Artikel 1
a. Onder de werking van dit reglement valt: - een ieder die lid is van de vereniging - een ieder die werkzaamheden verricht voor de vereniging - of een ieder die vrijwilliger is van de vereniging.
b. Waar in dit reglement wordt gesproken over ālidā wordt bedoeld een seniorlid, juniorlid, erelid of lid van verdienste van de vereniging.
Artikel 2
a. Onder klacht wordt verstaan: de mondelinge of schriftelijke inhoudelijke beschrijving van het feitelijk voorgevallen gedrag of van een situatie jegens de klager, waartegen de klager bezwaar heeft. b. Aan het indienen van een klacht is het uitdrukkelijke verzoek verbonden, dat deze in behandeling wordt genomen door de Klachtencommissie.
Artikel 3
a. De Algemene Vergadering van de vereniging stelt de Klachtencommissie in en benoemt en ontslaat de leden van de Klachtencommissie.
b. De leden van de Klachtencommissie worden benoemd voor een periode van vier jaar en zijn herbenoembaar.
c. Het bestuur voorziet de Klachtencommissie van zodanige middelen en bevoegdheden dat zij haar taken naar behoren kan vervullen.
Artikel 4
a. De Klachtencommissie is bevoegd een eigen onderzoek in te stellen op basis van een melding.
b. De Klachtencommissie is - na ontvangst van een klacht of melding doch voor de afhandeling van de zaak - bevoegd het verenigingsbestuur in overweging te geven een voorlopige voorziening te treffen.
c. De Klachtencommissie brengt jaarlijks aan de Algemene Vergadering van de sportvereniging schriftelijk verslag uit van haar werkzaamheden.
Artikel 5
Een klacht kan zowel schriftelijk als mondeling worden ingediend bij: a. De Klachtencommissie. b. Het verenigingsbestuur.
Artikel 6
Indien de klacht bij het verenigingsbestuur wordt ingediend, informeert het verenigingsbestuur direct de Klachtencommissie. De Klachtencommissie informeert de klager over de procedure, verwijst indien nodig door naar een vertrouwencontactpersoon en zorgt ervoor dat de klacht bij de Klachtencommissie terechtkomt.
Artikel 7
a. De klager kan te allen tijde, lopende het onderzoek, de klacht intrekken. De Klachtencommissie stelt, voor zover noodzakelijk, het verenigingsbestuur daarvan onverwijld op de hoogte.
b. Is er naar het oordeel van de Klachtencommissie na intrekking van de klacht alsnog sprake van een melding, dan is zij bevoegd dien overeenkomstig te handelen.
c. Als een door de klager ingetrokken klacht verder niet in behandeling wordt genomen door de Klachtencommissie, wordt beklaagde onmiddellijk schriftelijk op de hoogte gesteld van het feit dat de klacht is ingetrokken.
Artikel 8
Een ieder die in het kader van het onderzoek naar aanleiding van een klacht of melding kennis neemt van gegevens waarvan hij/zij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs kan vermoeden, is verplicht tot geheimhouding daarvan. Deze verplichting geldt niet voor zover enig wettelijk voorschrift bekendmaking verplicht stelt.
Artikel 9
Dit reglement kan gezien worden als het Klachtenreglement van de vereniging.
Artikel 1
[algemene bepalingen]
Artikel 2
Een tuchtprocedure wordt door het bestuur van de vereniging tegen een lid/een groepering van leden van de vereniging aanhangig gemaakt bij de tuchtcommissie van de vereniging indien:
1. Het verenigingsbestuur redenen heeft aan te nemen dat het lid/de groepering van leden in strijd hebben gehandeld met de statuten en/of reglementen van de vereniging en/of de bond
2. Strafbaar krachtens dit Tuchtreglement zijn voorts:
a. Handelingen, welke naar Nederlands recht strafbaar zijn, gepleegd op een aan de vereniging ter beschikking gesteld terrein of lokaal en/of gepleegd op een, aan (een van de leden van) IJshockey Nederland ter beschikking gesteld terrein of lokaal en/of tijdens of in verband met activiteiten van de vereniging en/of (een van de leden van) IJshockey Nederland;
b. Handelingen in strijd met de spelregels;
c. Handelingen in strijd met wezenlijke belangen van de ijshockeysport of van de vereniging;
d. Onbehoorlijke behandelingen in woord of daad door de in artikel 2 de leden 2 en 3 bedoelde personen;
e. Wangedrag in, op of rond ijsbaanaccommodaties, vernieling en vervuiling van de ijsbaanaccommodaties.
3. Strafbaar krachtens dit tuchtreglement zijn voorts het gelegenheid bieden of aansporen tot het vergemakkelijken van of het behulpzaam zijn bij het plegen van een strafbare handeling.
4. Strafbaar krachtens dit tuchtreglement zijn tevens die handelingen of gedragingen die indruisen tegen de geschreven en ongeschreven fairplay-regels en de in de ijshockeywereld geaccepteerde regels van respect jegens elkaar.
5. Een daartoe op grond van de statuten bevoegde persoon het verenigingsbestuur daarom heeft verzocht, en het verenigingsbestuur dit verzoek niet onredelijk voorkomt
Artikel 3
1. De tuchtcommissie regelt de wijze van behandeling van de zaak zelf. De tuchtcommissie is bevoegd een zaak schriftelijk af te doen.
2. De tuchtcommissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting.
3. De tuchtcommissie behandelt de zaak zo veel mogelijk met al haar leden. Bij ontstentenis van een der leden van de tuchtcommissie, treedt het plaatsvervangend lid in diens plaats. De tuchtcommissie is evenwel bevoegd een zaak met twee of een lid te behandelen.
Artikel 4
1. Indien een tuchtprocedure aanhangig is gemaakt, kan een betrokken lid binnen een daartoe te stellen termijn de commissie verzoeken de zaak mondeling te behandelen.
2. Tenzij de tuchtcommissie van oordeel is dat er hierdoor een onaanvaardbare vertraging van de behandeling zou ontstaan, kan er op dat verzoek worden ingegaan.
Artikel 5
De tuchtcommissie is bevoegd leden en niet-leden te horen en/of te raadplegen. Leden zijn verplicht de tuchtcommissie alle inlichtingen te verstrekken en hun medewerking te verlenen aan de werkzaamheden van de tuchtcommissie.
Artikel 6
De tuchtcommissie is bevoegd een aanhangig gemaakte zaak te seponeren.
Artikel 7
1. De tuchtcommissie kan aan een lid of groepering van leden de volgende straffen opleggen:
a. berisping;
b. boete tot een maximum van EUR 50,00;
c. speelverbod voor een of meer competitiewedstrijden dan wel vriendschappelijke wedstrijden en/of toernooien, al dan niet voorwaardelijk;
d. schorsing;
e. royement (ontzetting uit het lidmaatschap);
f. combinatie van straffen als beschreven onder a t/m d.
2. Een opgelegde straf wordt met onmiddellijke ingang van kracht.
Artikel 8
De tuchtcommissie is bevoegd, zodra een zaak te harer kennis is gebracht en in afwachting van de behandeling daarvan, met onmiddellijke ingang een straf op te leggen, indien daartoe naar het oordeel van de Tuchtcommissie gezien de ernst van de zaak aanleiding bestaat.
Artikel 9
De tuchtcommissie kan een lid, dat in haar zijn ogen daarvoor in aanmerking komt bij het verenigingsbestuur, voordragen voor ontzetting uit het lidmaatschap. Indien het verenigingsbestuur een zodanig voorgedragen lid niet uit het lidmaatschap ontzet, is het verenigingsbestuur verplicht hiervan, onder opgave van redenen, melding te maken aan de Algemene Vergadering.
