20 december 201816:45
Door [email protected]
In de rubriek Legends in the Spotlight zet IJshockey Nederland wekelijks een grote naam uit de geschiedenis van het Nederlandse ijshockey in het zonnetje. In de derde aflevering is het de beurt aan record-international Ron Berteling.
Ron Berteling is de onbetwiste recordinternational in de geschiedenis van het Nederlandse ijshockey. De geboren Amsterdammer speelde tussen 1976 en 1999 liefst 213 interlands waarin hij 92 keer scoorde en 103 assists voor zijn rekening nam voor in totaal 195 punten. Als clubspeler was hij succesvol bij Amsterdam en Rotterdam en ook na zijn loopbaan bleef hij zeer nauw betrokken bij de ijshockeysport. In Legends in the Spotlights vertelt hij onder meer waarom hij nooit naar een buitenlandse club is vertrokken en heeft hij een belangrijke tip voor iedere jonge ijshockeyer.
Via een vriendje uit de straat, zijn oudere broer speelde ijshockey en ik was na de eerste kennismaking met het ijshockey dan ook meteen verkocht.
Als jeugdspeler was Jos Bles (Amsterdam) mijn grote voorbeeld. Jos heeft later ook nog in de Bundesliga (nu DEL) gespeeld. Samen hebben we ook in het Nederlands team gespeeld, waaronder de allereerste wedstrijd met het Nederlands team tegen Rusland. Wij kennen elkaar nu 54 jaar en Jos spreek/zie ik nog gemiddeld drie keer per week dan gaan we samen trainen.
Ik was een echte teamspeler en moest het hebben van mijn technische vaardigheden. Ik had overzicht en kon het spel bepalen. Zwakke punt(en): Ik miste een ‘over mijn lijk mentaliteit’.
Op latere leeftijd, ik was 29 jaar, hoorde ik dat er interesse was geweest vanuit het buitenland. Ik had net mijn ja-woord aan Rotterdam gegeven, daarom was het buitenland voor mij geen optie. Ik zou niet veel later ook voor de firma Foot Locker gaan werken, dus sportief en maatschappelijk gezien had ik de keuze al gemaakt.
Een absoluut hoogtepunt kan ik niet aangeven. Ik lieg echt niet als ik zeg dat mijn hele ijshockeycarrière een hoogtepunt was. Ik heb genoten van elke training, elke wedstrijd, elk trainingskamp met zowel de clubs als het Nederlands team. De ijsbaan was als het ware mijn speeltuin, ik kon daar lekker mijn ‘ding’ doen.
Na mijn ijshockeycarrière heb ik als trainer/coach iets proberen op te bouwen, maar door kortzichtigheid is het mij door de neus geboord en heb ik het helaas niet af kunnen maken.
Ik was eigenlijk al op 36-jarige leeftijd gestopt, maar op 41-jarige heb ik Alex Andjelic (coach van Amsterdam) gevraagd om mee te trainen om mijn conditie op peil te houden. Hij spoorde mij toen aan om weer te gaan spelen. Doug Mason selecteerde mij vervolgens voor het Nederlands team. Ik had toen al de keuze gemaakt om na dat WK in 1999 te stoppen. Lichamelijk zou doorgaan geen probleem hebben gegeven, maar het mentale gedeelte (gezin en werk) gaf de doorslag om definitief te stoppen.
In samenwerking met de verschillende werkgevers heb ik altijd mijn maatschappelijke loopbaan zeer goed kunnen combineren met mijn ijshockeycarrière. Mijn werkgevers gaven mij altijd voldoende de ruimte om mijn sport uit te oefenen en waar mogelijk zorgde ik voor extra publiciteit voor hun.
Ik ben jeugdtrainer van de in 2016 opgerichte ijshockeyvereniging Alcmaria Flames en nu, na afwezigheid van twee seizoenen, weer jeugdtrainer van de Amsterdam Tigers.
Dat is heel erg moeilijk! Er zijn zoveel spelers, zowel tegenstanders als medespelers, die ontzettend veel indruk op mij gemaakt hebben. Spelers waarmee het super was om samen te spelen en tegenstanders waar ik gigantisch veel respect voor had. Dat waren echt spelers waar je al in de voorbereiding van de wedstrijd mee bezig was.
Als ik één speler zou noemen dan zou ik al die andere spelers echt tekortdoen.
Jos Bles is mijn beste vriend. Wij kennen elkaar dus al erg lang en hij is een vriend zoals een vriend moet zijn. Daarnaast heb ik gelukkig nog veel vrienden (oud-ijshockeyers) waar ik nog veel contact mee heb, zoals Nico van Galen-Last, Jerry Tertaas, Tjakko de Vos, Henk Hille en (de nog spelende oudere ijshockeyer) John Versteeg. Verder spreek ik nog heel wat ijshockey vrienden tijdens het ijshockeyseizoen.
Er komt zoveel bij kijken om het daadwerkelijke doel van de jonge ijshockeyer (ouders) te halen. Zogenaamd talent zegt lang niet alles. Wat doe je ervoor en wat laat je ervoor om jouw top te halen? Zodat je later niet moet zeggen: ‘had ik maar dat gedaan dan……..’. Denk bijvoorbeeld ook aan andere sporten (zg. donorsporten) tijdens het zomerseizoen, sportdisciplines die het ijshockey zouden kunnen ondersteunen. Word geen eenzijdige sporter.