3 februari 202018:00
Door Joep Meijsen
Het nationale vrouwenteam begint vandaag aan het volgende trainingskamp in voorbereiding op het WK in Frankrijk. IJshockeynederland.nl sprak met bondscoach Joep Franke over de progressie van de ploeg en het perspectief voor straks in Frankrijk. ‘Er zit nog rek in de ploeg. Ik heb geen idee waar dit gaat eindigen.’
De vrouwenploeg is 15 wedstrijden op rij internationaal ongeslagen, twee WK’s en vijf oefenwedstrijden. Op 12 april begint het wereldkampioenschap in het Franse Angers, met naast Frankrijk ook Noorwegen, Oostenrijk, Slowakije en Zweden als tegenstanders. Het is lang geleden dat een Nederlandse ijshockeyploeg tegen tegenstanders van dit niveau speelde.
Jullie hebben enkele weken geleden een trainingskamp gehad, afgesloten met twee oefenwedstrijden in Oostenrijk. Wat hebben jullie daaruit gehaald?
‘We zijn vorig jaar begonnen met trainingskampen. Dat was toen ons eigen initiatief en de meiden hebben dat toen ook allemaal zelf betaald. Dit jaar komt het vanuit de bond en kwam er de ondersteuning door het TEAMKPN Sportfonds. Dat komt ook allemaal op een heel belangrijk moment. We werken hard aan professionalisering. De rest is er gewoon. We hebben zowel on ice als off ice goede programma’s en we moeten duidelijk meer professioneel worden. Tijdens een trainingskamp blijkt dat daar soms nog wat haken en ogen aan zitten.’
Ik heb een nieuwe tactiek ingevoerd met meer druk op de tegenstander. Dat kan nu ook
Jullie krijgen in Division IA ook te maken met een ander kaliber tegenstanders. Dan is dat ook noodzakelijk.
‘Dat vraag ik me af. Je zou inderdaad denken van wel, maar we hebben bijvoorbeeld twee oefenwedstrijden tegen Oostenrijk gespeeld. Die hebben op mij geen indruk gemaakt. We stonden tijdens de wedstrijden defensief erg goed. Ik heb een nieuwe tactiek ingevoerd met meer druk op de tegenstander. Dan kan nu ook, omdat iedereen veel fitter is dan een paar jaar geleden. Je ziet echt het resultaat van een goed off-ice programma. Ze hebben dat echt heel goed uitgevoerd in die wedstrijden. Dit programma zou nooit zo succesvol kunnen zijn, zonder de rest van de staf. Lonneke van Soest voor haar inzet bij het off-ice-programma, assistent-bondscoach Nancy van der Linden, de materiaalmensen Cees Jonkers en Michel van de Meer en teammanager Nicole Faas. Allemaal mensen die met hart en ziel klaarstaan voor het nationale vrouwenteam.’
Jullie winnen na dat kamp ook gewoon twee keer van Oostenrijk.
‘De eerste wedstrijd ging redelijk gelijk op, maar de tweede wedstrijd waren wij gewoon duidelijk de betere ploeg. We gingen aanvallend te slordig met de kansen om, anders hadden we misschien wel met 0-5 gewonnen, in plaats van 0-2. Dat is belangrijk, want tegen een ploeg als Zweden speel je een heel andere wedstrijd als je van de drie kansen die je krijgt er twee raak schiet.'
Het is heerlijk om met zo'n groep mensen te mogen werken
Nu staat er een trainingskamp in Heerenveen en Tilburg op het programma, opnieuw afgesloten met twee wedstrijden tegen Oostenrijk. Waar gaan jullie nadrukkelijker aan werken?
‘We gaan door met het uitvoeren van de tactiek zoals we die hebben neergezet, maar verder de gebruikelijke dingen. De powerplay, de penaltykill, offensive coverage, zone coverage, defensive zone coverage. Zorgen dat dat bij iedereen de neuzen dezelfde kant op staan. Maar er is eigenlijk niet veel veranderd. Ik doe dit nu zes jaar en 80 procent van de selectie van nu zat er ook al bij toen ik begon. Dus ze weten heus wel wat er van ze gevraagd wordt en wat ze moeten doen.’
Jullie zijn eigenlijk samen, als collectief, gegroeid de afgelopen jaren.