Artikel 10
De tuchtcommissie deelt haar uitspraak mondeling, met motivering, mede aan het betrokken lid (respectievelijk de betrokken leden) en het bestuur van de vereniging met eventueel straf en strafmaat. De tuchtcommissie kan evenwel besluiten schriftelijk uitspraak te doen.
Artikel 11
De tuchtcommissie kan besluiten dat haar uitspraak gepubliceerd wordt in het officieel orgaan van de vereniging. Het verenigingsbestuur is verplicht deze uitspraak te publiceren.
Artikel 12
1. Beroep op de uitspraak van de tuchtcommissie staat, binnen 7 dagen nadat de tuchtcommissie zijn uitspraak aan het betreffende lid kenbaar heeft gemaakt, open bij het verenigingsbestuur. Indien de tuchtcommissie schriftelijk uitspraak doet, dan is de beroepstermijn 7 dagen na dagtekening van de uitspraak.
2. Beroep schort de tenuitvoerlegging van de straf op tenzij de tuchtcommissie tot directe tenuitvoerlegging besluit.
3. Het verenigingsbestuur beoordeelt het beroep binnen 7 dagen nadat het is aangetekend. Het verenigingsbestuur beoordeelt in het beroep uitsluitend of de tuchtcommissie in redelijkheid tot de betwiste uitspraak heeft kunnen komen.
Artikel 13
1. De uitspraak van het verenigingsbestuur kan uitsluitend zijn:
- Vernietiging van de uitspraak van de tuchtcommissie; de tuchtcommissie zal, met inachtneming van de uitspraak van het verenigingsbestuur, de zaak opnieuw beoordelen
- Bekrachtiging van de uitspraak van de tuchtcommissie
2. De controle op en de feitelijke tenuitvoerlegging van opgelegde straffen berusten volledig bij het verenigingsbestuur.
Aanpassing Statuten en Huishoudelijk reglement
Voor het functioneren van een tuchtcommissie binnen de vereniging is een verwijzing in de Statuten en Huishoudelijk reglement vereist. De leden van de vereniging vallen hierdoor onder de jurisdictie van de tuchtcommissie van de vereniging.
Pesten op de ijshockeyclub, wat kun je doen?
1. Inleiding
De laatste jaren krijgen we regelmatig meldingen over pestgedrag binnen de vereniging en/of het ijshockeyteam. IJshockey Nederland heeft in verschillende situaties een bemiddelende rol gespeeld. Dit pestprotocol geeft achtergrondinformatie over wat pesten eigenlijk is (inclusief nieuwe vormen van pesten), over een aanpak tegen pesten en over de begeleiding aan de verschillende partijen die bij het pesten zijn betrokken. Wij hopen dat het protocol de verenigingen zal helpen om het onderwerp bespreekbaar te maken en om invulling te geven aan een pestbeleid binnen de club. Net als met alle andere onderwerpen die te maken hebben met Sportiviteit & Respect is het om resultaat te bereiken belangrijk om met elkaar afspraken te maken over de inhoud van zoān beleid, over hoe het beleid binnen de vereniging gestalte krijgt en wie op wat voor moment verantwoordelijk is of het aanspreekpunt is.
2. Achtergrondinformatie
2.1 Kenmerken van pesten
Pesten is niet hetzelfde als plagen. Bij plagen zijn de machtsverhoudingen gelijk: nu eens is de Ć©Ć©n āhet lijdend voorwerpā en dan weer de ander. Bij plagen is er sprake van een incident. Vaak is het een kwestie van elkaar voor de gek houden. Bij plagen loopt de geplaagde geen blijvende psychische en/of fysieke schade op en is meestal in staat om zich te verweren. Pesten is structureel. Pesten kan kinderen echt tot wanhoop brengen. Vanwege het structurele karakter van pesten moet er echt beleid worden gemaakt om het probleem aan te pakken. Een kortlopend project of eenmalige activiteit zet meestal onvoldoende zoden aan de dijk.
2.2 Wat is pesten?
Pesten heeft een aantal duidelijke kenmerken: - pesten gebeurt opzettelijk; - pesten is bedoeld om schade toe te brengen (fysiek, materieel of mentaal); - bij pesten is er altijd sprake van ongelijke machtsverhoudingen (fysiek of verbaal sterkere personen kiezen minder weerbare personen als slachtoffer); - pesten gebeurt systematisch; - pesten houdt niet vanzelf op, maar wordt eerder erger als er niet wordt ingegrepen; - pesten is van alle tijden en komt in alle groepen en culturen voor. Het is dus een typisch menselijke ondeugd die altijd verborgen aanwezig is en steeds weer de kop kan opsteken.
2.3 Wie pesten er en wie worden er gepest?
Kinderen die pesten lijken vaak sterke kinderen in een groep. Het zijn kinderen die problemen hebben in de thuissituatie, die voortdurend de strijd om de macht in de groep voeren, omdat zij zich verloren voelen in de groep. Door te pesten proberen zij indruk te maken op de groep, door een ander naar beneden te halen vijzelen zij hun eigenwaarde op. Kinderen die gepest worden zijn meestal onzeker, voorzichtig en hebben vaak een negatief zelfbeeld. Ze hebben soms moeite met sociale vaardigheden en zijn vaak geĆÆsoleerd. Hoewel de gepeste fysiek vaak zwakker is dan de pester, hebben kenmerken als gewicht, kleding of het dragen van een bril over het algemeen minder invloed dan wordt gedacht. Gepeste kinderen hebben wel moeite om zichzelf te verdedigen. Ze voelen zich machteloos tegenover de pester. Gepeste kinderen voelen zich vaak erg eenzaam. Daarnaast is er een groep kinderen die geen actieve rol speelt in het geheel, maar die wel bepalend is voor het voortduren van het pestgedrag. Pestende kinderen kunnen zich gesterkt voelen door de zwijgende instemming van derden.
Hieronder volgen enkele veel voorkomende pesterijen die pesters met hun slachtoffers uithalen: - volstrekt doodzwijgen; - isoleren; - psychisch en/of fysiek mishandelen; - slaan of schoppen; - voortdurend zogenaamd leuke opmerkingen maken over een teamgenoot; - bezittingen afpakken of stukmaken; - jennen; - het slachtoffer voortdurend de schuld van iets geven; - opmerkingen maken over kleding of uiterlijk; - e-mails of sms-berichten met een bedreigende of beledigende inhoud versturen; - beledigende afbeeldingen van het slachtoffer digitaal verspreiden of op het internet plaatsen.
3. Aanpakken van pesten op de ijshockeyclub
Een ijshockeyvereniging, als kleine gemeenschap, kan helpen om pesten tegen te gaan. Het verenigingsbestuur kan daarbij een belangrijke rol spelen Daarvoor moeten zij eerst erkennen dat pesten een echt probleem kan zijn. Doordat kinderen vaak het hele traject van de welpen/miniās tot en met U18 bij Ć©Ć©n vereniging spelen, zullen de mensen die direct verantwoordelijk zijn voor een team, zoals trainers, coaches en managers na verloop van tijd weten waar mogelijk problemen kunnen ontstaan. Binnen een vereniging is het goed, wanneer het verenigingsbestuur samen met deze verantwoordelijken een beleid uitstippelt en in een protocol vastlegt.
