29 april 201721:13
Door Joep Meijsen
Het Nederlands team stond een groot deel van de wedstrijd op voorsprong tegen Estland, maar haalde nooit de benodigde marge van drie doelpunten. Uiteindelijk verloor Oranje de wedstrijd in de slotfase. 'Nederland moet goed in de spiegel kijken.'
Nederland had op zaterdagmiddag in Belfast een klein wonder nodig om zich te handhaven in Division IB. De taak was eerder op de dag alleen maar moeilijker geworden door het verlies van Kroatië in de confrontatie met Litouwen. Daardoor moest Nederland het duel met Estland met minimaal drie goals verschil winnen. Tot twee keer toe pakte Oranje een marge van twee goals, maar bij het laatste fluitsignaal stond het team voor de vijfde keer dit toernooi met lege handen.
Daardoor duurde de terugkeer naar Division IB slechts één jaar en mag Oranje het volgend jaar weer een divisie lager gaan proberen. Een kampioenschap dat vermoedelijk weer enkele weken eerder gehouden gaat worden, waardoor het weer onzeker is welke spelers beschikbaar waren. Het team dat Oranje in Belfast op het ijs bracht was een geïmproviseerd team, dat echter ook veerkracht toonde door het in ieder geval in de laatste wedstrijd nog bijzonder spannend te maken.
Voor Chris Eimers was het zijn laatste wedstrijd als bondscoach. Hij geloofde ook even in een wondertje. 'We hadden vooraf afgesproken dat we de eerste periode met een goal voor wilden staan en de tweede periode gelijk wilden spelen. Uiteindelijk kregen we genoeg kansen om in de eerste periode verder voor te staan. Een slechte call van de scheidsrechter op een faire check van Rick van Haren kostte ons later een tegengoal. We weten dat Estland vaardige spelers heeft op de powerplay. Naar het einde toe bleek het toch erg zwaar voor dit Oranje om zeven wedstrijden in tien dagen te spelen en ook nog op een hoger niveau dan ze gewend zijn in de Beneliga.'
Nederland scoorde in het duel met Estland net zo vaak als in de vier eerdere wedstrijden bij elkaar. Eerst was het Guus van Nes die door Nardo Nagtzaam prima werd weggestuurd en mooi afrondde. Daarna was het Jeffrey Melissant die zijn vaardigheden toonde met een mooi schot van dichtbij en tenslotte was Kevin Bruijsten succesvol in een rommelige situatie voor het doel. Het zorgde ervoor dat Nederland na de tweede periode nog met 2-3 voorstond in de wedstrijd. Het lukte echter uiteindelijk nooit om de benodigde marge op het bord te krijgen.
Nederland was in fases van de wedstrijd de betere ploeg, maar Estland was ook vaak gevaarlijk. Chris Eimers gaf Fabian Schotel de start, die een aantal prima reddingen verrichtte, maar toch vier keer moest capituleren. Drie van die goals werden gescoord door Robert Rooba. Het was Nederlands beste wedstrijd tijdens het toernooi. Bondscoach Eimers plaatste dit echter na afloop wel in perspectief. 'Het was ook tegen de minste tegenstander. Ik denk ook dat we tegen Kroatië kansen op een beter resultaat hebben laten liggen, maar dat is geen verwijt aan deze spelersd die allemaal hard hebben gewerkt.'
Daarmee eindigt het bondscoachschap van Eimers met degradatie, iets dat hem gezien het grote aantal afwezigen nauwelijks kwalijk kan worden genomen. Zelf had de geboren Groninger nog geen zin om terug te kijken op zijn jaren bij de nationale ploeg. Ook weet hij nog niet of hij verder wil als clubcoach. 'Ik wil later mijn verhaal wel doen, maar zit nu nog met te veel frustraties. Het Nederlandse ijshockey zal echt in de spiegel moeten kijken en moeten bepalen wat het wil. Wat dat betreft is dit toernooi ook een boodschap aan de jonge spelers in dit team. Wil je Beneliga met misschien maar twee keer een training van een uur of wil je meer?'
De wedstrijd eindigde met een knokpartijtje waarbij Thomas Roosendaal, Joey Oosterveld en twee spelers van Estland (waaronder Rooba) tegen matchpenalties aanliepen. Daarmee ging Oranje letterlijk en figuurlijk vechtend ten onder.
Marco Spelten (www.actiefotografie.nl)