8 april 200800:00
Door Joep Meijsen
Beide goals vielen in de openingsperiode, waarbij Markus Unterweger en Manuel Ganahl de Oostenrijkse treffers voor hun rekening namen. Martijn Oosterwijk maakte twintig saves voor Nederland op 22 schoten. Oranje produceerde zelf vijftien schoten op doel, maar wist de Oostenrijkse doelman Wieser niet te passeren.
Daarmee blijft de totale doelpuntenproductie van Nederland steken op de vier treffers die afgelopen weekeinde werden gescoord tegen Japan. Daarmee komt een einde aan een teleurstellend toernooi voor de U18, waarbij een relatief solide voorbereiding zich niet heeft terugbetaald in de gehoopte handhaving op het Division I-niveau.
Ruimte voor beschouwing komt ongetwijfeld later, maar duidelijk is dat Nederland veel moeite had met scoren. De scoring efficiency van Nederland komt na vijf wedstrijden uit op 5,63, met afstand het laagste van de teams in het toernooi. Aangezien Nederland ook nog eens met afstand de minste schoten afleverde, zou handhaving altijd een probleem zijn geweest. Alleen tegen Japan leek Oranje een kansje te hebben, maar de comeback schoot tekort.
Martijn Oosterwijk keepte all vijf de wedstrijden bij Nederland en kan een save percentage van iets boven de .800 in zijn bagage mee naar huis nemen. Voor Nederland rest weinig anders dan opnieuw te gaan bouwen. Van de selectie die de afgelopen week in Riga actief was, zijn ongeveer negen spelers ook volgend jaar nog speelgerechtigd voor de U18.
Dat biedt een basis om komend jaar een nieuwe aanval te doen op promotie, want voor de ontwikkeling van het Nederlandse ijshockey is het van cruciaal belang dat spelers het mogen opnemen tegen zo sterk mogelijke tegenstanders. De vraag of dat met de structuur van het jeugdijshockey in Nederland structureel haalbaar is, is er eentje voor later datum. Voorlopig zal bij betrokkenen de teleurstelling overheersen.