8 april 201214:15
Door Joep Meijsen
Het Nederlands team onder 18 jaar verloor vrijdag ook de slotwedstrijd van het toernooi in Heerenveen. Daarmee volgt roemloze degradatie naar een niveau lager. ‘Het is al lang vijf over twaalf als het over het Nederlandse jeugdijshockey gaat.'
Het toernooi in Heerenveen was in bijna alle opzichten een groot succes. De publieke belangstelling was behoorlijk, de organisatie scoorde de hoogst mogelijke waardering van de internationale ijshockeyfederatie en met Zuid-Korea is er een terechte winnaar. De jonge Koreanen vormden een onkarakteristieke rebellenbende buiten het ijs, maar toonden een combinatie van veel schaatstechniek en wedstrijdmentaliteit op het ijs.
De belangrijkste smet op het toernooi is zonder meer de prestatie van Oranje. In een wedstrijd vol frustraties ging Oranje met 10-5 ten onder tegen de leeftijdsgenoten uit Roemenië. Een wedstrijd met bijna honderd strafminuten, waarvan driekwart voor Nederland. Coaches Robb Serviss en Bo Subr waren na afloop dan ook niet te spreken over de Russische scheidsrechter, maar beaamden ook dat dit in het grotere perspectief van het toernooi niet belangrijk was.
‘We wisten van te voren dat het een moeilijk toernooi zou worden. Na de herindeling door de IIHF zijn er geen makkelijke wedstrijden meer, maar we hebben hier niet kunnen brengen wat moest. Bepalende spelers hebben het laten afweten. Wellicht hadden we toch de meer mentaliteitsspelers moeten selecteren. In de meeste wedstrijden zijn we dichtbij geweest en als je dan alle wedstrijden verliest is dat teleurstellend', zei Serviss na afloop.
Volgens sommige aanwezigen heeft de U18 zich afgelopen week niet kunnen herstellen van het dramatische begin van het toernooi. In de openingswedstrijd schoot Zuid-Korea vier keer raak in de eerste negen minuten, op zo'n beetje de eerste vier schoten. Die mentale dreun zou lang hebben doorgewerkt bij de spelersgroep.
Anderen zien de resultaten vooral als een straf voor het verwaarlozen van het jeugdijshockey in Nederland. ‘Het is al lang vijf over twaalf als het over het jeugdijshockey gaat. Het aantal goede coaches dat in Nederland met de jeugd werkt is op de vingers van één hand te tellen. De basisvaardigheden worden niet goed aangeleerd en dat is een achterstand die alleen heel bijzondere talenten nog kunnen inlopen. Of je moet al heel snel naar het buitenland', zegt een eredivisie-coach die verschillende wedstrijden in Heerenveen zag.
Het CTO in Eindhoven is het offensief van de bond om Nederland weer op de ijshockeykaart te zetten. De twee WK's van dit jaar kunnen na drie jaar gezien worden als een soort van examen. Zowel de U20 als de U18 tellen veel spelers die dag in dag uit in Eindhoven aan de slag zijn. Bij de jongste WK's wist de U20 echter maar nipt het vege lijf te redden, terwijl de U18 nu dus zelfs is gedegradeerd.
‘Het CTO op zich is geen slecht idee. Aan de uitvoering schort echter behoorlijk wat', is het oordeel van een voormalige coach in de eredivisie. Een andere deskundige heeft het erover dat van het CTO ook geen wonderen mogen worden verwacht. ‘Zonder CTO had het er nog slechter voorgestaan. Bij hun clubs waren de spelers waarschijnlijk niet veel beter geworden. Veel van de concurrenten van Nederland werken al veel langer met dit soort opleidingsinstituten, we moeten naar de lange termijn kijken, verbeteringen aanbrengen en geduld hebben.'
Anderen denken dat er veel meer nodig is. ‘Een Deltaplan, waarbij we vanaf de jongste jeugd opnieuw beginnen. Clubs die meer gaan doen aan ledenwerving, de NIJB die eindelijk weer begint met het opleiden van de coaches, volwaardige jeugdcompetities. Pas als de basis goed is, kun je gaan groeien. De klassering hier in Heerenveen is een reflectie van hoe het ijshockey er nu voorstaat in Nederland.'
Tags
Nederlands team