‘Ja, maar het is ook heerlijk om met zo’n groep mensen te mogen werken. Ik weet ook niet of ik zo lang bondscoach van bijvoorbeeld de U20 zou kunnen zijn, waar je iedere twee jaar een nieuwe groep spelers krijgt. Hier heeft iedereen zijn doel en wil iedereen dit doel bereiken. En waar dat stopt? Ik weet het echt niet. Er zit nog rek in. Ik zou niet versteld staan van A-poule. Ik zou zeggen nog niet dit jaar, maar als dat wel zou gebeuren zou ik daar ook niet versteld van staan. Daar ben ik heel eerlijk in.'
Het maakt echt niet meer uit welke vijf spelers samen op het ijs staan, wie met wie speelt
Steeds meer meiden spelen in het buitenland. Merk je dat in hoe ze zich op het ijs opstellen, hoe ze zich ontwikkelen?
‘Als je kijkt naar de meiden die in Zweden spelen of Bieke die in Canada op hoog niveau speelt, dan zie je dat wel. Ze zijn fiet, maar ze groeien ook in hockey sense en dat soort dingen. Ze worden steeds slimmer en steeds creatiever. Dat is ook wat ik al scoach vraag. Defensief maken we afspraken en daar houden ons allemaal aan. Maar aanvallend moet je creatief zijn. Oplossingen zien op basis van wat er op het ijs gebeurt. Dat heb ik ook altijd gestimuleerd en spelers geen restricties opgelegd. Alles mag, maar als we puckverlies hebben dan hebben we afspraken. En dat doen ze nu echt heel goed. Dat heeft echt met de fitheid te maken. Niet alleen bij de spelers in het buitenland, maar we hebben ook een goed programma voor de meiden in Nederland. Iedereen is even fit en sterk en daardoor worden de onderlinge verschillen kleiner. Daardoor kun je als coach ook meer.’
Je kunt als coach makkelijker met meer lijnen spelen ook. ‘Het maakt echt niet meer uit welke vijf spelers samen op het ijs staan, wie met wie speelt. Ook niet meer twee verdedigers en drie aanvallers, maar vijf spelers. Waarvan er sommige iets meer naar achteren en sommige iets meer naar voren spelen. Onze verdedigers vallen aan en onze aanvallers verdedigen. Dat heeft allemaal tijd nodig gehad. Ik ben zelf als coach ook gegroeid. Toen ik begon in Letland, wist ik niet wat me overkwam. Ik was eigenlijk ook nog geen coach. Wil niet zeggen dat ik dat nu wel ben, maar ik ben ook meegegroeid met de groep. Daar heb je ook de juiste mensen voor nodig. Als je een groep hebt die niets wil, met een coach vol ambities dan werkt dat niet. Maar met deze groep is het gewoon super om samen te komen, om WK’s te spelen en om succes te hebben. Maar zelfs als we minder succes zouden hebben, dan is dit nog een heel fijne groep om mee te werken. Ik had toen ik begon nooit gedacht dat ik dit zo lang zou blijven doen.’
Het U18-programma is enorm belangrijk. Het is een soort leerschool voor die meiden
Vorige week was het WK U18 in Eindhoven. Hoe belangrijk is dit programma voor het Nederlandse vrouwenijshockey?
‘Ik ben er altijd een voorstander van geweest om een U18-team op te zetten net als bij de mannen. Het is heel belangrijk, want de U18 is een soort leerschool voor die meiden. Als ze bij de nationale ploeg komen, zijn ze al gewend om internationaal te spelen. Weten ze hoe het is om een WK te spelen. Vroeger moest dat allemaal gebeuren als ze bij ons kwamen. Nu weten ze hoe de vork in de steel zit. Ook als kweekvijver is het belangrijk. Vroeger moesten we kijken welk talent er was, was je afhankelijk van tips vanuit je netwerk. Nu hebben we deze groep, maar ook zicht op de spelers die net zijn afgevallen of nog te jong zijn voor deze selectie. Het is ideaal dat we van onderen naar boven kunnen werken. Ik zie hier nu meiden waarvan ik denk, nu misschien nog niet maar misschien volgend jaar of het jaar daarop wel. Je kunt zien hoe ze presteren ten opzichte van hun clubteam, welk type speler het is, waar in de ontwikkeling nog aan gewerkt moet worden. Je ziet wie wil en wie niet. Wie is angstig? Wie durft het leiderschap op zich te nemen. Dat zijn belangrijke zaken voor de toekomst.’
Koop hier toegangsbewijzen voor de oefenwedstrijden Nederland - Oostenrijk in Tilburg >>>
Foto Joep Franke: Roel Louwers
Foto's Oostenrijk - Nederland: Mats Bekkevold
Foto TEAMKPN Sportfonds: Martin de Jong
Foto U18-vrouwen: Marco Spelten