6 december 201707:31
Door [email protected]
Alexander Makarin vertrok drie jaar geleden vanuit Amsterdam naar de Verenigde Staten. IJshockey Nederland sprak met de 17-jarige aanvaller over zijn ervaringen in het buitenland.
In de VS is ijshockey heel sterk aanwezig. Er zijn eindloze mogelijkheden voor je ontwikkeling. Omdat je voor Tier 1 (het hoogste niveau in de leeftijdscategorie U16) altijd een try-out moet doen, zit je uiteindelijk in een team waar de verschillen tussen spelers erg klein zijn. Het is prettig om met zo’n team te trainen en te spelen.
Toen ik 13 was, mocht ik meedoen met een Elite Camp van Penn State University. Na afloop was ik door de coach uitgenodigd om mee te doen aan de zomertrainingen. Hij stelde voor om try-outs te doen bij de Wilkes-Barre Scranton Knights. Daar heb ik een contract gekregen en verhuisde ik als 14-jarige naar de VS. Alles ging vrij snel en ik heb eigenlijk geen opties bij andere landen bekeken. Afgelopen winter ben ik benaderd door de coach van de 95 Giants uit Boston. Daar speel ik sinds dit seizoen.
Ja, wij moeten bijvoorbeeld in een pak met stropdas en nette schoenen naar de wedstrijd. Ook komen de meeste spelers van ver en wonen daarom in gastgezinnen, daardoor gaan we binnen het team veel meer met elkaar om. Dat bevordert het teamgevoel en is uiteindelijk in het spel te zien. Het spel is ook anders, veel sneller en fysieker. IJshockey is hier een grote sport en dat is overal te zien. IJsbanen met meerdere rinks, gym, shooting range en ijshockeyshops met een klein ijsbaantje zodat je schaatsen kan uitproberen.
We hebben veel trainingen. Net zoveel op het ijs als buiten het ijs. Trainingen zijn op hoog tempo en als je een wedstrijd wilt spelen, dan moet je je elke training opnieuw bewijzen. Iedereen is gedreven om zijn best te doen en neemt zijn sport serieus. Dat traint met een lekker gevoel. Je coach is ook je trainer, zo wordt constant aan de ontwikkeling van het team en spel gewerkt. Je staat op het ijs met je eigen team en coach. Het komt nooit voor dat twee teams het ijs moeten delen. Buiten teamtrainingen hebben wij ook individuele ijstrainingen waar je aan je skills kan werken.
De meeste spelers van mij team hebben al een rijbewijs. Daarom gaan we dus meestal met de auto. Als het te ver is, dan wordt er besloten om met de bus of het vliegtuig te reizen. We praten, bespreken wedstrijden, maken grapjes en luisteren naar muziek.
Ik hoop dat ik in de Verenigde Staten mag blijven spelen. Misschien als mijn ijshockeycarrière voorbij is, dan kan ik nog even lekker met het Amsterdamse team Cool Mokum knallen. Maar dat pas als ik 50 jaar ben.
Voor mijn ouders misschien wel, maar bij mij geen seconde.
Waarom niet? Je kan altijd weer naar huis gaan als je het niet bevalt!