Stoppen Destil vooral statement

In Brabants Dagblad vertelt de directeur van Destil dat de drie jongens die zijn woning overvielen, weliswaar niet bij de club zaten, maar dat de connectie met de club er wel is. ‘Ik loop al weet ik hoe lang bij Trappers rond. En mijn zoon speelt er heel z'n leven ijshockey. Het was een deel van ons leven. Ik had het gevoel one of the guys te zijn. En met Destil hebben we ook hartstikke veel gedaan voor de club. Zeker sinds het faillissement drie jaar geleden. Dan verwacht je dit toch niet? Ik dacht dat binnen Trappers wel een soort onuitgesproken idee leefde als 'van Gertjan blijf je af'.’

Het stoort Van Eck vooral dat een aantal jeugdleden wist wie de daders van de overval waren, maar daarover niets vertelden. ‘Dat vind ik zo verderfelijk. In wat voor maatschappij leven we nou? Het moet duidelijk zijn dat dit niet te tolereren is. Daarom maak ik dit statement. Ik hoop dat dat mensen tot nadenken stemt. We moeten niet met ons laten sollen. Ik kan dit in elk geval niet over m'n kant laten gaan’, aldus Van Eck in de krant.

Het idee om ook direct bij het eerste team te stoppen liet hij varen, het is het 75-jarige bestaan van de club. Maar zelf gaat hij voorlopig niet meer kijken. ‘Dan kom ik jongens tegen die er op een of andere manier bij betrokken waren. Nee, dat kan ik niet. En wat moet mijn zoon nu? Moet die in Eindhoven gaan ijshockeyen nu? Ook thuis is het gevoel van veiligheid een heel stuk weg. Ze beseffen met z'n allen niet wat ze hebben aangericht, echt niet.’