Alex Andjelic als speler in actie voor Nijmegen
Alex Andjelic als speler in actie voor Nijmegen — © Jan Burg sr.

29 april 202107:10

Door Joep Meijsen

Interview: Jan Burg over Alex Andjelic

De 68-jarige Jan Burg stond op het ijs bij de eerste training die Alex Andjelic ooit in Nijmegen gaf en ontwikkelde een bijzondere band met de onlangs overleden geboren Joegoslaaf. In gesprek met IJshockey Nederland haalt hij herinneringen op aan toen, vertelt hoe Andjelic zich ontwikkelde tot een toptrainer en schijnt zijn licht op diens bijzondere karakter.

Toen de Nijmeegse ijsbaan in 1969, maanden later dan oorspronkelijk gepland omdat vanwege problemen met ammonia de leidingen al voordat er ijs kon worden gemaakt moesten worden vervangen, opende was Jan Burg van de partij. ‘Iedereen was blij dat er een ijsbaan was in Nijmegen. Die stond aan de Heyendaalseweg in Nijmegen en ik woonde daar in de buurt. Ik zag een advertentie in de krant waarin stond dat mensen die wilden ijshockeyen zich konden aanmelden. We speelden als het kon op natuurijs al een beetje. Ik kon dus alleen beetje schaatsen en ik had een ijshockeystick. Ik was er dus bij de allereerste training bij.’

In september van dat jaar ging Nijmegen competitie spelen in de derde divisie en Nijmegen zocht een trainer. ‘Ze gingen daarvoor om advies vragen in Den Bosch, die het jaar ervoor kampioen van Nederland waren geworden ten koste van Den Haag, Tilburg en Amsterdam. In Den Bosch hadden ze een legioen van buitenlanders bij elkaar gekocht en ook nog twee jonge gevluchte Tsjechen. Echt een heel goed team en daar reed ook een Joegoslaaf rond, Alex Andjelic.’

Alex Andjelic aan de puck voor Nijmegen
Alex Andjelic aan de puck voor Nijmegen — © Jan Burg sr.

Via voetballende vriend naar Nederland

Burg herinnert zich hoe Andjelic uiteindelijk in Nederland terecht is gekomen. ‘Enkele jaren eerder speelde het Nederlands team een wereldkampioenschap in Joegoslavië. Andjelic was als schaatsenslijper betrokken bij dat WK en was begeleider van het Nederlandse team. Daar leerde hij veel Nederlanders kennen. Toen zijn goede vriend David Davidovich ging voetballen bij NEC, toen kwam Andjelic op de bonnefooi mee naar Nederland en kwam in Den Bosch terecht.’

Voor het sterke Den Bosch van toen was Andjelic niet goed genoeg en dus werd hij naar Nijmegen gestuurd. ‘Ze hebben later wel toegegeven dat dat de grootste fout is die ze ooit gemaakt hebben. Alex was juist hartstikke blij dat hij ergens een kans kreeg. Hij werd trainer en ging werken in de shop van Spac Sport, waar een van de oprichters van het ijshockey in Nijmegen bij betrokken was. Niet veel later werd hij zwaar betaald beheerder van de ijsbaan, dat was ondersteuning vanuit de gemeente.’

Er moest vooral hard gewerkt en veel gecheckt worden. Fysiek ijshockey wilde hij. Dat technische kwam pas later toen hij zich ging ontwikkelen als heel goed trainer

Alex Andjelic
Alex Andjelic — © Jan Burg sr.
Alex Andjelic
Alex Andjelic — © Jan Burg sr.

Technisch ijshockey

Een befaamde uitspraak van Andjelic over zijn eerste kennismaking met Nijmegen was dat hij er twee types spelers aantrof. Oude, slechte spelers en jonge slechte spelers. ‘Ik was dus een van de jonge slechte spelers’, vertelt Burg met een glimlach op zijn gezicht. Hij laat teamfoto’s van de eerste jaren zien waarop te zien waarop te zien is dat Andjelic de oudere spelers loosde en alleen met de jonge spelers verder ging.

In die vroege periode was Andjelic nog niet de pleitbezorger van verzorgd, technisch ijshockey die hij later zou worden. ‘Hij vond dat toen nog helemaal niks. Er moest vooral hard gewerkt en veel gecheckt worden. Fysiek ijshockey wilde hij. Dat technische kwam pas later toen hij zich ging ontwikkelen als heel goed trainer. Nijmegen heeft de eerste tien, vijftien jaar bekendgestaan als de school van Alex. De beste schaatsers en de beste conditie.’

De spelers van Nijmegen kregen toen ook volop de gelegenheid om te trainen, vertelt Burg. ‘Toen ik begon was ik zestien jaar oud en we trainden wel 20 uur per week. Toen Alex de beheerder was bij de ijsbaan, liet hij ons op het ijs als het niet verhuurd was.’ En het waren harde trainingen. ‘We waren afgetraind en ik heb heel veel klappen van hem gehad. Echt slaan, niet zachtjes. En ons sloeg hij het hardst, want hij is pas later milder geworden. Hij kwam uit het leger en dat merkte je. IJzeren discipline en hij dulde geen tegenspraak. In het begin hadden veel spelers nog lange haren. Dat was toen de mode. Stelde hij ons op de blauwe lijn op en gaf per speler aan dat die naar de kapper moest. En een week later vertelde hij dat er niet genoeg af was en je nog een keer moest gaan.’

Hij is in de eerste plaats heel erg slim en zocht waar hij maar kon goede leermeesters op en was bereid keihard te werken

Alex Andjelic op de oude ijsbaan in Nijmegen
Alex Andjelic op de oude ijsbaan in Nijmegen — © Jan Burg sr.