3.1 Omgangsprotocol
Allereerst is het belangrijk om met elkaar vast te stellen: welk gedrag wil je op je hockeyclub zien en wat doe je om dat ook voor elkaar te krijgen. Een goed moment om daarover te brainstormen is tijdens de bijeenkomsten aan het begin van het hockeyseizoen met de coaches en/of de ouders. De uitkomsten van dit overleg kunnen zichtbaar worden gemaakt op de website en door middel van posters in het clubhuis. Vervolgens kan de trainer/coach en de manager de regels onder de aandacht brengen binnen het team. In geval de direct verantwoordelijke problemen verwacht, is het verstandig om de regels schriftelijk vast te leggen en door de teamleden, de trainer/coach en de manager te laten ondertekenen. Voor de trainers/coaches en managers is het essentieel dat zij te allen tijde een duidelijk aanspreekpunt hebben, bijvoorbeeld het bestuurslid jeugd of de trainingscoƶrdinator. Belangrijk is ook, dat zij een dossier bijhouden van de gebeurtenissen en de gevolgde acties.
Voorbeeld van onderwerpen die in een omgangsprotocol kunnen terugkomen:
1. het beoordelen op uiterlijk;
2. aan spullen van een ander zitten;
3. elkaar uitlachen;
4. elkaar met een bijnaam aanspreken;
5. vloeken, schelden;
6. roddelen;
7. hoe om te gaan bij ruzie;
8. luister naar elkaar;
9. nieuwkomers in het team goed ontvangen en opvangen;
10. hoe om te gaan met de pester;
11. doorgeven aan trainer/coach/manager wanneer er wordt gepest. Vastleggen, dat dit geen klikken is.
Het voordeel van het van te voren vastleggen van verschillende onderwerpen in een omgangsprotocol is, dat iedereen nog blanco tegenover de situatie staat. Trainers/coaches/managers kunnen het pesten vroegtijdig signaleren door steeds bedacht te zijn op Ć©Ć©n van de genoemde signalen. De genoemde signalen zijn uiteraard niet uitputtend.
3.2 Hoe te handelen, wanneer er een vermoeden bestaat van pestgedrag
Stap 1
Vaststellen of de gepeste heeft geprobeerd het eerst samen met de pester op te lossen.
Stap 2
Op het moment dat de gepeste er niet uitkomt (in feite het onderspit delft en verliezer of zondebok wordt), actief ingrijpen door de trainer/coach/manager.
Stap 3
De trainer/coach/manager brengt de partijen bij elkaar voor een verhelderinggesprek en probeert samen met hen de ruzie of pesterijen op te lossen en (nieuwe) afspraken te maken. Contact zoeken met de ouders van de partijen na de kinderen daarover ingelicht te hebben. Eventueel een gesprek voeren met het hele team. Als trainer/coach/manager kun je het onderwerp pesten aan de orde brengen door met het team te bespreken wat de oorzaken en de gevolgen zijn voor de slachtoffers, de daders, de meelopers en de zwijgende middengroep. Besproken kan met elkaar worden of ze zich realiseren welk verdriet zij veroorzaken met hun houding. Vervolgens kan aan het team om suggesties gevraagd worden hoe de situatie verbeterd kan worden voor de gepeste teamgenoot. Bij herhaling van pesterijen/ruzies tussen dezelfde kinderen/jongeren zullen sancties richting pester volgen.
Stap 4
Bij herhaaldelijke ruzie/pestgedrag neemt de trainer/coach/manager duidelijk stelling en houdt een bestraffend gesprek met het kind/de jongere die pest/ruzie maakt. De fases van bestraffen treden in werking (zie sancties). Ook wordt de naam van de ruziemaker/pester genoteerd in een verslag. Bij iedere melding omschrijft de trainer/coach/ manager āde toedrachtā. Trainer/coach/manager en ouders proberen in goed overleg samen te werken aan een bevredigende oplossing.
NB: Jonge kinderen (tot 8 jaar) zullen minder in staat zijn om hun eigen verantwoordelijkheid te nemen in de bovenstaande stappen. Het aandeel van de trainer/coach/manager, en eventueel ouders, zal dan groter zijn.
4. Begeleiding aan de pester, de gepeste en het team
De trainer/coach/manager biedt altijd hulp aan de gepeste en begeleidt de pester, indien nodig in overleg met de ouders en/of externe deskundigen.
Begeleiding van het gepeste kind/jongere:
ā¢ medeleven tonen (het probleem serieus nemen), luisteren en nagaan hoe en door wie wordt gepest;
ā¢ nagaan hoe het kind/de jongere zelf reageert, wat doet hij/zij voor tijdens en na het pesten (huilen of heel boos worden is juist vaak een reactie die een pester wil uitlokken);
ā¢ het kind/de jongere in laten zien dat je op een andere manier kun reageren;
ā¢ zoeken en oefenen van een andere reactie, bijvoorbeeld je niet afzonderen;
ā¢ het gepeste kind in laten zien waarom een kind pest;
ā¢ nagaan welke oplossing het kind/de jongere zelf wil;
ā¢ met het kind bespreken welke vaardigheden hij/zij moet leren;
ā¢ sterke kanten van het kind/de jongere benadrukken;
ā¢ belonen (schouderklopje) als het kind zich anders/beter opstelt;
ā¢ praten met de ouders van het gepeste kind en de ouders van de pester(s);
ā¢ het gepeste kind niet over beschermen, bijvoorbeeld het kind naar de training brengen of āik zal het de pesters wel eens gaan vertellenā. Hiermee plaats je het gepeste kind juist in een uitzonderingspositie waardoor het pesten zelfs nog toe kan nemen.
Begeleiding van de pester:
Uit onderzoek blijkt dat pesters fysiek en verbaal vaak sterker zijn dan hun klasgenoten. Ze zien hun slachtoffers als waardeloos, zijn agressief, hebben een gebrek aan zelfbeheersing en een positieve houding ten aanzien van geweld. Verder blijkt dat pesters erg impopulair zijn bij andere kinderen en (hoewel dat soms niet zo lijkt). Ze gebruiken verschillen (andere kleur haar, andere kleding, beter of slechter presteren) als vals excuus om anderen het leven zuur te maken. In wezen hebben ze zondebokken nodig waarop zij hun frustraties af kunnen reageren. Ze hebben doorgaans geen idee van wat ze aanrichten en hebben daardoor weinig schuldgevoelens. Het is ijdele hoop om van hen te verwachten dat zij vanzelf wel met het pesten ophouden.
De hulp aan de pester kan bestaan uit de volgende punten:
ā¢ praten: zoeken naar de reden van het ruzie maken/pesten (baas willen zijn, jaloezie, verveling, buitengesloten voelen, zelf gepest zijn, bang zijn om zelf mikpunt te worden als niet een ander de zondebok is, zich groot voor willen doen ten opzichte van anderen);
ā¢ laten inzien wat het effect van zijn/haar gedrag is voor de gepeste;
ā¢ excuses aan laten bieden;
ā¢ in laten zien welke sterke (leuke) kanten de gepeste heeft;
ā¢ pesten is verboden in en om de hockeyclub: we houden ons aan deze regels. Het kind straffen als het wel pest en belonen (schouderklopje) als kind zich aan de regels houdt;
ā¢ kind leren niet meteen kwaad te reageren, leren beheersen, bijvoorbeeld de āstop-eerst-nadenken-houdingā of een andere manier van gedrag aanleren.
ā¢ contact tussen ouders en trainer/coach/manager: elkaar informeren en overleggen. Inleven in het kind/de jongere: wat is de oorzaak van het pesten?
