Nijb vullers beker 0708

23 september 200900:00

Door Joep Meijsen

Vijf vragen aan Joop Vullers

Het aftellen naar de eerste wedstrijd in de bekercompetitie is begonnen. In de aanloop naar het nieuwe seizoen sprak IJshockey.com met bondsvoorzitter Joop Vullers en stelde hem vijf brandende vragen. Onder meer over zijn voorzitterschap tot nu toe, de uitzendingen van SBS en het komende wereldkampioenschap in Tilburg.

1. Wat trof Joop Vullers aan toen hij twintig maanden geleden aantrad als voorzitter van de Nederlandse IJshockeybond?

‘Ik was natuurlijk al enige tijd weer betrokken bij het Nederlandse ijshockey en het was nooit de bedoeling dat ik voorzitter zou worden. Jan de Greef was opgestapt, onder meer vanwege een conflict met enkele clubsbestuurders, welke inmiddels ook geen bestuurder meer zijn, Gerd Lindemann nam de zaken ad-interim waar en we hadden een profielschets opgesteld voor een nieuwe voorzitter. Die dachten we ook gevonden te hebben, maar de kandidaat bleek een andere invulling te willen geven aan de NIJB dan gewenst. Toen stelden mede-bestuursleden voor dat ik het moest doen. Het was geen makkelijk moment om erin te stappen. Het vertrouwen tussen de bond en de clubs zat op een dieptepunt en bovendien kampten we met zwaar teruglopende subsidiestromen, wat de komende jaren alleen nog maar doorgaat. Ik zag het als de belangrijkste taken voor de toekomst om alle clubs ervan te overtuigen dat we alleen gezamenlijk het ijshockey naar een hoger niveau kunnen tillen, om te zorgen dat clubs aan hun verplichtingen naar de NIJB gaan voldoen en om de organisatie dusdanig te herstructureren dat we voldoen aan de filosofie van NOCNSF en VWS. Dat gaat onder meer gebeuren door nauwere samenwerking met andere bonden en een meer bedrijfsmatige aanpak.'

2. Wat ziet Joop Vullers na twintig maanden als de belangrijkste ontwikkeling onder zijn voorzitterschap?

‘Het recente begin van het CTO in Eindhoven. We konden daarbij aanhaken aan een initiatief van NOCNSF en de eerste groep van 25 leden uit heel Nederland is nu begonnen. Daar moeten de komende jaren meer groepen bijkomen. Het is een concept voor talent, waarbij ook alle randvoorwaarden perfect zijn ingevuld voor topsport. Op het ijs zijn Tom Hartogs en Robb Serviss de docenten, maar er is ook tijd voor mental coaching, voedingsadvies, orthopedagogiek en een ongekende samenwerking met onderwijsinstellingen. Het hele concept van de CTO's is uniek in Europa. De hele week leven en trainen de spelers als topsporters en in het weekeinde gaan ze terug naar hun eigen clubs. Daar kunnen ze de kennis die ze hebben verworven doorgeven aan hun teamgenoten. Dat zorgt voor olievlekwerking. Uiteindelijk moet het leiden tot een verbetering van het niveau van het ijshockey en van de nationale ploegen. We hebben vier jaar om daarvoor fundamenten te leggen en over zes tot zeven jaar moeten we de effecten gaan merken. Tijdens de Dag van het IJshockey liet ik een nieuwspagina van teletekst en een voorpagina van de Telegraaf van 2018 zien met Nederland in de kwartfinales van het Olympisch toernooi. Je moet durven om gewaagde doelen te stellen. Als we echter een land kunnen worden dat meedoet om promotie in Division I en af en toe op het hoogste niveau mag spelen hebben we het al goed gedaan.'