Belangrijk misverstand

Nijmegen speelde in de derde divisie tijdens het eerste jaar van Andjelic. Burg herinnert zich dat Andjelic bijna zestig minuten per wedstrijd op het ijs stond. ‘Hij wisselde misschien een of twee keer in een periode. Dat kon ook makkelijk, omdat hij op dat niveau zo veel beter was als de rest. Als we achterstonden, pakte hij de puck en ging hij naar voren om een doelpunt te maken. Ik heb hem zelfs een keer zien scoren met een schot rechtstreeks vanuit de eigen face-off-cirkel.’

Volgens de oud-speler en juniorenbondscoach is er een belangrijk misverstand over de periode van Andjelic in Nijmegen. Namelijk dat hij vanaf het eerste jaar tot zijn vertrek in de jaren tachtig het eerste team trainde. ‘Dat was heel anders. Na het eerste jaar kwam Bob Boyle, die hij nog kende uit zijn periode in Den Bosch. Die was in Zwitserland van achteren gehookt en was blind geworden in een oog. Alex bleef wel als speler en als jeugdcoach. Hij startte de generatie van Bennie Tijnagel, die toen 4 of 5 jaar oud was en met de groep daarboven met Harry van Heumen en Fred Homburg. En ons, de oudere jeugd.’

Voor het eerste team achtte hij zich na het eerste jaar niet geschikt. Burg: ‘Daarom haalde hij Boyle en werkte samen met Bob Jastremski die later nog bij Eindhoven en de nationale ploeg aan de slag zou gaan. Met Jastremski ging hij naar ijshockeysymposia in Polen, waar hij de internationaal bekende trainer Josef Kurek ontmoette en naar Nijmegen haalde als coach. Later kwam de Joegoslavische topcoach Cyriel Klinar.’ Op die manier ontwikkelde Andjelic zich. ‘Hij is in de eerste plaats heel erg slim en zocht waar hij maar kon goede leermeesters op en was bereid keihard te werken.'

’Zijn ontwikkeling als coach leek op die van hem als speler, waar hij het ook vooral van inzet moest hebben. ’Door zelfstudie, door letterlijk en figuurlijk hard werken en door altijd leergierig te zijn, heeft hij zich ontwikkeld tot de veruit beste trainer van Nederland. Op de ijsbaan zat hij altijd op zijn kantoor trainingen voor te bereiden. Heel minutieus uitgezette trainingen, altijd wedstrijdgericht en altijd op hoog tempo. Geen ruimte om te klabakken en weinig partijtjes.’

Hij vertelde vaak dat hij toen hij met de trein Nederland binnenkwam al die huisjes zag en naar binnen keek. Daar zaten gezinnen gezamenlijk aan tafel

Alex Andjelic stond in de begintijd in Nijmegen bijna de hele wedstrijd op het ijs.
Alex Andjelic stond in de begintijd in Nijmegen bijna de hele wedstrijd op het ijs. — © Jan Burg sr.

Meedogenloos voor zichzelf

Burg kreeg dankzij zijn bijna vijftig jaar aan contact ook een goed inzicht in het karakter van de overleden topcoach, dat een cruciale rol speelde zowel in zijn ontwikkeling als in het feit dat hij altijd weer terugkwam naar Nederland en vooral Nijmegen. ‘Alex heeft als kind leren overleven. Heeft als kind liefde en warmte gemist. Altijd erg onzeker en angstig dat hij in de boot zou worden genomen. Het onderspit delven. Als compensatie zorgde hij ervoor dat hij fysiek sterk was. Hij trainde enorm hard, was meedogenloos voor zichzelf en liet zo min mogelijk aan het toeval over.’

Het was een reden waarom Andjelic zich in gezelschap neerzette als onverzettelijk. ‘Als krijger. Zijn bijnaam was Agca, de krijgsheer’, herinnert Burg zich. Tegelijkertijd had hij 1-op1 een heel ander karakter. ‘Hij vertelde vaak dat hij toen hij met de trein Nederland binnenkwam al die huisjes zag en naar binnen keek. Daar zaten gezinnen gezamenlijk aan tafel. Dat kende hij niet en dat is wat hij in Nederland vond.

Een man met twee kanten, de krijgsheer in gezelschap en 1-op-1 warm en genereus. ‘Ik sprak nooit met hem als er andere mensen bij waren. Dan liep ik gewoon weg. Rond de wedstrijden ook nooit. Maar na het seizoen kwam ik bij hem thuis. Toen zijn vrouw ernstig ziek werd, moest iemand de stervensbegeleiding en fysiotherapie doen. Daar was hij enorm dankbaar voor. Toen was onze relatie als speler-trainer al lang voorbij en hadden we een diepe vriendschap ontwikkeld. Dan kwam hij mijn fysiotherapiepraktijk binnen met een doos met schaatsen van 1000 gulden. ‘Zo dokter Burg, dit is voor jou lul’, zei hij dan. Er zat echt een gouden hart in. Ik heb zelfs letterlijk thuis een gouden hart met de letter B. erop liggen.’

In Nederland vond Andjelic de warmte en de vriendschap waar hij naar op zoek was. Burg herinnert zich ook nog de bijzondere band tussen Andjelic en Harry van Heumen senior. ‘Dat was zijn steun en toeverlaat. Die breidde het recht als Alex weer een keer problemen had met de bond of met de scheidsrechters. Alex werd een echte ijshockeynomade, maar hij kwam altijd terug naar Nederland en Nijmegen. Hij had eigenlijk in Nijmegen op het ijs moeten sterven.'