Jack de Heer goeie

7 december 201811:00

Door [email protected]

Legends in the Spotlight: Jack de Heer

In de nieuwe rubriek Legends in the Spotlight zet IJshockey Nederland wekelijks een grote naam uit de geschiedenis van het Nederlandse ijshockey in het zonnetje. In de eerste aflevering is het de beurt aan de topscorer van het Nederlands team: Jack de Heer.

Jack de Heer speelde tussen 1972 en 1983 voor de nationale ploeg. In 119 interlands scoorde hij liefst 114 keer en had hij 96 assists voor 210 punten. Daarmee is hij nog altijd de aanvoerder van de eeuwige topscorerslijst van het Nederlands team. Geboren in Lethbridge in Alberta speelde de Nederlandse-Canadees vijf seizoenen voor Tilburg Trappers, waarna hij overstapte naar Feenstra Flyers Heerenveen. Hij speelde ook nog enkele seizoenen voor Arosa in de Zwitserse competitie. In Legends in the Spotlight vertelt hij meer over zichzelf en geeft hij ook nog wat advies aan ijshockeytalenten van nu.

Op welke manier bent u in aanraking gekomen met ijshockey en hoe oud was u toen u begon met spelen?

Ik was drie jaar toen ik begon te schaatsen op het ijs in de achtertuin, die mijn vader gemaakt had. Op mijn tiende ben ik begonnen met ijshockeyen.

Wie was uw grote voorbeeld in het ijshockey toen u jong was?

Jean Beliveau en Frank Mahovlich.

U bent geboren in Canada, maar heeft lang voor Nederland gespeeld. Hoe bent u in Nederland terechtgekomen?

Ik was 18 toen ik naar Nederland kwam, nadat mijn ouders een advertentie hadden gezien in de Hollandse krant van de Tilburg Trappers.

Wat voor type ijshockeyer was u? Wat waren uw sterke en zwakke punten?

Ik vond het heerlijk om te scoren. Ik was erg trefzeker en had een erg goede schaatstechniek. Mijn zwakke punt was dat ik nogal snel ontvlambaar was.

Als u één absoluut hoogtepunt uit uw loopbaan zou moeten noemen, wat zou dat zijn en waarom?

Dat moet dan wel het WK voor B-landen in Galati, Roemenië van 1979 zijn. Op dit WK promoveerde we naar de A-poule, kwalificeerden we onszelf voor de Olympische Spelen van 1980 en werd ik ook nog eens topscorer van het toernooi.

Wat was het dieptepunt van uw loopbaan en waarom?

Het verlies in Nijmegen in 1984. We verloren het kampioenschap en ik nam ook nog eens afscheid van de sport.

U heeft ook jaren in Zwitserland gespeeld. Hoe anders was dat vergeleken met de Nederlandse competitie?

Ik was daar een import. De competitie had meer balans tussen de verschillende teams en ijshockey is natuurlijk de nummer 1 sport daar, dus je speelde ineens voor 18000 toeschouwers. Ook het salaris lag stukken hoger dan in Nederland.

Waarom besloot u uiteindelijk om te stoppen met ijshockey op topniveau?

Er was geen goede sponsor meer in Heerenveen, waardoor mijn salaris daalde. Ik vond ook dat het tijd werd om aan mijn leven te denken buiten het ijshockey.

Was het mogelijk om het ijshockey te combineren met uw maatschappelijke loopbaan, of kwam dat pas ná uw ijshockey carrière?

Dit kwam pas na mijn carrière. In Nederland was ik een full prof.

Wat is uw huidige binding met het (Nederlandse) ijshockey?

Ik volg het nog altijd elke dag en heb leuke contacten met spelers die in Nederland wonen.

Wie beschouwt u als uw beste vriend in het ijshockey?

Dat zijn Jan Jansen en Nico van Galen Last.

Als u één advies zou mogen geven aan alle jonge ijshockeyers in Nederland, wat zou dat zijn?

Trainen, trainen, trainen.