20 november 202410:00
Door Joep Meijsen
IJshockeyliefhebbers weten: De wereld is niet rond, maar plat. En heeft de vorm van een puck. In zijn wekelijkse column gaat ijshockeyschrijver Joep Meijsen in op de verhalen, ontwikkelingen en persoonlijkheden die ijshockey tot de mooiste sport van allemaal maken. De tweede aflevering gaat over de ongewenste bij-effecten van de salary cap in de NHL.
Met een gemiddeld jaarsalaris van 13,25 miljoen dollar is Auston Matthews van de Toronto Maple Leafs de best betaalde speler in de NHL, driekwart miljoen meer dan Nathan MacKinnon en Connor McDavid. Dat is vanuit het perspectief van een Nederlandse ijshockeyer natuurlijk een mooi bedrag, maar je hebt altijd baas boven baas. Als Matthews met een bal had gestuiterd in de NBA was hij met dat salaris de nummer 121 op de lijst van bestbetaalde spelers. Nipt minder dan Daniel Gafford van de Dallas Mavericks.
Sterker nog, ook in vergelijking met het verleden is het salaris van Matthews niet zo hoog. Un het seizoen 1997-98 was Joe Sakic de bestbetaalde speler in de NHL. Colorado Avalanche betaalde hem toen 16,45 miljoen dollar. Als je de inflatie sindsdien meerekent, zou dat nu zo'n 33 miljoen dollar in salaris zijn. Oorzaak: De salary cap, waardoor de totale salarissom van de NHL-clubs collectief exact 50 procent van de omzet van de clubs is.
De relatief lage salarissen maken direct duidelijk uit wiens koker de salary cap komt, de teameigenaren, waar de spelersvakbond NHLPA zich met hand en tand tegen heeft verzet. Het zorgde in 2004-05 voor een heel seizoen zonder NHL-ijshockey. Voor het eerst sinds de Spaanse griep rondwaarde na de Eerste Wereldoorlog werd de Stanley Cup niet uitgereikt. De teameigenaren hadden ook wel goede argumenten. De steeds verder oplopende salarissen zorgden er in de jaren negentig voor dat teams als de Quebec Nordiques, Hartford Whalers en Winnipeg Jets (vorige versie) en Minnesota North Stars het niet meer konden bolwerken en moesten verhuizen, terwijl een aantal andere teams op het randje van de afgrond balanceerden.
Een salary cap is op de eerste blik ook helemaal geen verkeerd idee. Het zorgt voor financiële stabiliteit, zorgt ervoor dat het niet mogelijk is om met een veel hogere begroting dan de concurrentie een kampioenschap te kopen en het neemt de teameigenaren tegen zichzelf in bescherming bij het tegen elkaar opbieden voor de beste spelers. Geen wonder dat je ook in Nederland weleens mensen hoort pleiten voor zo'n salary cap, al is dat hier een stuk ingewikkelder om te realiseren en controleren.
Voor sommige teameigenaren is zo'n maximum eigenlijk ook wel makkelijk. De teams met de hoogste omzet, Oilers, Leafs, Kings, Canadiens en Rangers zijn gebonden aan een maximum aan uitgaven en zijn daardoor veel winstgevender dan ze zouden zijn geweest zonder de salary cap. Voor de spelers is het fijn dat er ook een minimum is dat teams moeten uitgeven, dus soms moeten clubs middelmatige spelers extra hoge contracten geven om deze zogenoemde salary floor te bereiken.
Er zijn echter ook duidelijke nadelen. Winnende teams als de Los Angeles Kings, Chicago Blackhawks en Tampa Bay Lightning moesten na het winnen van Stanley Cups veel goede spelers laten gaan omdat ze niet voldoende salarisruimte hadden om bij contractverlenging hogere salarissen te betalen aan iedereen. De kans dat er ooit nog een echte dynasty ontstaat, zoals de Canadiens in de jaren zeventig en Islanders en Oilers in de jaren tachtig met een reeks Stanley Cups op rij, is door de salary cap minimaal.Â
Discussies over spelers verplaatsen zich bij wijze van spreken van de sport- naar de financiële pagina's van de krant
Persoonlijk vind ik het ook een probleem dat het ijshockey steeds meer tot een soort van fantasy hockey maakt. In het verleden was het vervelend als een speler veel geld verdiende, maar niet in vorm was. De rijkste clubs konden probleemloos een volgende duurbetaalde topspeler contracteren. Nu kijken fans niet alleen naar de prestaties van hun spelers op het ijs, maar ook of ze waar voor hun geld bieden. Discussies over spelers verplaatsen zich bij wijze van spreken van de sport- naar de financiële pagina's van de krant. Het gaat om de prijs-kwaliteitsverhouding.
Bij 'mijn' team, de Toronto Maple Leafs, loopt deze discussie in het bijzonder hoog op. De club gaf jaren geleden grote contracten aan Auston Matthews, John Tavares, Mitch Marner en William Nylander. Met als gevolg dat er relatief weinig geld is voor de rest van de ploeg. IJshockey is een Ă©chte teamsport, waardoor Toronto op beslissende momenten in de breedte tekort komt. Echter de beste spelers zetten wel statistieken in de boeken die een steeds hoger salaris waarborgen.
Matthews en Nylander hebben inmiddels nieuwe, duurdere, contracten, waardoor de discussie zich toespitst op Mitch Marner en John Tavares die voor volgend seizoen een nieuw contract nodig hebben. Laatstgenoemde is inmiddels ouder en zal geen heel duur contract meer krijgen. Marner is een ander verhaal. De technisch begaafde winger heeft een aflopend contract en vraagt vermoedelijk tussen de 13 en 15 miljoen voor een nieuw contract. Waarmee het dus onmogelijk is om de ploeg in de breedte te versterken. Het enige alternatief is om hem te laten lopen, maar zie zijn geweldige statistieken maar eens te vervangen. Het is een naar dilemma voor general manager Brad Treliving van de Toronto Maple Leafs. En voor de fans.
In principe ben ik een fan van Mitch Marner. Hij doet soms ongelooflijk mooie dingen op het ijs, is defensief verantwoordelijk en is bovendien een jongen die met hart voor de club speelt waar hij als kind al fan van was. Tegelijkertijd voorzie ik nog meer jaren met vroege uitschakelingen in de play-offs als de ploeg het grootste deel van zijn budget uitgeeft aan een handvol topspelers. Gevolg is dat ieder doelpunt, assist en foutje worden afgezet tegen wat Marner nu verdient en wat hij mogelijk wil gaan verdienen. In mijn favoriete ijshockeypodcast (Real Kyper & Bourne) zaten de hosts hierover maandag nog te schreeuwen tegen elkaar.
Nou komt er mogelijk wat hulp vanuit de salary cap. Die gaat de komende jaren vermoedelijk hard stijgen, zo onthulde NHL-insider Elliotte Friedman afgelopen weekeinde tijdens Hockey Night in Canada. De effecten van de coronaseizoenen met hun lage omzetten zijn zo goed als uit de boeken. Maar dat is eigenlijk slechts het verschuiven van de discussie over 'waar voor je geld' van een speler naar een hoger salarisniveau.Â
En dat is volgens mij het grootste probleem van de salary cap. Het zorgt ervoor dat je als fan niet langer ongestoord kunt genieten van de beste spelers bij je team. Spelers hebben niet langer alleen het logo op hun borst en hun naam op hun rug, maar ook een dollarteken boven hun hoofd.Â