Arti­kel 2: Alge­me­ne bepalingen

1. De bond treedt met inachtneming van de statuten en reglementen van de International Ice Hockey Federation in en buiten Nederland op als vertegenwoordigend lichaam voor de beoefenaren van ijshockey in Nederland. De bond werkt alleen samen met die instanties en organisaties, die de bond als zodanig erkennen en is bij uitsluiting bevoegd met deze overeenkomsten op ijshockeygebied af te sluiten.
2. Met betrekking tot de ijshockeysport is uitsluitend de bond gerechtigd, door middel van daartoe volgens het huishoudelijk reglement bevoegde organen, competities in te stellen.
3. IJshockeywedstrijden buiten competitieverband dienen overeenkomstig het sportreglement te worden aangemeld. Deelname daaraan kan door het bondsbestuur worden verboden dan wel aan nadere voorwaarden worden onderworpen.
4. Zonder autorisatie van het bondsbestuur is het organiseren en spelen van ijshockeywed-strijden tegen niet bij de bond aangesloten Nederlandse organisaties dan wel tegen buitenlandse organisaties of teams verboden.