8 september 202217:32
Door Danny Micola von FĂĽrstenrecht
DORDRECHT – Door de extreme stijging van de energieprijzen dreigt nog dit jaar sluiting van 6 tot 8 van de 22 kunstijsbanen in ons land. Ook zullen ongeveer 200 van de 637 openbare zwembaden in de loop van 2022 niet meer te exploiteren zijn. De betrokken zwembad-ondernemers zullen hun opdracht terug moeten geven aan de gemeente waarvoor zij werken. Het gaat in alle gevallen om accommodaties die een vast energiecontract hebben dat eind dit jaar afloopt. Dat blijkt uit een inventarisatie van de betrokken werkgeversorganisaties en sportbonden. Versnelde verduurzaming biedt een oplossing, waarbij een noodfonds noodzakelijk is ter overbrugging.
De stijgende energielasten vormen voor alle sportaccommodaties een groot probleem, maar voor
zwembaden en kunstijsbanen is de kostenstijging bepalend voor de overlevingskans. De
energielasten vormen normaal gesproken voor ijsbanen 15 tot 20 procent van de exploitatie, maar
dit kan na het aflopen van een vast energiecontract stijgen tot 50 procent. Van de 637 openbare
zwembaden in ons land zullen er 200 voor het einde van dit jaar voor onoverkomelijke financiële
problemen komen door het aflopen van hun vaste energiecontract. Dat blijkt uit de gegevens van de
Werkgeversvereniging in Zwembaden en Zwemscholen (WiZZ). Mogelijk zal ook een aantal van de
door gemeenten zelf geëxploiteerde zwembaden niet overeind kunnen blijven. Teun van Etten,
voorzitter WiZZ: “Ik weet dat er op dit moment al baden in overleg zijn met gemeenten over sluiting.
Dit is een rampzalig scenario voor miljoenen Nederlanders die in hun eigen buurt zwemlessen
volgen, revalideren of sportief zwemmen.”
In 2023 zullen de overige kunstijsbanen en zwembaden opnieuw een energiecontract moeten
afsluiten. Bij de huidige prijsstijgingen krijgen ook zij dan te maken met kosten die zo extreem zijn dat
ze onmogelijk door een duurder kaartje of nog meer subsidie gedekt kunnen worden. Gezamenlijk
krijgen de Nederlandse ijsbanen en openbare zwembaden over 2022 en 2023 door de energieprijzen
te maken met een lastenstijging van 378 miljoen euro. De schaatsbond KNSB en zwembond KNZB
vrezen verregaande verarming van het Hollandse sportlandschap wanneer er geen maatregelen
worden genomen: “Schaatsverenigingen zijn ’s winters volledig afhankelijk van de kunstijsbanen. Als
die sluiten, kunnen hun 40.000 leden en de ruim 200.000 andere wekelijkse schaatsers buiten
verenigingsverband nergens anders heen,” aldus Herman de Haan, directeur-bestuurder van de
KNSB. De KNZB vreest voor de toegankelijkheid van het zwemmen voor alle Nederlanders. Directeur
Aschwin Lankwarden van de KNZB: “Zwemmen is uiteraard heel gezond, maar het is ook van groot
belang voor de veiligheid in ons waterrijke land dat mensen blĂjven zwemmen. We zeggen niet voor
niets: zwemmen is voor iedereen. Het zwembad in de eigen omgeving is daarom onmisbaar.”
Een structurele oplossing voor het probleem is het verduurzamen van de energiehuishouding van de
accommodaties. Het kabinet heeft ruim 3,5 miljard euro uitgetrokken voor de verduurzaming van
maatschappelijk vastgoed. Dennis van Rijswijk, voorzitter VKN (Vereniging Kunstijsbanen Nederland):
“Door de extreme prijzen voor gas en elektriciteit zijn de investeringen in verduurzaming binnen één
tot vijf jaar terug te verdienen. Maar dan moet er wel voorzien worden in de overbrugging om
accommodaties gedurende die tijd in de lucht te houden.”
De energieprijzen zijn op dit moment bepalend voor het voortbestaan van zwembaden en ijsbanen,
maar bedreigen ook andere sportaccommodaties en -organisaties. Lodewijk Klootwijk, directeur POS
(Platform Ondernemende Sportaanbieders): “Miljoenen Nederlanders sporten bij fitness-scholen en
andere sport-aanbieders; daar is het probleem natuurlijk minstens zo acuut. Deze ondernemers
hebben vaak hun privévermogen al aan moeten spreken en zij kunnen in principe nog niet rekenen
op steun vanuit de overheid. “
Marc van den Tweel, algemeen directeur NOC*NSF: “Het risico op serieuze en blijvende verarming
van sport in de volle breedte is groot. Als accommodaties noodgedwongen moeten sluiten, zelfs al is
dat maar tijdelijk, kunnen verenigingen hun leden niets meer bieden. De coronacrisis heeft geleid tot
ernstige vermindering van sportdeelname en daarmee beweegarmoede, met alle gevolgen van dien.
We kunnen ons niet permitteren dit te laten gebeuren. Verduurzaming is de oplossing op de lange
termijn; de sport moet minder afhankelijk worden van energiepolitiek. Maar geef clubs en
accommodaties de tijd én de middelen om hun voortbestaan veilig te stellen.”