3. Wat vond Joop Vullers van de televisie-uitzendingen op SBS6 en hoe gaat het hiermee verder?

‘Ik was erg tevreden over het eerste seizoen. De uitzendingen zagen er goed uit en trokken meer kijkers dan van te voren was verwacht. De impact was nog beperkt, maar de sport staat weer op het netvlies van sportmarketingbureaus. We worden als sport weer serieuzer genomen. Ook producent Eyeworks was tevreden, zij gaan voor nog vier jaar. Dit seizoen moeten er dertien uitzendingen komen, drie meer dan vorig jaar. In 2011 moet dat groeien naar vijftien en in 2012 naar twintig. Het hele plan is echter afhankelijk van sponsoring, waarbij clubs betalen voor het aantal wedstrijden dat ze in beeld zijn. Daartoe hebben de clubs in de eredivisie via de reglementen te rechten afgestaan aan de bond, die deze op zijn beurt aan de Stichting IJshockey Belangen Eredivisie (SIJBE) gaat overgedragen. Ten opzichte van vorig jaar zie ik nog wel ruimte voor verbeteringen van de uitzendingen. Zo zou SBS eerder met leaders kunnen beginnen en deze ook op andere tijden kunnen uitzenden om kijkers op de uitzendingen te wijzen. Er zou meer variatie kunnen komen in de achtergronden, vorig jaar waren er veel items uit Amsterdam, maar ook in de andere ijshockey-steden gebeuren zaken die naast de sport interessant kunnen zijn. We hebben deze punten via Leo Oldenburger ingebracht.'

4. Wat verwacht Joop Vullers van het wereldkampioenschap in Tilburg?

‘Vanaf 18 april gaat het leven. Stappegoor moet vol voor de wedstrijden van Nederland. Daar gaan we alles aan doen. De Tour to Tilburg begint na de bekercompetitie met oefenwedstrijden in eigen land op verschillende banen. In februari gaan we naar Engeland voor oefenwedstrijden en komt er waarschijnlijk ook een allstar-game tussen Oranje en de imports. Waar dat gespeeld gaat worden is nog niet bepaald. Ook in de aanloop naar het WK komen er oefenwedstrijden, onder meer op 15 april tegen Frankrijk in Tilburg. Er komt verder een promotieteam dat eredivisiewedstrijden bezoekt, streethockeytoernooien, aantrekkelijke prijsstelling van kaarten, een challenge waarbij fans kaarten kunnen winnen en nog veel meer activiteiten. We kijken bijvoorbeeld naar de mogelijkheid om zakelijke evenementen te koppelen aan het WK, onder meer vanwege Japanse bedrijven in Tilburg en omgeving. Nederland heeft bij de IIHF een uitstekende reputatie op het gebied van WK's, overgehouden aan de goed-georganiseerde toernooien in Eindhoven. Voor dit WK leggen we de lat nog hoger. Het gat tussen de Division I-toernooien en het grote kampioenschap is vaak nog te groot en wij proberen daar in Tilburg dichterbij te komen. Daartoe hebben we de fantastische medewerking van de gemeente Tilburg, die een volwaardige partner is bij de organisatie. Ook hebben wij bestuurslid Henk van de Pas aangesteld als chairman van het toernooi en hem vrijwel helemaal vrijgemaakt voor de organisatie. Er zullen ook veel oude en nieuwe vrijwilligers betrokken worden bij het project, maar daarnaast ook diverse opleidingsinstituten uit Tilburg.'

5. De eredivisie begint vrijdag met de bekercompetitie met een club minder dan vorig jaar. Hoe ziet de toekomst van de eredivisie eruit? En van Joop Vullers zelf?

‘Het is jammer dat Utrecht er niet bij is. We hebben uiteindelijk samen de knoop doorgehakt dat het beter was om dit jaar niet mee te doen in de eredivisie. De stichting blijft echter actief en hoopt het komende jaar voldoende stappen te kunnen zetten voor een terugkeer. Ik sluit niet uit dat de eredivisie over een paar jaar uit twaalf clubs bestaat. Enschede timmert aan de weg en heeft de ambitie over vijf jaar een serieuze kandidaat te zijn. Dordrecht wil met de nieuwe baan de overstap naar de eredivisie maken en Zoetermeer heeft plannen op korte termijn. Daarnaast ben ik betrokken bij initiatieven om wellicht een ijsbaan op te nemen in de bouwplannen van de nieuwe Kuip te Rotterdam. Als NIJB ondersteunen we de clubs daarbij. Kennisborging is voor de toekomst heel belangrijk. Toen ik weer betrokken raakte bij de NIJB herkende ik veel van de discussies tussen de clubs en de bond uit de tijd midden jaren negentig toen ik zelf voorzitter was van Nijmegen. Besturen zijn passanten, die met veel enthousiasme het ijshockey runnen maar dit vaak maar korte tijd volhouden. Ikzelf moet bij de komende algemene ledenvergadering herkozen worden als voorzitter. Ja, ik ben herkiesbaar en hoop het nog een aantal jaren te kunnen en te mogen doen. Of ik het nog leuk vind? Het is in ieder geval een goede leerervaring.'