1. Partijen kunnen zich doen bijstaan door een raadsman. Tenzij de secretaris en de wederpartij hiervan reeds kennis dragen, dient - met uitzondering van een spoedgeschil - aan genoemden van de bijstand door een raadsman uiterlijk drie dagen voor de dag van de mondelinge behandeling kennis te worden gegeven.
2. Indien de raadsman geen advocaat is, dient de betreffende partij een schriftelijke machtiging aan de arbitragecommissie over te leggen.
Laatst gewijzigd op 13 december 2022 om 15:48
→ Artikel 5: Indeling arbiters, secretariaat
→ Artikel 6: De algemeen voorzitter
→ Artikel 7: Arbitragecommissies
→ Artikel 9: Rechtspraak naar billijkheid
→ Artikel 10: Het aanhangig maken van een geschil
→ Artikel 13: Comparitie en getuigenverhoor
→ Artikel 14: Getuigen en deskundigen
→ Artikel 18: Veroordeling in de kosten