ā¢ overleggen met het kind welke vaardigheden eigen moeten worden gemaakt;
ā¢ afspraken maken met de pester over gedragsveranderingen. De naleving van deze afspraken komen aan het einde van iedere week (voor een periode) in een kort gesprek aan de orde.
ā¢ het kind/de jongere helpen zich aan regels en afspraken te houden;
ā¢ als het pesten blijft voortduren, kan externe hulp worden ingeschakeld: sociale vaardigheidstraining, eerstelijns psychologenpraktijk.
Het team betrekken bij de oplossingen van het pestprobleem:
ā¢ met de teamleden praten over pesten en over hun rol daarbij;
ā¢ met de teamleden overleggen over mogelijke oplossingen en over wat ze zelf kunnen bijdragen aan die oplossingen. Dit vastleggen in regels en een plan;
ā¢ samen met de teamleden werken aan oplossingen, waarbij ze zelf een actieve rol spelen.
5. Sancties
De volgende maatregelen zijn geschikt indien het pesten zich voor blijft doen (invulling van stap 3 en stap 4, zie paragraaf 3.2). De straf is opgebouwd uit 4 stappen; afhankelijk van hoe lang de pester door blijft gaan met zijn/haar pestgedrag en geen verbetering vertoont in zijn/haar gedrag:
Stap 1
ā¢ Ć©Ć©n training niet aanwezig zijn;
ā¢ blijven tot alle teamgenoten naar huis vertrokken zijn;
ā¢ een schriftelijke opdracht zoals een stelopdracht over de toedracht en zijn of haar rol in het pestprobleem;
ā¢ door gesprek: bewustwording voor wat hij/zij met het gepeste kind uithaalt;
ā¢ afspraken maken met de pester over gedragsveranderingen. De naleving van deze afspraken komen aan het einde van iedere week (voor een periode) in een kort gesprek aan de orde.
Stap 2
De ouders nadrukkelijker bij de oplossing betrekken. De vereniging heeft een dossier bijgehouden van de acties die hebben plaatsgevonden. Dit dossier is uitgangspunt voor het gesprek. In overleg de pester in een ander team plaatsen.
Stap 3
Bij aanhoudend pestgedrag de pester schorsen.
Stap 4
In extreme gevallen moet de pester geroyeerd worden.
6. Nieuwe vormen van pesten en de aanpak daarvan
6.1 Welke vormen zijn er?
Pesten gebeurt ook via internet, e-mail of mobiele telefoon. Het digitaal pesten verschilt in bepaalde opzichten van het ātraditioneleā pesten. Het kan namelijk op afstand, anoniem en non-stop. Vormen van digitaal pesten zijn o.a.: anonieme berichten (schelden, bedreigen, roddelen) versturen via MSN en SMS, fotoās van mobieltjes en webcam op internet plaatsen, privĆ©gegevens op een site plaatsen, haatprofielen aanmaken, virussen starten en het versturen van een e-mailbom. Opvallend van deze wijze van pesten is dat het taalgebruik veel harder is dan bij het directe pesten. Dat kan door de anonimiteit waarin het plaatsvindt. De kans om gepakt te worden is immers kleiner dan bij het open en bloot pesten. De effecten van digitaal pesten kunnen erger zijn dan bij traditioneel pesten. Opnames die via de webcam zijn gemaakt, kunnen worden vastgelegd door de pester. Fotoās die eenmaal op internet staan zijn soms niet meer te verwijderen. Deze vormen van pesten kunnen zeer bedreigend zijn.
6.2 Het aanpakken van het nieuwe pesten
Regelmatig verschijnen er in de media berichten dat kinderen en jongeren, bijvoorbeeld, aanstootgevende sms- of e-mailberichten ontvangen of dat kinderen/jongeren schokkende fotoās of bedreigingen naar elkaar verzenden. Over het veilig omgaan met de nieuwe communicatiemiddelen en wat te doen als er toch via die middelen wordt gepest, heeft de Stichting De Kinderconsument het boek: āPandoraās mailbox. Gids voor een kindveilig internetā geschreven. Ook op de website www.besafeonline.org van de Vereniging voor Openbaar Onderwijs (VOO) staan veel tips hoe om te gaan met foute e-mails, sms-en en pesttelefoontjes. Aan kinderen/jongeren die per e-mail worden gepest, wordt geadviseerd nooit te reageren. Zij kunnen het beste doen alsof ze de mails nooit hebben gezien. Eventuele volgende mailberichten van dezelfde afzender direct ongeopend verwijderen. Wanneer daders geen respons krijgen, blijkt de lol er voor hen snel af te gaan. Het is technisch mogelijk e-mails van een bepaalde afzender te blokkeren, zodat ze niet worden ontvangen. Niet elke doorsnee gebruiker is in staat een dergelijke blokkade aan te brengen, dus daarvoor moet een deskundige worden ingeschakeld. Een oplossing kan zijn een andere email adres te nemen, dat zeer selectief bekend wordt gemaakt. Kinderen/jongeren die per mobiele telefoon worden lastig gevallen, wordt aangeraden bepaalde nummers te blokkeren. Dit werkt alleen als de pestberichten vanaf een telefoon met nummervermelding worden verzonden, zodat de dader zich bloot geeft. Wanneer hij of zij echter de telefoon van iemand anders gebruikt of zijn nummer niet blootgeeft, is de echte dader niet te achterhalen. Wanneer andere methoden niet helpen kan uiteindelijk alleen de sms-functie worden uitgeschakeld. In het ergste geval moet een nieuw (geheim) nummer worden aangevraagd.
Informatieve websites over digitaal pesten:
www.kennisnet.nl
www.mediaenmaatschappij.nl
Bij het ontwikkelen van het pestprotocol is gebruik gemaakt van de zogenaamde āVijfsporenaanpakā (B. van der Meer, 1994) en āPesten op school, hoe ga je ermee om?ā (Landelijke organisaties voor ouders in het onderwijs, 2003).
1. Begripsbepalingen
1.1 Discriminatie: elke handeling of praktijk die tot gevolg heeft dat mensen worden achtergesteld op grond van etnische afkomst, geloof, sociaal-economisch milieu, huidskleur, levensovertuiging, culturele achtergrond, sekse, seksuele voorkeur of fysieke verschijning.
1.2 Racisme: elke theorie, ideologie, maar ook elke houding of daad, waarbij (al dan niet) denkbeeldige fysieke en/of etnische verschillen als aangrijppunt dienen om (groepen) mensen te beknotten in hun recht op gelijkwaardigheid.
1.3 Vertrouwenscontactpersoon: is contactfunctionaris binnen de vereniging, betreffende discriminatie en racisme.
2. Hoe te handelen bij overschrijding van de regels
Als je slachtoffer bent van discriminatie en/of racisme of discriminatie en/of racisme signaleert, dien je maatregelen te nemen. Wat kun je doen?
2.1 De betreffende persoon op zijn gedrag aanspreken;
2.2 Het bevoegde gezag (verenigingsbestuur of vertrouwenscontactpersoon) van de vereniging inlichten;
2.3 Een officiƫle klacht indienen bij het verenigingsbestuur of vertrouwenscontactpersoon van de vereniging;
2.4 Gebruik maken van of het slachtoffer wijzen op het NOC*NSF meldpunt discriminatie in de sport en op de mogelijkheid van het krijgen van ondersteuning van de NOC*NSF vertrouwenspersonen.
