1. Ieder lid van het Bondsbestuur doet aan het Bondsbestuur opgave van zijn (financiële) belangen in ondernemingen en organisaties of personen waarmee de Bond een zakelijke relatie onderhoudt en/of die het belang van de Bond raken.
2. Bij zakelijke transacties voorkomt ieder lid van het Bondsbestuur (de schijn van) bevoordeling of enig ander handelen in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.
3. Ieder lid van het Bondsbestuur dat familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke en/of zakelijke betrekkingen heeft met een partij of persoon als gevolg waarvan zijn integriteit in het geding komt bij behandeling van een bepaald onderwerp, onthoudt zich in voorkomend geval van deelname aan de woordvoering, beraadslaging en besluitvorming over het betreffende onderwerp.
4. Een besluit met betrekking tot een partij of persoon, waarmee een lid van het Bondsbestuur familie- of anderszins persoonlijke en/of zakelijke betrekkingen heeft, behoeft de voorafgaande goedkeuring van het Bondsbestuur.
5. Een lid van het Bondsbestuur neemt van een aanbieder van zaken of diensten aan de Bond geen zaken of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kunnen beïnvloeden.
6. Als het Bondsbestuur van oordeel is dat sprake is van een structureel tegenstrijdig belang en/of verstrengeling van belangen die van materiële betekenis zijn voor de Bond, is het betreffende lid van het Bondsbestuur gehouden af te treden.
7. Indien het Bondsbestuur concludeert dat een lid van het Bondsbestuur een met de Bond incidenteel tegenstrijdig belang heeft of sprake is van een voor de Bond ongewenste (schijn van) verstrengeling van belangen anderszins, geldt in aanvulling op het hiervoor bepaalde het navolgende:
a. alle eventuele rechtshandelingen waarbij sprake is van een tegenstrijdig belang of ongewenste (schijn van) verstrengeling van belangen, worden tegen op de markt gebruikelijke condities overeengekomen;
b. in het bestuursverslag dat deel uitmaakt van het jaarverslag wordt over deze rechtshandelingen verantwoording afgelegd.
Laatst gewijzigd op 17 juni 2024 om 06:51
→ Artikel 1: Inleidende bepalingen
→ Artikel 2: Toepassingsbereik
→ Artikel 7: Aannemen van geschenken
→ Artikel 8: Bestuurlijke uitgaven/onkosten
→ Artikel 9: Declaratie uitgaven/onkosten
→ Artikel 10: Reizen buitenland
→ Artikel 11: Budgetbewaking binnen de bond
→ Artikel 12: Woordvoering namens de bond