed te kunnen draaien.Â

Tijdens een voorzittersoverleg deze week legde Zijlstra zijn kaarten op tafel voor de collegaÂs van andere clubs. ÂWij gaan niet beginnen aan een seizoen waarbij in de eredivisie maar vijf clubs actief zijn. Dan gaan we liever in afgeslankte vorm in de Eerste Divisie spelen en van daaruit opnieuw bouwen. Het liefst zou hij echter een collectieve oplossing zien, waarbij de grote clubs het initiatief nemen om het totale Nederlandse ijshockey naar een hoger peil te brengen.

Dat heeft volgens Zijlstra niet direct iets van doen met het faillissement. ÂWij kunnen komend seizoen een uitstekende selectie op het ijs zetten. Financieel gaat het niet slecht met de Flyers, we hebben voldoende toezeggingen van sponsoren. Daarmee groeit het Nederlandse ijshockey echter niet in de breedte. En dat is wat de sport in Nederland nodig heeft, wil het ook op de langere termijn toekomst hebben.Â

Zijlstra zou graag zien dat de grote clubs zichzelf beperkingen gaan opleggen. ÂAls niet voldoende clubs het budget op kunnen brengen om in de Eredivisie te spelen, zullen we de zaken anders aan moeten pakken. Daarbij zou het niveau van de Eerste Divisie wat moeten toenemen, terwijl de clubs in de Eredivisie juist een stap terug doen. Bijvoorbeeld door de instelling van een salarycap.Â

Het geld dat overblijft zou dan via een fonds in het Nederlandse ijshockey moeten worden geĂŻnvesteerd. ÂIn de organisatie van de Eerste Divisie-teams, maar ook in het Nederlandse jeugdijshockey. Sommige clubs doen het daarbij nu al heel goed, anderen een stuk minder. Het is echter in het belang van iedereen dat er veel Nederlands ijshockeytalent doorkomt. De grote clubs, en daar reken ik ook Heerenveen nog toe, moeten daarbij het initiatief nemen. Gezamenlijk kunnen we dan weer een grote stap vooruit gaan doen.Â

Zijlstra is niet bang dat het lagere niveau ijshockey veel mensen zal afschrikken. ÂWe krijgen dan een spannende competitie, waarbij de clubs niet veel voor elkaar onderdoen. Dat maakt veel goed. Wanneer je een selectie hebt met veel spelers uit de eigen regio, zal dat het publiek ook aanspreken. De meeste sponsoren bij ons zien de plannen best zitten. Een team met een duidelijkere regionale binding zou bovendien aantrekkelijk kunnen zijn voor nieuwe sponsorenÂ, aldus Zijlstra.

De plannen zijn volgens de voorzitter van Heerenveen door de andere clubs zeker niet negatief ontvangen. Binnenkort wordt verder gepraat over de toekomst van het Nederlandse ijshockey. De Leeuwarder Courant sprak gisteren in zijn headline over Âeen bom onder het Nederlandse ijshockeyÂ. De praktijk ligt echter een stuk. Wellicht is het juist de verandering die het kwakkelende Nederlandse ijshockey nodig heeft voor perspectief op de lange termijn.