Geen importlimiet eredivisie

Dat zegt bondsvoorzitter Joop Vullers tegenover IJshockey.com. Het systeem geldt als een alternatief voor het convenant waarin clubs en bonds een formele limiet wilden afspreken. Dit bleek echter juridisch lastig haalbaar. Voor buitenlanders negen tot en met twaalf zijn de clubs verplicht een bedrag gelijk aan de vergoeding voor de transfer (Ruim 1500 euro, JM) in het fonds te storten. Vanaf de dertiende import loopt dit op naar 300 procent.

Juridisch zijn de transfer en de donatie aan het jeugdfonds formeel niet aan elkaar gekoppeld. Het betreft echter een besluit van het bestuur van de ijshockeybond, waardoor de donaties wel verplicht zijn. Het fonds wordt louter gebruikt voor activiteiten die het jeugdijshockey in Nederland ten goede komt, zoals trainingskampen voor nationale jeugdteams, opleiding van coaches en eventueel subsidie voor jeugdspelers die voor een jaar naar het buitenland willen gaan.

Het nieuwe fonds komt volledig los te staan van de verdere begroting van de Nederlandse ijshockeybond. Juridische obstakels zijn niet de enige reden voor het feit dat er geen harde limiet is afgesproken. Bond en clubs hebben enkele weken geleden een inschatting gemaakt van het aantal jeugdspelers dat de komende jaren kan doorbreken op eredivisieniveau. Naar aanleiding daarvan en door de uitbreiding van de eredivisie met twee nieuwe clubs is een strikte beperking op het aantal imports ook lastig te realiseren.

De ijshockeybond en de clubs kijken overigens wel naar ontwikkelingen in ander e sporten waar gewerkt wordt aan regulering van het aantal nationale spelers. Onder meer de wereldvoetbalbond Fifa werkt aan zo'n traject.

Clubs en bond hebben enkele maanden lang gesproken over een convenant. Oorspronkelijk was het daarbij de bedoeling de afspraken vast te leggen in de reglementen zodat de tuchtcommissie of de competitieleiding overtredingen kunnen bestraffen.