3. Vertrouwenscontactpersoon
3.1 Het bondsbestuur raadt verenigingen aan een vertrouwenscontactpersoon aan te stellen.
3.2 Indien een vereniging niet over een vertrouwenscontactpersoon beschikt, kan de vereniging in geval van een melding van of een klacht over discriminatie en/of racisme terecht bij de vertrouwenscontactpersoon van de NIJB.
3.3 Indien een vereniging wel een vertrouwenscontactpersoon heeft, maar er verder onderzoek gedaan dient te worden, kan de vereniging tevens terecht bij de vertrouwenscontactpersoon van IJshockey Nederland.
3.4 Het verenigingsbestuur wijst de vertrouwenscontactpersoon aan bij wie klachten over of meldingen van discriminatie en/of racisme kunnen worden ingediend respectievelijk gedaan.
3.5 De vertrouwenscontactpersoon kan de klager en beschuldigde, betrokken bij de klacht, horen. De vertrouwenscontactpersoon beoordeelt de klacht en zal, indien noodzakelijk, de klacht doorverwijzen. Indien de omstandigheden zich daarvoor lenen, kan de vertrouwenscontactpersoon trachten te bemiddelen teneinde tot een voor de klager en beschuldigde aanvaardbare regeling te komen.
3.6 De vertrouwenscontactpersoon informeert het bestuur van de vereniging tenminste eenmaal per jaar over het aantal en de aard van ingediende meldingen en/of klachten.
3.7 De vertrouwenscontactpersoon verschaft aan anderen geen gegevens over de klager, tenzij met diens uitdrukkelijke toestemming. De vertrouwenscontactpersoon is verplicht tot geheimhouding van hetgeen hem in verband met zijn werkzaamheden als vertrouwenscontactpersoon ter kennis komt. Deze plicht geldt niet ten opzichte van het verenigingsbestuur voor zover noodzakelijk.
4. Slotbepalingen
4.1 In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het verenigingsbestuur.
4.2 Het verenigingsbestuur draagt er zorg voor dat een actueel exemplaar van deze regeling beschikbaar is.
4.3 Bij deze regeling behoort een jaarlijks te actualiseren bijlage met de namen van de secretaris van het verenigingsbestuur en de vertrouwenscontactpersoon.
4.4 Vaststelling van deze regeling geschiedt slechts na verkregen instemming van het verenigingsbestuur.
4.5 Voorgenomen wijzigingen zullen voor instemming aan het verenigingsbestuur worden voorgelegd.
1. Begripsbepalingen
1.1 Seksuele intimidatie: is elke vorm van seksueel gedrag of seksuele toenadering, in verbale, non-verbale of fysieke zin, opzettelijk of onopzettelijk, die door de persoon die het ondergaat als ongewenst of gedwongen wordt ervaren.
1.2 Ook ondubbelzinnige, strafbare vormen van seksueel misbruik, zoals aanranding en verkrachting, vallen onder seksuele intimidatie. Dergelijke vormen van seksuele intimidatie beginnen vaak met onschuldige vormen van intimidatie.
1.3 Vertrouwenscontactpersoon: is contactfunctionaris binnen de vereniging, betreffende seksuele intimidatie.
2. Hoe te handelen bij overschrijding van de regels Als je slachtoffer bent van seksuele intimidatie of seksuele intimidatie signaleert, dien je maatregelen te nemen. Wat kun je doen?
2.1 De betreffende persoon op zijn gedrag aanspreken.
2.2 Het bevoegde gezag (verenigingsbestuur of vertrouwenscontactpersoon) van de vereniging inlichten.
2.3 Een officiƫle klacht indienen bij het verenigingsbestuur of vertrouwenscontactpersoon van de vereniging.
2.4 Gebruik maken van of het slachtoffer wijzen op het NOC*NSF meldpunt seksuele intimidatie in de sport en op de mogelijkheid van het krijgen van ondersteuning van de NOC*NSF vertrouwenspersonen.
3. Vertrouwenscontactpersoon
3.1 Het bondsbestuur raadt verenigingen aan een vertrouwenscontactpersoon aan te stellen.
3.2 Indien een vereniging niet over een vertrouwenscontactpersoon beschikt, kan de vereniging in geval van een melding van of een klacht over seksuele intimidatie terecht bij de vertrouwenscontactpersoon van IJshockey Nederland.
3.3 Indien een vereniging wel een vertrouwenscontactpersoon heeft, maar er verder onderzoek gedaan dient te worden, kan de vereniging tevens terecht bij de vertrouwenscontactpersoon van IJshockey Nederland.
3.4 Het verenigingsbestuur wijst de vertrouwenscontactpersoon aan bij wie klachten over of meldingen van seksuele intimidatie kunnen worden ingediend respectievelijk gedaan.
3.5 De vertrouwenscontactpersoon kan de klager en beschuldigde, betrokken bij de klacht, horen. De vertrouwenscontactpersoon beoordeelt de klacht en zal, indien noodzakelijk, de klacht doorverwijzen. Indien de omstandigheden zich daarvoor lenen, kan de vertrouwenscontactpersoon trachten te bemiddelen teneinde tot een voor de klager en beschuldigde aanvaardbare regeling te komen.
3.6 De vertrouwenscontactpersoon informeert het bestuur van de vereniging tenminste eenmaal per jaar over het aantal en de aard van ingediende meldingen en/of klachten.
3.7 De vertrouwenscontactpersoon verschaft aan anderen geen gegevens over de klager, tenzij met diens uitdrukkelijke toestemming. De vertrouwenscontactpersoon is verplicht tot geheimhouding van hetgeen hem in verband met zijn werkzaamheden als vertrouwenscontactpersoon ter kennis komt. Deze plicht geldt niet ten opzichte van het verenigingsbestuur voor zover noodzakelijk.
4. Slotbepalingen
4.1 In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het verenigingsbestuur.
4.2 Het verenigingsbestuur draagt er zorg voor dat een actueel exemplaar van deze regeling beschikbaar is.
4.3 Bij deze regeling behoort een jaarlijks te actualiseren bijlage met de namen van de secretaris van het verenigingsbestuur en de vertrouwenscontactpersoon.
4.4 Vaststelling van deze regeling geschiedt slechts na verkregen instemming van het verenigingsbestuur.
4.5 Voorgenomen wijzigingen zullen voor instemming aan het verenigingsbestuur worden voorgelegd.
De genoemde functies met bijbehorende taakomschrijvingen hieronder kunnen als handleiding dienen voor uw eigen vereniging. U kunt dit model gebruiken om de eigen vereniging onder de loep te nemen en zodoende taakomschrijvingen samen te stellen. Dat kan helpen om de organisatie op een meer efficiƫnte wijze in te richten.
Voorzitter
Secretaris
Penningmeester
Technische commissie
Jeugdcommissie
Wedstrijdcommissie
PR-commissie
Sponsorcommissie
Accommodatiecommissie (eigen kantine)
Het bestuur van een ijshockeyvereniging bestaat ten minste uit een voorzitter, een vicevoorzitter, een penningmeester en een secretaris. Omdat geen enkele vereniging exact hetzelfde is georganiseerd, verschilt het aantal bestuursleden en de invulling van hun taken. Onderstaande profieluitwerking van de bestuursleden is dan ook louter een richtlijn voor de verenigingen.
Aangeraden wordt een zittingstermijn van drie of vier jaar te hanteren voor bestuursleden, met de mogelijkheid op een verlenging van respectievelijk maximaal drie keer drie jaar of twee keer vier jaar (in totaal een maximale zittingstermijn van 12 jaar).
