6 december 200500:00
Door Joep Meijsen
Ben Tijnagel is niet meer. De Nederlandse ijshockeywereld werd vanmorgen in een schok wakker. Bij een tragisch ongeval op de snelweg in Duitsland is de legendarische voormalige international om het leven gekomen. Plotseling is de wedstrijdklok in zijn leven versprongen naar zestig minuten. Ruimte voor overtime is hem niet gegund.
Ben Tijnagel zal worden herinnerd als hét gezicht van het Nijmeegse ijshockey. Als geen ander belichaamde hij de opkomst van de sport in de Keizerstad. Op jonge leeftijd in de jaren zeventig leerde hij het vak deels op de ijsbaan aan de Heyendaalseweg in Nijmegen en tijdens eindeloze uren rond het ouderlijk huis met stick en bal.
Het resultaat was ernaar. Ben Tijnagel is een van de grootste ijshockeytalenten die Nederland ooit gehad heeft. Snel, wendbaar en doelgericht. Zijn toenmalige coach Alex Andjelic hield ervan om spelers jong in het diepe te gooien. Tijnagel maakte in het seizoen 1979/80 al op vijftienjarige leeftijd zijn debuut. In zijn eerste seizoen kwam hij al tot vier goals.
Tegen de tijd dat Nijmegen klaar was om het toen machtige Heerenveen van de troon te stoten was Tijnagel al van onschatbare waarde voor de ploeg. In 1983-84 tekende hij voor 48 goals en 27 assists in 39 wedstrijden. Tijnagel was amper twintig jaar oud en onderdeel van de jongste selectie in de geschiedenis van het Nederlandse ijshockey dat de landstitel wist binnen te halen.
De status van Bennie Tijnagel draagt echter veel verder dan Nijmegen. Supporters van tegenstanders konden hem wel vervloeken, maar genoten tevens van zijn weergaloze acties. Hij was in de jaren tachtig ook een vaste waarde in het Nederlandse team. Hij debuteerde op 30 oktober 1981 in de wedstrijd tegen West-Duitsland en speelde zijn laatste interland op 5 april 1987.
Vooral door zijn ondernemerschap in zijn privé-leven bleef zijn internationale loopbaan beperkt tot 56 interlands. Zijn beste jaar was 1984-85 toen hij in dertien wedstrijden voor Oranje tot elf goals en elf assists kwam. Tijnagel maakte deel uit van de generatie in Nederland geboren spelers die het Nederlandse team moesten gaan dragen na het afscheid van veel van de Nederlandse Canadese spelers die in de jaren zeventig naar Nederland waren gekomen en Nederland onder meer naar de Olympische Spelen van Lake Placid hadden gebracht.
In 1986 schokte Bennie Tijnagel de Nederlandse ijshockeywereld. Samen met een aantal andere sterspelers uit de Nederlandse competitie, waaronder Ron Berteling, Robbert Prick van Wely en Jan Bruijsten, maakte hij de overstap naar promovendus Rotterdam. Eventjes was hij staatsvijand nummer 1 voor de fans in de Keizerstad, maar niemand kon lang boos blijven op de enthousiaste ijshockeyer, die fans bleef verbazen.
Rotterdam was mede door Tijnagel in Ă©Ă©n klap een ijshockeybolwerk. Prompt sleepten de PandaÂs zowel de landstitel als het kampioenschap binnen. Een jaar later dolf hij met zijn ploeg in de halve finales van de play-offs het onderspit tegen Nijmegen, maar in zijn verdere jaren bij Rotterdam zouden nog twee landstitels en twee nationale bekers volgen. In totaal tekende hij voor 260 goals en 160 assists in Rotterdam. In 1989-90 werd hij gekozen tot beste speler in de Nederlandse competitie.
In het seizoen 1990-91 nam hij met een beker afscheid van Rotterdam en keerde terug naar Nijmegen. Daar werd hij bij de Flame Guards herenigd met veel van zijn teamgenoten uit begin jaren tachtig. Hij toonde aan het vak nog niet verleerd te zijn en leverde een belangrijke bijdrage aan de derde landstitel in de geschiedenis van Nijmegen.
Het seizoen 1993-94 was zijn laatste langdurige optreden bij Nijmegen als speler. Een jaar later kwam hij nog een aantal wedstrijden uit voor het na het geruchtmakende failissement van Nijmegen als Tigers herboren Nijmegen. In 97-98 maakte hij een comeback, waarbij hij zijn zesde en laatste landstitel binnenhaalde.
Hoewel Bennie Tijnagel daarna als speler van het toneel verdween, bleef hij nauw betrokken bij het Nijmeegse ijshockey. Als toeschouwer op de tribune, als sponsor, maar ook als adviseur. Toen Nijmegen in 2001-2002 coach Paul Strople ontsloeg was Tijnagel bereid om de coaching voor de rest van het seizoen op zich te nemen. Toen Nijmegen krap zat in de spelers, bond hij zelfs nog even zelf de schaatsen onder.
Nijmegen stevende amper een jaar later op een nieuw failissement af. Tijnagel deed toen samen met zijn oud-teamgenoot Danny Cuomo nog een ultieme poging het mogelijke einde van het Nijmeegse ijshockey af te wenden. Het mocht niet zo zijn. Met zijn bedrijf staat hij dit jaar op de shirts van Nijmegen Emperors.
Het tekent Bennie Tijnagel. Een ijshockeyliefhebber pur sang. Een aimabel mens met het hart op de juiste plek. Met zijn plotselinge verscheiden wordt het hart uit het Nijmeegse ijshockey gerukt. Een van de beste ijshockeyers die Nederland ooit heeft voortgebracht is niet meer. Maar de herinnering aan de legendarische nummer 11 zal altijd blijven.