23 april 201808:50
Door Joep Meijsen
Vandaag begint in Tilburg het wereldkampioenschap Division IIA met Nederland als de favoriet voor de titel. IJshockeynederland.nl kijkt aan de hand van acht vragen vooruit naar het kampioenschap vanuit een Nederlands perspectief.
Ja, misschien wel. Kampioenschappen worden gewonnen op het ijs, niet op papier. Maar Nederland is de ploeg in het kampioenschap met de hoogste ranking binnen de IIHF. Twee jaar geleden bleef Oranje in Division IIA ongeslagen en promoveerde een jaar na de degradatie in Eindhoven direct weer terug naar het hoogste niveau. Daarnaast heeft Nederland tegen alle tegenstanders van de komende week de laatste wedstrijd op een WK gewonnen en won Nederland ook alle oefenwedstrijden die werden gespeeld in de voorbereiding. Door de late planning van het WK kan bondscoach Doug Mason bovendien uit een veel bredere groep spelers kiezen voor zijn selectie dan zijn voorganger Chris Eimers tijdens de afgelopen twee WK's. Van het team dat vorig jaar degradeerde in Belfast zijn nu maar vier spelers opnieuw geselecteerd. Bovendien heeft Nederland het thuisvoordeel, wat bij internationale kampioenschappen belangrijk kan zijn.
Het blijft ijshockey en in sport wint de favoriet natuurlijk lang niet altijd. De kern van de selectie bestaat uit vijftien spelers van Tilburg Trappers die net een slopende, en succesvolle, play-offreeks in de Oberliga achter de rug hebben. Hoe zijn zij fysiek uit die serie gekomen? En mentaal? De omschakeling van het winnen van een kampioenschap en de bijbehorende feestelijkheden naar een WK is best groot in amper drie dagen. Nederland heeft het traditioneel ook moeilijk met het aanpassen van de speelstijl aan de internationale standaard, waardoor Nederland vooral in de eerste wedstrijden van WK's soms tegen veel straffen aanloopt. Door het lange Oberliga-seizoen heeft de uiteindelijke complete selectie ook weinig tijd om zich voor te bereiden op het toernooi. De rol van favoriet betekent bovendien dat de meeste tegenstanders als underdog wedstrijden ingaan en dat kan een plezierige uitgangspositie zijn. En het laatste WK in eigen land, liep voor Nederland ook niet zo goed af.
Oranje treft in de eerste wedstrijd in het toernooi direct China. In dat land wordt op dit moment enorm geïnvesteerd in wintersporten vanwege de organisatie van de volgende Winterspelen. Daarbij wordt op ijshockeygebied nauw samengewerkt met Rusland. China heeft niet alleen een team in de KHL, maar ook een niveau lager en op het hoogste jeugdniveau. Daarnaast worden in hoog tempo ijsbanen gebouwd en is er veel geld beschikbaar voor de nationale teamprogramma's. Hoe zich dat vertaalt op dit WK wordt interessant om te zien. China heeft met een gemiddelde leeftijd van 22 de jongste ploeg op dit WK. Ook Servië en Australië mogen zeker niet worden uitgevlakt. Laatstgenoemde ploeg sleepte vorig jaar de zilveren medaille in de wacht, waarbij het voor die ploeg (en het WK) natuurlijk jammer is dat Nathan Walker ontbreekt. Het is wel de ploeg met veel ervaring. Dat geldt ook voor Servië. En België zal het ook goed willen doen op een WK om de hoek en veel spelers van Oranje en de Rode Duivels kennen elkaar natuurlijk door en door.
Niet alle toppers uit de Beneliga waren beschikbaar voor selectie, terwijl een speler als Steve Mason nog altijd volop actief is met de promotie-wedstrijden in de sterke Zwitserse competitie. Mike Dalhuisen heeft een succesvol tweede seizoen in Kazachstan achter de rug, terwijl Guus van Nes op de afgelopen twee WK's meer dan zijn waarde heeft bewezen en zich opmaakt voor de overstap naar Quinnipiac University. En zo zijn er nog wel meer namen te noemen, maar over het algemeen lijkt bondscoach Doug Mason te kunnen beschikken over een voor Nederlandse begrippen erg sterke selectie.
Voor de pas 17-jarige Ties van Soest wordt het zijn al zijn derde wereldkampioenschap dit seizoen. Eerder was hij bij de U20 van Nederland actief in Schotland en met de U18 in Zagreb. In het dagelijks leven speelt de ooit bij Eindhoven met ijshockey begonnen aanvaller in de jeugd van Düsseldorf. Op het hoogste jeugdniveau daar loopt hij op meer dan een punt per wedstrijd en op zijn twee jeugd-WK's verzamelde hij dertien punten in negen wedstrijden. Ook voor het 'grote' Oranje was hij dit jaar al succesvol, hij scoorde onder meer in de oefenwedstrijd tegen IJsland. Tijdens de voorbereiding de afgelopen weken maakte hij voldoende indruk op bondscoach Doug Mason voor selectie.
Ian Meierdres en Martijn Oosterwijk kennen elkaar door en door na twee seizoenen als goalie-duo in de Oberliga. Afgelopen seizoen was Oosterwijk actief voor Visby/Roma op het derde niveau in Zweden, waar hij vooral later in het seizoen veel speeltijd kreeg. In de oefenwedstrijden van Nederland de afgelopen weken maakte de geboren Groninger bovendien een zeer solide indruk. Voor Meierdres is het een terugkeer naar het internationale ijshockey sinds het WK in 2015. Daarvoor was hij jarenlang een vaste keuze in de selecties van de verschillende bondscoaches. De 29-jarige Meierdres is al jaren de nummer één in Tilburg en in die rol een zeer belangrijke factor in de reeks van zes kampioenschappen op rij voor Trappers, drie in de Eredivisie en drie in de Oberliga.
De defensie van Nederland bestaat het komende toernooi uit de defensie van Tilburg Trappers en Jurryt Smid. Voor Alexei Loginov en Jordy Verkiel wordt het hun vuurdoop op internationaal niveau. Alleen Smid en Van Oorschot hebben meer dan vijftien WK-wedstrijden op hun naam. Met 30 jaar is Jordy van Oorschot de oudste speler op de blauwe lijn, terwijl vier van de acht spelers 23 jaar of jonger zijn. Daarmee is het een defensie waar Nederland nog een tijdje mee voort kan.
Als we zuiver naar WK-wedstrijden kijken dan steken Kevin Bruijsten en Ivy van den Heuvel statistisch met kop en schouders boven de rest uit. Het zijn ook de meest ervaren spelers op internationaal niveau. Kevin Bruijsten scoorde elf keer en had zestien assists in 49 wedstrijden, terwijl Ivy van den Heuvel acht goals en veertien assists op zijn naam heeft in 43 wedstrijden. De enige andere twee spelers met vijf goals of meer op WK-niveau bij Nederland zijn Mitch Bruijsten en Julian van Lijden. Raphael Joly is de enige speler met meer dan een punt per wedstrijd, hij heeft twaalf punten in tien WK-wedstrijden. Met ook nog eens negen punten in zes wedstrijden in Olympische Kwalificatie. Op clubniveau waren Raymond van der Schuit, Joly, Mitch en Kevin Bruijsten allen goed voor meer dan twintig goals.