3 februari 201618:25
Door Joep Meijsen
International Mike Dalhuisen speelt sinds het begin van dit seizoen voor Esbjerg in de Deense competitie. IJshockey.com ging bij hem op bezoek en sprak met Dalhuisen over zijn tijd in Amerika, ijshockey in Denemarken, zijn ambities en het Nederlands team. Deel 1 van 2.
In de Nederlandse ijshockeywereld is Esbjerg vooral bekend vanwege een massale kloppartij tijdens de Europacup in 1992 tussen Nijmegen en de thuisclub, waarvan de beelden de wereld overgingen en die nog altijd te zien zijn via Youtube. Nijmegen is ook de geboorteplaats van Dalhuisen. ‘Ja, daar ben ik al een paar keer op aangesproken. Dan zeg ik, ik ben pas 26. Ik heb er niks mee te maken’, lacht de speler.
Hij is al sinds zijn elfde weg uit Nederland, maar spreekt de taal zonder haperingen. ‘Ik spreek nog veel Nederlands aan de telefoon. Soms ook met de twee speelsters van het Nederlandse handbalteam die hier in Esbjerg wonen en Nederland is nu een stuk dichterbij.’ Hij leert echter ook in hoog tempo Deens. ‘Met degene die naast mij zit in de kleedkamer praat ik alleen maar Deens. Als ik iets niet weet, dan legt hij het uit. Het is soms wel een vreemde taal. Als je leest, kun je het vaak wel snappen, maar dan wordt het woord heel anders uitgesproken.’
We spreken Dalhuisen op de ochtend na een wedstrijd in zijn keurige appartement op een steenworp afstand van de Noordzee. Esbjerg Energy verloor de wedstrijd met 2-5 van Rungsted. Dalhuisen staat bij de openings face-off op het ijs, draait de eerste shift tijdens de penaltykill en wordt tijdens powerplays ingezet als forward. ‘Dat doen we sinds twee wedstrijden. Ik moet voor het doel duels winnen. Dat ligt me wel. Ik had in de eerste wedstrijd direct een goal, een tip-in.’
Behalve Dalhuisen zijn er nog twee bekende gezichten bij Esbjerg. Coach Mark Pederson werkte ooit bij Tilburg Trappers, terwijl aanvaller Aaron Lee in 2014 de dubbel won met Trappers. Dalhuisen en Lee maken deel uit van een contigent van acht buitenlanders in de selectie van Pederson. Op Lee na wonen ze allemaal in hetzelfde appartementenblok als Dalhuisen.
Dalhuisen: ‘Jullie hebben wel helemaal de verkeerde wedstrijd uitgezocht. Er lukte weinig bij het team en bij mijzelf. Normaal spelen we een stuk beter, maar dit was niet best. Het is een lastige, zeer defensieve tegenstander. Meestal zijn de wedstrijden hier sneller en opener.’
Zijn team staat derde op de ranglijst en lijkt op weg naar de play-offs. Het niveau van het ijshockey is goed, maar wisselend. ‘De eerste lijn is meestal imports. Topspelers uit de ECHL. Veel jongens ook die AHL hebben gespeeld. De tweede lijn is meestal een mengeling van Deense spelers en imports, de derde lijn ervaren Deense jongens en de vierde lijn jonge Deense spelers.'
Voor Dalhuisen is het zijn eerste ervaring als import, na vier jaar bij Quinnipiac University in de NCAA en twee jaar met wedstrijden in de AHL en de ECHL. Hij kan bij Esbjerg echter zijn eigen spel spelen. ‘Van imports wordt verwacht dat ze veel punten halen. Ik heb dit seizoen redelijke punten, met zeven goals en zeven assists, maar mijn rol is anders. Het gaat vooral om de penaltykill en een goede eerste breakout pass Daar heb ik ook veel over gesproken met de coach.’
Dalhuisen koos er afgelopen zomer bewust voor om zijn periode in het Noordamerikaanse ijshockey af te sluiten. ‘Ik wilde niet meer vechten. Dat is de eerste reden. Ik kreeg echt problemen met mijn handen. Zijn een paar keer bijna gebroken geweest. De tweede reden is, in Amerika wordt je van alles belooft. Je wordt de hemel in geprezen, maar je krijgt daar geen beloning voor.’
‘Het eerste jaar dat ik tekende bij de New York Islanders, kreeg ik alleen maar complimenten en was ik vervolgens de eerste zeven wedstrijden een healthy scratch in de AHL. Dan denk ik, waarom zeg je dan niet wat ik fout doe? Het hele jaar werd ik heen en weer gestuurd tussen de AHL en de ECHL, maar kwam ik bij de AHL amper aan spelen toe. Ik dacht toen, dat dit misschien aan de club lag. Dus probeerde ik het in Dallas nog een keertje, maar daar hetzelfde verhaal. Het is een enorm verschil of je gedraft bent . Met gedrafte spelers hebben ze veel geduld, met andere spelers niet.’
Dalhuisen hield er een naar gevoel aan over. ‘Spelers die niet meespeelden moesten los schaatsen. Dat gebruikte ik om mezelf te laten zien. Werkte altijd keihard en kwam altijd als eerste aan. Daar kreeg ik dan enorm veel complimenten voor en werd als voorbeeld gesteld voor de anderen. En bij de volgende wedstrijd stonden de anderen in de opstelling en zat ik op de tribune.’
‘Ik was er gewoon ziek van dat er altijd tegen mij gelogen werd’, zegt de speler. Na zijn periode in de NCAA had hij volop mogelijkheden. ‘Verschillende teams hadden belangstelling. Ik werd overal geweldig ontvangen. Dan krijg je echt het gevoel dat je er bijna bent, maar uiteindelijk krijg je nauwelijks een kans.’
Het werd uiteindelijk Denemarken. ‘Alex Andjelic is een beetje mijn mentor. Hij heeft altijd veel invloed gehad op de beslissingen die ik genomen heb. Ik heb met hem gesproken en hij is enorm positief over Pederson en hij ziet de Deense competitie als een heel goede start om verder te kunnen groeien. Ik hoop als ik gezond blijf en goed voor mezelf blijf zorgen nog wel tien jaar te kunnen blijven spelen.’