Voorzitter
Doel
De voorzitter is eindverantwoordelijk voor het totale beleid. Het doel van de functie is het activeren, motiveren en coƶrdineren van de onder zijn of haar beheer gestelde commissies. Daarnaast vertegenwoordigt de voorzitter de maatschappelijke belangen en de rol van de vereniging in de gemeenschap, waarbinnen de vereniging actief is.
Plaats in de vereniging
Is lid van het bestuur van de ijshockeyvereniging.
Functie-inhoud
Functie-eisen
Vicevoorzitter
Doel
De vicevoorzitter is ondersteunend aan de voorzitter en mede eindverantwoordelijk voor het totale beleid. Het doel van de functie is het activeren, motiveren en coƶrdineren van de onder zijn of haar beheer gestelde commissies. De vicevoorzitter vervangt de voorzitter bij afwezigheid. Daarnaast vertegenwoordigt de vicevoorzitter samen met de voorzitter de maatschappelijke belangen en de rol van de vereniging in de gemeenschap, waarbinnen de vereniging actief is.
Plaats in de vereniging
Is lid van het bestuur van de ijshockeyvereniging.
Functie-inhoud
Functie-eisen
Penningmeester
Doel
De penningmeester draagt zorg voor een verantwoord beheer van de financiƫn van de vereniging. Tevens is het doel van de functie het activeren, motiveren en coƶrdineren van de onder zijn of haar beheer gestelde commissies. Evenals het leveren van een bijdrage aan en het implementeren van het beleid van de ijshockeyvereniging.
Plaats in de vereniging
Is lid van het bestuur van de ijshockeyvereniging.
Functie-inhoud
Functie-eisen
Secretaris
Doel
De secretaris draagt zorg voor een verantwoord beheer van de secretariƫle processen van de vereniging. Tevens is het doel van de functie het activeren, motiveren en coƶrdineren van de onder zijn of haar beheer gestelde commissies. Evenals het leveren van een bijdrage aan en het implementeren van het beleid van de ijshockeyvereniging.
Plaats in de vereniging
Is lid van het bestuur van de ijshockeyvereniging.
Functie-inhoud
Functie-eisen
Bestuurslid Technische zaken
Doel
Het doel van de functie is het coƶrdineren van trainers en coaches, op ijshockey technisch en tactisch gebied, en de wijze van coachen in de meest ruime zin van het woord, voor zowel de junioren als de senioren binnen de vereniging.
Plaats in de vereniging
Is lid van het bestuur van de ijshockeyvereniging en is voorzitter van de technische commissie.
Functie-inhoud
Functie-eisen
Bestuurslid Jeugdzaken
Doel
Het doel van de functie is het activeren, motiveren en coƶrdineren van de onder zijn of haar beheer gestelde commissie(s). Tevens is het doel het leveren van een bijdrage aan en het implementeren van het beleid van de ijshockeyvereniging gericht op de junioren.
Plaats in de vereniging
Is lid van het bestuur van de ijshockeyvereniging en is voorzitter van de commissie jeugdzaken.
Functie-inhoud
Functie-eisen
Bestuurslid Seniorenzaken
Doel
Het doel van de functie is het activeren, motiveren en coƶrdineren van de onder zijn of haar beheer gestelde commissie(s). Tevens is het doel het leveren van een bijdrage aan en het implementeren van het beleid van de ijshockeyvereniging gericht op de senioren.
Plaats in de vereniging
Is lid van het bestuur van de ijshockeyvereniging en voorzitter van de commissie seniorenzaken.
Functie-inhoud
Functie-eisen
Bestuurslid Public Relations, Communicatie & Sponsoring
Doel
Is verantwoordelijk voor de PR, communicatie en sponsoring van de vereniging. Is tevens verantwoordelijk voor het verstrekken van interne en externe informatie. Ook het beleid omtrent de website van de vereniging behoort tot zijn verantwoordelijkheid.
Plaats in de vereniging
Zit in het bestuur van de ijshockeyvereniging
Functie-inhoud
Functie-eisen
Bestuurslid Vrijwilligers
Doel Is verantwoordelijk voor alle zaken die betrekking hebben op de vrijwilligers binnen de vereniging.
Plaats in de vereniging
Zit in het bestuur van de ijshockeyvereniging.
Functie-inhoud
Functie-eisen
Bestuurslid Activiteiten
Doel
Het doel van de functie is het bevorderen van de acceptatie van het beleid, het verbeteren van het beeld van de organisatie, het zichtbaar maken van de maatschappelijke verantwoordelijkheid, het stimuleren van de communicatie binnen de organisatie en met de omgeving en het afstemmen op en beĆÆnvloeden van de omgeving. Tevens is het doel van de functie is het activeren, motiveren en coƶrdineren van de onder zijn of haar beheer gestelde commissies, evenals het leveren van een bijdrage aan en het implementeren van het beleid van de ijshockeyvereniging.
Plaats in de vereniging
Is lid van het bestuur van de ijshockeyvereniging.
Functie-inhoud
Functie-eisen
Bestuurslid Arbitrage
Doel Is verantwoordelijk voor alle arbitragezaken binnen de vereniging. Hij is het aanspreekpunt voor alle scheidsrechters gerelateerde zaken.
Plaats in de vereniging
Is lid van het bestuur van de ijshockeyvereniging.
Functie-inhoud
Functie-eisen
Niet iedere vereniging is hetzelfde, de commissies en functies verschillen dan ook per vereniging. Onderstaand de uitwerkingen van verscheidene commissies en functies die mogelijk voor een vereniging van toepassing zijn. Onderstaande profieluitwerking is slechts een richtlijn voor de verenigingen.
1. Wedstrijdsecretariaat
2. Redactie
3. Technische commissie
4. Trainingscoƶrdinator
5. Commissie jeugdzaken
6. Commissie seniorenzaken
7. Sponsorcommissie
8. Scheidsrechterscoƶrdinator
9. Materiaalbeheer
10. Coach
11. Trainer
1. Wedstrijdsecretariaat
Doel
Het administratief ondersteunen van de competitie binnen de vereniging.
Plaats in de vereniging
Het wedstrijdsecretariaat (of wedstrijdcommissie) legt verantwoording af aan het verenigingsbestuur. Binnen het verenigingsbestuur is de secretaris verantwoordelijk voor het wedstrijdsecretariaat en deze is het aanspreekpunt van het verenigingsbestuur naar het wedstrijdsecretariaat.
Functie-inhoud
Functie-eisen
2. Redactie
Doel
Het verstrekken van informatie aan en van de vereniging en het publiceren van de ingekomen kopij op de website.
Plaats in de vereniging
De redactie legt verantwoording af aan het verenigingsbestuur. Binnen het verenigingsbestuur zijn de vice-voorzitter en het bestuurslid PR, Communicatie en Sponsoring verantwoordelijk voor de redactie en zijn zij het aanspreekpunt van het verenigingsbestuur naar de redactie.
Functie-inhoud
Functie-eisen
3. Technische commissie
Doel
Het ondersteunen van de wedstrijd- en technische ijshockeyzaken binnen de ijshockeyvereniging.
Plaats in de vereniging
De technische commissie legt verantwoording af aan het verenigingsbestuur.
Functie-inhoud
Functie-eisen
4. Trainingscoƶrdinator
Doel
Het doel van de functie is het ondersteunen van trainers en coaches op ijshockey technisch en tactisch gebied, en de wijze van coachen in de meest ruime zin van het woord. Het bestuurslid Technische zaken is het aanspreekpunt voor de trainingscoƶrdinator, dit geldt zowel voor de junioren als voor de senioren.
