19 november 201311:02
Door Joep Meijsen
Ook deze dinsdag maar weer een round-up. In deze editie onder meer een pleidooi voor een salarycap in Nederland, Paul de Brabander legt uit hoe hij veranderd is als scheidsrechter, de nostalgie van Ron Berteling in zijn ‘hok’ en de visie van Herentals op de deelname aan de Eredivisie. ‘Elke voorzittersvergadering zitten die mannen er met veel poeha, maar er wordt niet doorgepakt. We zijn de enige club die financieel en administratief alle zaakjes op orde heeft.’
Herentals doet voor het vierde jaar op rij mee in Nederland. De gedachte dat de club door uit België te vertrekken de onprofessionele organisaties achter zich liet, is echter volgens voorzitter Frank van Reeth niet uitgekomen. ‘We zijn wat dat betreft ontnuchterd. Met de overstap naar Nederland dachten we weg te lopen van onprofessionele organisaties. Dat is niet gelukt. Elke voorzittersvergadering zitten die mannen er met veel poeha, maar er wordt niet doorgepakt. We zijn de enige club die financieel en administratief alle zaakjes op orde heeft. En al die Nederlandse ploegen hebben mooie ijshallen, maar als er niemand zit is dat behoorlijk bescheten. Alleen Geleen en Tilburg spelen voor publiek. In Eindhoven waren er vijftig supporters van ons mee, dat waren meteen de enige aanwezigen’, zegt hij in Brabants Dagblad.
De club mikt sinds de overstap naar Nederland ook op een ander type import, legt jeugdcoördinator Bert Maes in dezelfde krant uit. ‘Elke buitenlander laat een eigen jongen op de bank zitten. Dus die gasten moeten echt iets toevoegen. Toen we besloten om in Nederland te gaan spelen, hebben we ook een duidelijk profiel gemaakt voor een import. Hij moet niet alleen kunnen ijshockeyen, maar ook een redelijk opleidingsniveau hebben. Eerder haalden we jongens op basis van statistieken, maar die vielen vaak buiten de groep omdat ze te veel zopen of totaal hun eigen plan trokken. Nu zetten we in op spelers uit college- of universityteams in Amerika en Canada. Met die gasten kan je een gesprek voeren. En we hebben er met Evan Mosey en Patrik Prokop zelfs twee die niet drinken. Dat mag je in België een zeldzaamheid noemen.’
De onvrede over de Nederlandse competitie beperkt zich niet tot Herentals. Ook vanuit Eindhoven blijven de kritische geluiden komen. In Eindhovens Dagblad lucht bestuurslid Nico van Galen Last zijn hart. ‘Een paar clubs maken de dienst uit. Wij, Geleen, Dordrecht en Herentals kunnen nauwelijks overleven. Hier is ijshockey piepklein, maar zoals het nu gaat, kom je nooit tot een sterke en leuke competitie. Uitslagen als 2-12 en 10-1 zijn fnuikend voor de beleving.’
Hij zou het liefst een salarycap zien, waardoor alle clubs met hetzelfde budget gaan werken. ‘Als het een verdere beperking van imports betekent, so be it. Wettelijk valt er van alles tegen in te brengen, maar we zijn vrij om onderling afspraken te maken. Het niveau zal aanvankelijk afnemen, maar dat geeft niet. Uiteindelijk willen de mensen spannende, spectaculaire wedstrijden zien. Zelfs in ijshockeystad Tilburg komen steeds minder fans naar Trappers. Dat gebeurt niet alleen door de economische crisis.’
Brabants Dagblad laat in een artikel over scheidsrechters Paul de Brabander aan het woord, die sinds 1996 in de eredivisie fluit. ‘Als je je door de fans laat beïnvloeden, gaan ze als een last op je schouders mee schaatsen. Je moet een beslissing, goed, fout of niet gezien, kunnen parkeren en altijd zelfverzekerdheid blijven uitstralen. Dat is soms gespeeld. Je moet toch laten zien dat je het bij het juiste eind hebt. Doe je dat niet, dan kun je in de problemen komen.’
Hij zegt de afgelopen jaren wel rustiger en zelfbewuster geworden te zijn, hij heeft minder last van bewijsdrang. Toch zijn er momenten dat hij zich bedreigd voelt. ‘Niet alleen op de ijsbaan, maar ook via sociale media bijvoorbeeld. En als ik als een wedstrijd wil bezoeken, kan dat nooit anoniem. Als je een keer een slechte wedstrijd hebt gefloten en je in diezelfde week weer bij een van die teams staat, is dat niet altijd leuk. Vaak ook wel hoor, dat wil ik benadrukken. Het blijft een mooi vlak.’
Het Parool keerde deze week terug naar de Jaap Edenbaan, naar het bekende hok van Ron Berteling. ‘Koffie? De Canadezen vonden altijd dat ik van die lekkere sterke koffie zette’, zegt hij. De legende haalt herinneringen op aan de glorietijden van het Nederlandse en Amsterdamse ijshockey en vertelt over stoppen met spelen. ‘Weet je wat je het meest mist als je stopt? De kleedkamer. De verschillende karakters, de gesprekken, het vertrouwen. Dat heb je alleen bij een teamsport.’
Dat gevoel heeft hij geprobeerd te behouden in zijn hok. ‘En ik was er altijd als eerste, zette koffie, iedereen kon binnenlopen. Wat hier niet allemaal besproken is...’ Het doet hem dan ook pijn dat er geen topijshockey meer is in Amsterdam. ‘Ik mis ze, de gesprekken, hier, zoals nu.’
Komend weekeinde begint de knock-out-fase in de bekercompetitie. Zeker is in ieder geval al dat er één Eindhovens team doordringt tot de volgende ronde. Het talententeam van de Nederlandse IJshockey Academie (de voormalige Hightechs) neemt het op tegen het tweede team van Eindhoven Kemphanen. In de andere ontmoeting is het eredivisionist Dordrecht Lions dat Groningen Bears treft. Beide duels worden op zaterdag en zondag afgewerkt in een best-of-two. De overige eredivsieclubs komen pas in de volgende ronde in actie.
Vanwege het optreden van Dordrecht in de eerste fase van de knockout in de bekercompetitie is de inhaalwedstrijd tegen Heerenveen die voor komende zaterdag op het programma stond verschoven. De wedstrijd tussen Heerenveen Flyers en Dordrecht Lions staat nu op het programma voor zondagmiddag 26 januari om 16.00 uur.
Nils Vroemans van Herentals blijft de Strafbankkoning van de Eredivisie. De Belgische international zit na veertien wedstrijden op 58 strafminuten. Daarmee loopt hij twaalf minuten voor op Vladislavs Dobrenkijs van Eindhoven. Die staat vanwege blessureleed echter pas op acht wedstrijden dit jaar. Jeroen van Olphen van Heerenveen heeft 45 strafminuten, net zoveel als Glenn Bakx van Eaters. Zij speelden respectievelijk elf en dertien wedstrijden.