Het deels open dak waardoor er mist ontstaat, geen vaste tribune, de grote afstand van de ijsbaan naar de kleedkamers, horeca die niet altijd geopend is, slechte schoonmaakwerkzaamheden... Volgens Roy Slond is het onder deze omstandigheden niet meer te doen om een eerste team als vlaggenschip van de 180 leden tellende club in stand te houden. ,,We pompen er elk jaar dertig- à veertigduizend euro in. Als er nou goed perspectief was op afzienbare termijn... maar het duurt maar en het duurt maar. We willen niet dat onze leden veel voor het eerste team moeten gaan betalen. Het moet leuk blijven voor iedereen.”

De gemeente Breda, eigenaar van de kunstijsbaan, heeft de afgelopen jaren best wat geïnvesteerd, onder meer in een nieuwe ijsmachine. Maar volgens Slond niet genoeg om ijshockey op behoorlijk niveau goed mogelijk te maken in Breda. Ook van uitbater Optisport had hij meer verwacht. ,,Wij moeten nog altijd zelf ventilatoren kopen en ophangen om onze jeugd te kunnen laten trainen, omdat het anders vanwege mistvorming niet kan”, foetert Slond. ,,En op zaterdagmiddag trainen er langebaanschaatsers op de 30x60-baan en dan kunnen wij daar dus geen wedstrijden spelen. Dat zijn maar een paar voorbeelden.

De gemeente laat via de afdeling voorlichting desgevraagd weten: ‘De kunstijsbaan is ooit gebouwd als voorziening om recreatief te sporten. In de loop der jaren zijn er verschillende initiatieven ontstaan om de kunstijsbaan ook te gebruiken voor andere doeleinden, waaronder ijshockey. De complexiteit bij dit soort nieuwe initiatieven, bijvoorbeeld ook topsport, is dat de accommodatie hier niet volledig op ingericht is.’ ‘In de half-open constructie van de kunstijsbaan moeten we bijvoorbeeld rekening houden met weersinvloeden, veel verschillende gebruikers en de kleedkamers die niet specifiek voor ijshockey gebouwd zijn. Dit hoort bij onze ijsbaan en past bij de doelstelling van de accommodatie om recreatief te kunnen sporten. Binnen deze kaders bekijkt de gemeente met de exploitant hoe we zo goed mogelijk tegemoet kunnen komen aan de wensen en behoeften van alle verschillende gebruikers. We onderhouden het pand volgens de richtlijnen van de oorspronkelijke functie van het gebouw (recreatieve kunstijsbaan).

Dat biedt niet veel hoop voor Slond en de zijnen. Ook Optisport kan die niet bieden. Namens dat bedrijf zegt locatiemanager Gianni Romme: ,,Ik snap de ambitie en de frustratie bij Yeti’s. Wij willen binnen de mogelijkheden best meedenken. Ik heb bijvoorbeeld de voorzitter van de ijshockeybond uitgenodigd om te praten over de faciliteiten. Wij faciliteren de basis; Yeti’s wil graag meer. Er wordt vaak naar Tilburg gekeken, maar dat is een ander verhaal. Daar is een ijshockeytraditie en je kunt niet overal een top-ijsbaan hebben. Ik snap de ijshockeyers en ik snap de gemeente.” Slond stelt daarentegen dat het in Breda ook helemaal niet zo hoeft als in Tilburg. ,,Tilburg Trappers is een uitzondering. IJshockey in Nederland is amateursport, op alle niveaus. Dus daar vragen wij faciliteiten voor, maar wel goede faciliteiten.”
Wat wellicht voor verandering kan zorgen, is het aflopende contract van de gemeente met uitbater Optisport. De afspraken lopen tot eind van dit jaar. Dat geldt overigens ook voor de zwembaden De Wisselaar, Sonsbeeck en Wolfslaar. In een brief aan de gemeenteraad liet wethouder Eddie Förster afgelopen week weten dat de gemeente een nieuwe aanbesteding start voor de exploitatie van deze sportvoorzieningen na 2024. De komende weken gaat het college van B&W in samenspraak met de gemeenteraad de beleidsuitgangspunten voor de aanbesteding in beeld brengen. Vervolgens wordt de huidige gebruikers gevraagd naar hun wensen en behoeften. Die hebben dat al verwoord in een gezamenlijk ‘plan van ambities’, waar alle gebruikers van de langebaan en de 30x60- ijsvloer aan hebben meegeschreven.

Zij hopen dat hun wensen terugkomen in het plan van eisen dat de gemeente uiteindelijk opstelt, waarna de aanbesteding plaatsvindt. Romme laat weten dat Optisport de intentie heeft om door te gaan met de exploitatie van de ijsbaan in Breda. Slond: ,,Wie het dan ook gaat uitbaten, het moet duidelijk zijn dat de vorige aanbesteding is gedaan in een tijd dat er hier nog geen ijshockey werd gespeeld. De tijden zijn veranderd. Dat willen wij terugzien in de faciliteiten.” Afhankelijk van de toekomstplannen kan er wellicht later weer een eerste team komen dat op serieus niveau competitie speelt. ,,Los daarvan bloeit en floreert onze jeugdafdeling. Maar je wil ze wel een horizon bieden. Die is er nu niet. We geven de moed niet op, maar we stoppen met geld stoppen in faciliteiten. Dat is als club niet vol te houden."