Plaats in de vereniging
Zit in de Technische commissie.
Functie-inhoud
Functie-eisen
5. Commissie jeugdzaken
Doel
De commissie jeugdzaken is verantwoordelijk voor het uitvoeren van het jeugdbeleid binnen de ijshockeyvereniging. Het activeren, motiveren en coƶrdineren van de jeugd, jeugdtrainers en begeleiding al of niet in overleg met commissies.
Plaats in de vereniging
De commissie jeugdzaken legt verantwoording af aan het verenigingsbestuur. Binnen het verenigingsbestuur is het bestuurslid Jeugdzaken verantwoordelijk voor de commissie junioren en is het aanspreekpunt van het verenigingsbestuur naar de commissie jeugdzaken.
Functie-inhoud
Functie-eisen
6. Commissie seniorenzaken
Doel
De commissie seniorenzaken is verantwoordelijk voor het uitvoeren van het seniorenbeleid binnen de ijshockeyvereniging. Het activeren, motiveren en coƶrdineren van de senioren, trainers en begeleiding al of niet in overleg met commissies.
Plaats in de vereniging
De commissie seniorenzaken legt verantwoording af aan het verenigingsbestuur. Binnen het verenigingsbestuur is het bestuurslid Senioren verantwoordelijk voor de commissie seniorenzaken en is het aanspreekpunt van het verenigingsbestuur naar de commissie seniorenzaken.
Functie-inhoud
Functie-eisen
7. Sponsorcommissie
Doel
Het sponsorbeleid van de vereniging uitvoeren en ondersteuning verlenen aan het bestuurslid Public Relations, communicatie & sponsoring.
Plaats in de vereniging
De sponsorcommissie legt verantwoording af aan het verenigingsbestuur. Binnen het verenigingsbestuur is het bestuurslid Public Relations, communicatie & sponsoring verantwoordelijk voor de sponsorcommissie en deze is het aanspreekpunt van het verenigingsbestuur naar de sponsorcommissie.
Functie-inhoud
Functie-eisen
8. Scheidsrechterscoƶrdinator
Doel
De scheidsrechterscoƶrdinator is verantwoordelijk voor het uitvoeren van alle scheidsrechterszaken en is ondersteunend aan het bestuurslid Arbitrage.
Plaats in de vereniging
De scheidsrechterscoƶrdinator legt verantwoording af aan het verenigingsbestuur. Het bestuurslid Arbitrage is aanspreekpunt vanuit het verenigingsbestuur.
Functie-inhoud
Functie-eisen
9. Materiaalbeheer
Doel
Het onderhouden en beheren van het materiaal van de ijshockeyvereniging.
Plaats in de vereniging
De materiaalbeheerder legt verantwoording af aan het verenigingsbestuur. Binnen het verenigingsbestuur is de penningmeester verantwoordelijk voor het materiaalbeheer en deze is het aanspreekpunt van het verenigingsbestuur naar de materiaalbeheerders.
Functie-inhoud
Functie-eisen
10. Coach
Functie-inhoud
11. Trainer
Functie-inhoud
Algemene taakomschrijving
De VCP is contactfunctionaris binnen de vereniging of bond, betreffende seksuele intimidatie/grensoverschrijdend gedrag.
Taken van de VCP:
a. eerste opvang/aanspreekpunt
b. doorverwijzen
c. preventieactiviteiten
Ad a. Eerste opvang
De VCP is er voor leden die te maken hebben met seksuele intimidatie of ander ongewenst gedrag en hier met iemand over willen spreken.
De VCP:
Ad b. Doorverwijzen
De VCP verwijst klager, beschuldigde, bond of vereniging door naar een NOC*NSF vertrouwenspersoon en/of -adviseur, klacht-/tuchtcommissie van de bond, advocaat, politie en/of andere hulpverleners.
Ad c. Preventieactiviteiten
De VCP:
Randvoorwaarden
De VCP:
Attitude
De VCP:
Vaardigheden
De VCP:
Kennis
De VCP:
Aanbevelingen
De VCP:
Klik hier voor de opleiding tot vertrouwenscontactpersoon.
Mogelijke taken en verantwoordelijkheden van een vrijwilligerscoƶrdinator
1. Voert overleg met en informeert/adviseert het bestuur/de vereniging rond:
2. Inventariseert stand van zaken rond het vrijwilligersbeleid, aantal vrijwilligers en de diverse werkzaamheden.
3. Is verantwoordelijk voor het tot stand komen van een deelplan vrijwilligersbeleid (i.s.m. anderen).
4. Maakt een planning waarin de toekomstige behoefte aan vrijwilligers binnen de vereniging wordt beschreven, maar ook maatregelen worden aangegeven om ervoor te zorgen dat in deze behoefte kan worden voorzien.
5. Maakt een opzet en aanzet voor taak- en functieomschrijvingen voor alle functies die er binnen de vereniging worden uitgevoerd.
6. Draagt zorg voor een planmatige aanpak van werving van nieuwe vrijwilligers.
7. Stimuleert maatregelen om ondervertegenwoordigde doelgroepen voor vrijwilligersfuncties aan te trekken.
8. Inventariseert de wensen, behoeften en motieven van vrijwilligers.
9. Stimuleert dat er bij de taakinvulling zo veel mogelijk rekening wordt gehouden met de wensen, behoeften en motieven van de verschillende vrijwilligers.
10. Zet zich in voor de positie van de vrijwilligers en stimuleert maatregelen om hen te betrekken bij het verenigingsbeleid.
11. Coƶrdineert het plaatsen en verplaatsen van vrijwilligers en de introductie van (nieuwe) vrijwilligers in hun functie, taken en werkzaamheden.
12. Verzorgt de begeleiding van de vrijwilligers door het organiseren van diverse overlegsituaties en vrijwilligersbijeenkomsten.
13. Geeft eventueel āleidingā aan de diverse vrijwilligers van de vereniging.
14. Stimuleert maatregelen die erop zijn gericht waardering voor de inzet van de vele vrijwilligers uit te drukken.
15. Inventariseert de behoefte aan deskundigheidsbevordering van de verschillende vrijwilligers.
16. Treft maatregelen voor interne en externe scholingsmogelijkheden van vrijwilligers.
17. Draagt zorg voor duidelijke afspraken met vrijwilligers rond:
18. Stimuleert het schriftelijk vastleggen van de diverse afspraken.
Mogelijke competentievaardigheden
1. Beschikken over een grote dosis enthousiasme en de wil om het werk goed uit te voeren.
2. Beschikken over goede communicatieve eigenschappen: luisteren en overleggen.
3. Goed kunnen samenwerken, bemiddelen en onderhandelen.
4. Goed om kunnen gaan met mensen, relaties opbouwen, vertrouwen scheppen.
5. Beschikken over een grote dosis overtuigingskracht.
6. Anderen kunnen motiveren.
7. Ervaring in vrijwilligerswerk is een pre.
8. Knelpunten kunnen inventariseren en analyseren.
9. Beleidsmatig kunnen denken.
10. Oog hebben voor allerlei belangen bij het aanpakken van de vrijwilligersproblematiek binnen de sportvereniging.
11. Feedback kunnen geven.
12. Om kunnen gaan met weerstanden en conflicten.
De ijshockeysport vereist een steeds grotere aandacht voor Fairplay en Respect. Scheidsrechters, spelers, coaches en publiek zorgen samen voor een omgeving waar iedereen zich vellig en gerespecteerd voelt. Om scheidsrechters, spelers en coaches beter te kunnen helpen in deze samenwerking is de scheidsrechter coƶrdinator een belangrijk persoon. Aangezien deze persoon niet iedere wedstrijd aanwezig kan zijn, gaan we werken met een scheidsrechterbegeleider, die aanwezig is als de lokale scheidsrechter coƶrdinator niet aanwezig kan zijn. Voor veel beginnende scheidsrechters is het fluiten van de eerste wedstrijden een hele opgave. Om ze zo goed mogelijk te laten fluiten en ze er vooral ook veel plezier in te laten beleven, is de rol van de Scheidsrechterbegeleider erg belangrijk. Wat zijn de taken van een scheidsrechterbegeleider en wat zijn belangrijke aandachtspunten?
