2 oktober 200800:00
Door Joep Meijsen
Het nieuwe ijshockeyseizoen barst vrijdag los. Het antwoord op de vraag wie Tilburg Trappers opvolgt als winnaar van de beker en het landskampioenschap volgt over zes maanden. Met twee nieuwe teams in de eredivisie en een recordaantal imports op het ijs belooft het een interessant seizoen te worden. IJshockey.com blikt in twee delen vooruit naar de nieuwe jaargang.
Negen teams in de eredivisie. Een aantal dat sinds halverwege de jaren negentig niet meer gehaald is. Het tekent een bescheiden wedergeboorte van het Nederlandse ijshockey, dat enkele jaren geleden nog maar vier teams op het hoogste niveau had. Het is vooralsnog wel een kwetsbare wedergeboorte, want de problemen van Heerenveen in de aanloop naar het seizoen lieten zien dat de eredivisie een fragiele eenheid blijft.
Twee teams maken een comeback in de eredivisie. Zowel Eindhoven als Utrecht keren voor het eerst in meer dan tien jaar terug op het hoogste niveau. Utrecht doet dat als kampioen van de Eerste Divisie, Eindhoven meldt zich als een duiveltje uit een doosje met een compleet nieuwe organisatie. Nieuwkomer Groningen liet vorig jaar zien dat het verschil tussen de eerste divisie en de eredivisie enorm groot is, maar zowel in Utrecht als in Eindhoven staan ervaren ijshockeymensen aan het roer die weten hoe het ijshockey in de eredivisie gespeeld wordt.
Hoofdcoaches
Opvallend is dat er dit seizoen maar twee in Noord-Amerika geboren hoofdcoaches actief zijn in de eredivisie. Echter zowel Brian de Bruyn van Den Haag als Larry Suarez van Tilburg wonen en/of werken al lange tijd in Europa. Het aantal Nederlandse coaches is echter explosief gegroeid. Ron Berteling zit nog altijd stevig in het zadel bij Amsterdam, maar was jarenlang vaak een eenling in de Nederlandse competitie.
Dit seizoen krijgt hij gezelschap van drie andere oud-internationals. Chris Eimers neemt het stokje over bij Heerenveen, Leo van den Thillart gaat de uitdaging aan bij Eindhoven en Frank Versteeg promoveert met Utrecht. Opvallend is ook de groeiende invloed van Duitse coaches. Uli Egen tekende voor meerdere jaren bij in Geleen en kan daar gaan bouwen. Nijmegen trok de kleurrijke Frank Gentges aan, terwijl Sergei Yashin van Groningen vele jaren in Duitsland speelde en werkte.
Aantal imports
De toename van het aantal clubs betekent haast automatisch ook een toename van het aantal buitenlandse spelers in de competitie. Dit seizoen spelen er zo'n 75 imports in de eredivisie en dan zijn de verschillende Nederlandse-Canadezen nog niet meegeteld. In ieder geval dus meer dan acht niet voor Nederland gekwalificeerde spelers per club. Nipt minder echter dan het maximum van negen, voordat geld gestort moet worden in een nieuw fonds. De clubs hebben echter de neiging tot de transfer deadline bezig te blijven, zodat het aantal buitenlanders nog wel iets zal gaan groeien.
Dit is een logische ontwikkeling gezien het beperkte aantal goede talenten dat per jaar kan doorstromen naar de eredivisie. Daarvan kiezen er bovendien een aantal voor om in het buitenland extra ervaring op te doen, waardoor de spoeling nog iets dunner wordt. De toename van het aantal clubs betekent echter ook dat veel meer Nederlandse spelers de kans krijgen op het hoogste niveau.
De meeste buitenlanders komen nog altijd uit Canada en de Verenigde Staten, hoewel het contigent Duitsers in de Nederlandse competitie ook jaarlijks lijkt te groeien. Utrecht Dragons kiest als enige een radicaal andere weg. De ploeg ging dankzij het samenwerkingsverband met Dukla Trencin vooral in Slowakije op zoek naar versterking.
Goalies
Doelman is de belangrijkste positie in een ijshockeyteam, dus het verbaast niet dat vrijwel alle clubs een import als eerste doelman hebben. Zoals het er nu naar uitziet, heeft alleen Nijmegen Devils een voor het Nederlands team gekwalificeerde goalie als eerste man. Pogingen om via regelgeving clubs te dwingen Nederlandse goalies in ieder geval een aantal wedstrijden per seizoen te laten spelen zijn gestrand.
Daardoor staan er dit jaar meer Duitse wachtposten voor het doel dan Nederlandse. Benjamin Finkenrath verdiende met zijn goede spel bij Nijmegen een transfer naar Geleen. Amsterdam trok de met DEL-ervaring uitgeruste Jan Muenster aan, terwijl Utrecht onderweg naar Slowakije Mario D'Antuono oppikte die veel ervaring heeft in de regionalliga en met zijn bijna 120 kilo de nieuwsgierigheid prikkelt.
Trappers en hun uitdagers
Duidelijk lijkt dat regerend kampioen Tilburg Trappers opnieuw een gooi doet naar de prijzen. De club is dat ook verplicht aan de trouwe en grote supportersschare. Den Haag lijkt de voornaamste uitdager. De club beschikt over een voor Nederlandse begrippen fors budget en heeft de kans gekregen zich dit jaar goed voor te bereiden. Flyers plaatste zich de afgelopen vijf jaar onafgebroken voor het landskampioenschap, maar lijkt voorlopig een stapje terug te moeten doen.
Eaters Geleen is moeilijk in te schatten, maar zal zonder twijfel mikken op een plek in de play-offs. Dat geldt ook voor het compleet vernieuwde Nijmegen Devils, dat een historisch lange voorbereiding achter de rug heeft. Amstel Tijgers maakte in de voorbereiding nog geen heel sterke indruk, maar dat zegt nog helemaal niets. Groningen zal een stapje omhoog willen en de twee nieuwkomers zullen een visitekaartje willen afgeven. Morgen volgt een korte bespreking per team en de voorspelling van IJshockey.com, die er bijna jaarlijks compleet naast zit.