8 november 201709:36
Door Remco
Julie Zwarthoed speelt dit seizoen voor het derde jaar bij SDE in Stockholm. IJshockey Nederland sprak met de 23-jarige international over haar ervaringen in Zweden.
Julie Zwarthoed haalde in 2012 het landelijke nieuws door goud te winnen op de Olympische Jeugd Winterspelen in Innsbruck bij de Skills challenge. Zapp Sport had destijds onderstaande beelden van haar prestatie in Innsbruck. Ter ere van deze prestatie werd het shirt van Zwarthoed in 2013 ook opgenomen in de Hockey Hall of Fame in Toronto.
Zwarthoed is een kind van Eaters Geleen. Ze begon al op 3-jarige leeftijd met ijshockey en speelde tot het vertrek naar Zweden alleen voor de club uit Geleen. Zwarthoed maakte haar debuut voor Oranje op een WK in 2011. Sindsdien is de forward niet weer weg te denken uit het nationale team. Tijdens het afgelopen WK in Zuid-Korea was Zwarthoed goed voor drie goals en vijf assists.
Het land Zweden trok me aan omdat er al een paar andere dames actief waren. Cloë Keijzer en Zoë Barbier (SDE) en Savine Wielinga (Linköping HC) waren heel erg te spreken over het land zelf en de competitie waar ze in speelden. Op dit moment is de SDHL de hoogste vrouwencompetitie in Europa.
Het lijkt vrij veel op Nederland, de mensen zijn heel vriendelijk en behulpzaam. Het is een groot land met weinig inwoners vergeleken met Nederland, er is veel natuur wat erg mooi is.
Het grootste verschil met Nederland vind ik hier toch wel de mentaliteit waarmee van jong tot oud wordt getraind en gespeeld. Hier doen ze wat de trainer zegt. De intensiteit van de trainingen ligt heel erg hoog, je traint zoals je speelt en dat weten ze hier allemaal. Aangezien ijshockey hier populairder is, kan je er hier uiteindelijk je werk van maken.
Daarnaast bemoeien in Nederland ouders zich vaker met een besluit van de trainer en dat is hier niet het geval.
We gaan vrijwel naar wedstrijden met de bus, uitgezonderd van Luleå, dan vliegen we heen op zaterdag en spelen we de dag erna een wedstrijd tegen Modo en dan hebben we de bus terug. Dit jaar speelt AIK, een ander team uit Stockholm, datzelfde weekend die wedstrijden. Zij nemen de bus heen en vliegen terug, wij vliegen heen en nemen de bus terug zodat we de kosten kunnen delen.
In de bus hebben we WiFi dus spendeer ik veel tijd aan Netflix en ijshockeywedstrijden kijken op de iPad. Meestal bel ik via FaceTime naar mijn ouders, zus en neefje. Bij een lange busreis zit er ook altijd een slaapsessie bij. Naar buiten kijken vond ik in het begin heel interessant door de natuur maar na een tijdje werden de bomen en het groen allemaal eentonig.
Op dit moment vind ik deze competitie heel erg interessant om in te spelen, vrouwen van internationale A-teams spelen hier. Ik vind het super mooi om te spelen tegen vrouwen die binnenkort meedoen aan de Olympische Spelen. Dus voor nu niet, maar zeg nooit nooit!
Voor mij waren er zeker twijfels. Geleen is en blijft de club waar mijn hart ligt. Ik vind het een super club en had het er erg naar mijn zin. Maar om mezelf te ontwikkelen en beter te worden op persoonlijk en sportief gebied heb ik de keuze moeten maken om Nederland te verlaten voor een nieuw avontuur waar ik totaal geen spijt van heb. Zelf ben ik een familiemens, maar mijn familie stond achter mijn keuze en ze zijn er altijd voor mij, wat me zeker het eerste seizoen geholpen heeft.
Dat wanneer je de ambitie hebt om een andere ijshockey cultuur te zien en jezelf wilt ontwikkelen moet je zeker de kans grijpen. Als je angst hebt dat je je familie gaat missen, kijk dan eerst naar de mogelijkheden dichterbij huis in plaats van meteen aan Canada of Amerika te denken. In Europa zijn genoeg landen met hoog niveau ijshockey en je bent dan dichterbij bij huis dan je denkt.
De gedachte die ik had toen ik naar Zweden vertrok was: Dit is mijn droom! Ik wilde zien hoe het ging in plaats van er later misschien achter te komen: wat als ik nou ergens anders gespeeld had, dan zou ik zeker spijt hebben dat ik nooit de keuze had gemaakt om in een ander land te spelen.