Nancy van der Linden
Nancy van der Linden — © Marco Spelten (IJshockey.com/Actiefotografie)

7 juni 202110:00

Door Edwin Fischer

Nancy van der Linden beste op haar plek als assistent-trainster

Bijna dertig jaar geleden maakte Nancy van der Linden (48) actief kennis met de ijshockeysport. Haar verdiensten als speelster en assistent-trainster van het nationaal vrouwenteam leverden haar vorige week het predicaat ‘lid van verdienste’ van IJshockey Nederland op. Hoog tijd dus voor een portret.

Discoschaatsen. Het was een hype eind jaren tachtig, begin jaren negentig van de vorige eeuw. Net als discozwemmen, discobowling of gewoon disco in het buurthuis of op de camping.

Maar discoschaatsen dus, ook op de ijsbaan van IJssportcentrum Eindhoven. Tiener Nancy van der Linden bond daar de disco ijzers onder, leerde er wat leeftijdsgenootjes kennen en werd door een van hen overgehaald eens bij ijshockeyclub Kemphanen te komen meetrainen.

Direct verkocht

Die eerste keer was meteen het vaccin waarmee de Veldhovense het virus ijshockey in het bloed kreeg. ‘Ik was direct verkocht en bleek al snel toch enig talent te hebben. Ik kon goed schaatsen, zo bleek’, zegt Nancy van der Linden aan de eettafel van haar appartement.

Ze verhaalt over die eerste periode, vanaf haar negentiende. ‘Het was ongeveer na drie maanden dat Kemphanen-trainer Rinus Dobber zei dat ik ook wel bij het nationaal team kon komen trainen. Hij was bij dat team materiaalman. Hij gooide daar een balletje op en zo kwam ik al heel snel bij Oranje.’

Meisje meisje

Het was het begin van twintig jaar spelen als international. Waarin Van der Linden degradaties en kampioenschappen meemaakte. Dat ze in een ‘mannensport’ als ijshockey terecht kwam, is niet verbazingwekkend. Typische meidensporten (‘Ik was geen meisje meisje’) waren al nooit aan haar besteed. Want fietscross - destijds ook een meest door jongens beoefende sport - was eigenlijk haar jeugd(sport)liefde.

‘Vanaf mijn vijfde heb ik aan fietscross gedaan’’, vertelt de jongste uit een gezin van zes (twee broers en drie zussen). ,,Het BMX’en, zoals het nu heet, heb ik op best hoog niveau gedaan. Mijn laatste wedstrijd was een Europees kampioenschap in Frankrijk, waar ik zevende werd. Dat was wel mijn beste prestatie in die sport.’ Niet dat ze flauw was van die sport, maar het financiële plaatje zorgde er voor dat ze die sport vaarwel zei.

‘Hoe beter je wordt, hoe duurder ook. Je rijdt steeds meer in het buitenland en die trips kosten geld. Veel geld en dat had ik niet en mijn ouders konden het ook niet opbrengen. Maar ik vond het ook wel genoeg zo. Het ijshockey ontdekte ik na een bewuste keuze te stoppen met fietscross.’

Schuld

Ze weet nog wat voor haar, overstappen van fietscross naar ijshockey, het moeilijkste was. ‘Van een individuele sport naar een teamsport gaan. Dat was echt lastig. Ik was gewend dat ik niemand anders dan mezelf de schuld kon geven van een zwakke prestatie. Het samen doen, samen iets presteren, dat was heel erg wennen.’

Na drie jaar ijshockeyen bij Kemphanen in Eindhoven werd Nancy van der Linden gevraagd door de Duitse Bundesligaclub Grefrath. Die uitdaging kon ze, ondanks een veertigurige werkweek, niet afslaan. Haar Duitse avontuur duurde maar liefst dertien seizoenen, om daarna nog weer drie jaar bij Kemphanen te spelen.
Al die jaren speelde ze dus ook in Oranje. In 2012 beleefde ze als speelster haar laatste WK en stapte, op voorspraak van bondscoach Willem van der Kraak, als assistent-trainster over naar de staf van Oranje.

Nooit de ambitie voor hoofdcoach gehad

— Nancy van der Linden

Van der Kraak werd in 2016 als bondscoach vervangen door huidig bondscoach Joep Franke, maar Van der Linden bleef op haar post. ‘Er is me best vaak de vraag gesteld of ik geen hoofdcoach wil worden, maar ik heb nooit die ambitie gehad. Ik ben denk ik als assistent het best op mijn plek en kan in die positie het team het meest mee van dienst zijn. Daarbij, dit is een hobby. Dus doe ik datgene waar ik het meest gelukkig van word’, aldus de tijdens de algemene ledenvergadering tot ‘lid van verdienste’ gelauwerde Van der Linden.

‘Onverwacht en een hele eer. Zoals ik het nog elke keer weer een eer vind bij TeamNL ijshockeyvrouwen betrokken te zijn. Ook als speelster was de eer voor Oranje te spelen een geweldige motivator. Dat zie ik ook bij de huidige internationals’.

Van der Linden heeft derhalve een behoorlijke bijdrage geleverd aan de fraaie resultaten van het vrouwenteam en de daar bij horende opmars op de mondiale ijshockeyladder. Met volgend jaar (van 24 tot en met 30 april) van WK divisie 1A in het Franse Angers als voorlopig hoogtepunt. ‘Daar willen en kunnen we verrassen. We willen in elk geval ons visitekaartje afgeven.’

Oranje potlood

Voordat het zover is staat eerst nog olympische kwalificatie op het programma. Na ruim anderhalf jaar niet spelen vanwege Corona, wordt begin oktober in Polen een pré-OKT gespeeld. Nancy van der Linden: ‘Dat toernooi moeten we winnen, dat zijn we eigenlijk aan onze stand verplicht. Daarna volgt een maand later een laatste OKT. Maar nogmaals, daar ligt niet onze prioriteit. Angers, april 2022. Dat staat met Oranjepotlood in de agenda.’