Taken van de scheidsrechterbegeleider
De voornaamste taak als scheidsrechterbegeleider is een tussenpersoon te zijn voor de scheidsrechters naar coaches, teams en ouders, die vanuit zijn/haar rol een āoogje in het zeil houdtā en daar waar nodig handelend zal optreden.
I) Voor de wedstrijd
Voor de wedstrijd zorg je ervoor dat de scheidsrechter vol zelfvertrouwen het veld op gaat. Ook stel je jezelf voor aan de coaches en begeleiders van beide teams. Je geeft aan hen aan wat ze van jou kunnen verwachten en hoe dat coaches kunnen communiceren met jou als scheidsrechterbegeleider.
ā¢ Spreek 30 minuten voor aanvang van de wedstrijd met de scheidsrechters af
ā¢ Geef hem/haar aan dat je er bent voor hun begeleiding buiten het ijs
Naast een voorbespreking met de scheidsrechter is het ook belangrijk om vooraf de coaches en begeleiders in te lichten over de begeleiding van de scheidsrechter. Hiermee kan je begrip creƫren en kan je onduidelijkheden en problemen voorkomen. Benadruk dat jij er als begeleider niet staat om eventuele verkeerde beslissingen te corrigeren, maar voor de begeleiding van de scheidsrechters en let op Fairplay en Respect richting de scheidsrechters. Maak daarnaast duidelijk dat je zorg draagt voor het vertrouwen en plezier van de scheidsrechter gedurende de wedstrijd en dus zal ingrijpen als coaches, spelers of publiek het te bont maken tegenover de beginnende/jonge scheidsrechter.
II) Tijdens de wedstrijd
Tijdens de wedstrijd kijk je als begeleider vanaf de tribune de wedstrijd. Daar waar nodig spreek je ouder aan tijdens de wedstrijd op hun taalgebruik als dit noodzakelijk is. Tevens let je op de verbale en non-verbale houding van coaches en begeleiders van de teams.
III) Tussen de periodes
Tussen de periodes wacht je de scheidsrechters bij de boarding op en begeleid ze naar de kleedkamer. Je ziet er op toe dat spelers/coaches handelen op basis van Fairplay en Respect. Eventuele vragen kan de coach aan jou stellen en jij overlegt in de kleedkamer met de scheidsrechters en geeft daarna weer terugkoppeling aan de coach. Bij misdragingen van de coach, bespreek de dit met de coach terwijl de scheidsrechters in hun kleedkamer zijn.
IV) Na de wedstrijd
Na de periode wacht je de scheidsrechters bij de boarding op en begeleid ze naar de kleedkamer. Je ziet er op toe dat spelers/coaches handelen op basis van Fairplay en Respect. Eventuele vragen kan de coach aan jou stellen en jij overlegt in de kleedkamer met de scheidsrechters en geeft daarna bij de coach weer terugkoppeling aan de coach. Daarna ga je naar beide coaches en bedankt ze voor hun medewerking en Fairplay en Respect. Een compliment is op zān plaats als een coach zich aan de afspraken houdt. Of indien nodig, maak ze bewust van hun houding en gedrag tijdens de wedstrijd als je dit is opgevallen en gericht is naar de scheidsrechters.
Bevoegdheden
ā¢ Je gaat niet over de spelregels
ā¢ Je kan geen straffen veranderen of doorgeven aan de scheidsrechter
ā¢ Je bent er namens de thuisclub en bewaakt de Fairplay en Respect afspraken
ā¢ Je maakt een incidentrapport op als de Fairplay en Respect afspraken worden geschonden en verstuurd deze naar de scheidsrechterscommissie
Beloon ook goed gedrag van coaches en begeleiders door een compliment te geven over hun wekwijze en benadering. Waar nodig bespreek met hun na wat goed ging en beter kan. Richt je dan met name op de manier van werken van de coaches en focus je minder op de verbeterpunten van de scheidsrechter, daar ga je niet over. Maak hun bewust dat beginnende scheidsrechters ook het recht hebben om fouten te maken, net als de coach en spelers.
Voorbeeld vacature
[naam vereniging] wil een ijshockeyvereniging zijn waarbij zowel op wedstrijd als op recreatief niveau naar sportieve ambities gestreefd kan worden. Een maatschappelijk betrokken sportieve vereniging waarin iedereen zich thuis voelt. In het kader van hoe meer leden hoe meer vreugde zijn wij op zoek naar een wervingscoƶrdinator.
Omschrijving
Doel van de functie:
Zorgdragen voor de werving van nieuwe leden door bijvoorbeeld het organiseren van clinics, het opzetten van nieuwe ledenacties, toernooien voor nieuwe leden, vriendjesdagen, et cetera.
Taken:
Wij zoeken iemand die:
Tijdsinvestering:
Vrijwilligers spelen een belangrijke rol in veel sportorganisaties, ook als de sportorganisatie gebruikmaakt van betaalde krachten. Het is daarom belangrijk goed voor de vrijwilligers te zorgen. Deze zorg verschilt niet veel van de zorg voor werknemers. Op deze site vind je informatie over verschillende onderwerpen waarmee de sportorganisatie te maken kan krijgen, zoals het aangaan van een vrijwilligersovereenkomst, het betalen van (onkosten)vergoedingen en het zorgen voor een veilige werkplek.
Vrijwilliger of werknemer?
De sport draait op vrijwilligers. Geef je ze een vergoeding? Dan zijn zij mogelijk in dienst. Is dat het geval, dan moet je ook loonheffingen inhouden. Het is niet altijd eenvoudig om te bepalen of iemand in dienst is. Als je mensen in dienst neemt, moet je als sportclub of organisator van sportevenementen aangifte loonheffingen doen en loonheffingen betalen. Je kunt bijvoorbeeld spelers, trainers, verzorgers en ander personeel in dienst nemen. Je moet je dan bij de Belastingdienst aanmelden als werkgever. Over betalingen aan artiesten, beroepssporters of vrijwilligers moet je soms ook loonheffingen betalen. Ook in dat geval moet je je als werkgever aanmelden. De scheidslijn tussen vrijwilligers en werknemers is niet altijd eenvoudig vast te stellen. Daarom heeft de Belastingdienst daar informatie over op een rij gezet.
Vrijwilligers bij een sportvereniging
Doet iemand vrijwilligerswerk? En geef je hem daar iets voor, bijvoorbeeld geld of een jaarlijkse barbecue? Dan kan je misschien gebruikmaken van de vrijwilligersregeling. Je hoeft dan geen loonheffingen in te houden en te betalen. De vrijwilligersregeling kan ook gelden voor mensen die bij je vereniging sporten of trainen.
Lees meer over de vrijwilligersregeling van de Belastingdienst en bepaal of de medewerker onder deze regeling valt.
Verwante onderwerpen:
Laatst gewijzigd op 22 september 2020 om 15:40