1. De Bond wordt ontbonden door een daartoe strekkend besluit van de Algemene Ledenvergadering, genomen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste drie vierden van de afgevaardigden aanwezig is.
2. Het bepaalde in de leden 3 en 4 van artikel 21 is van overeenkomstige toepassing.
3. Indien bij het besluit tot ontbinding geen vereffenaars zijn aangewezen, geschiedt de vereffening door het Bondsbestuur.
4. Een eventueel batig saldo zal niet vervallen aan de leden, die ten tijde van het besluit tot ontbinding lid zijn, maar aan een dan door de Algemene Ledenvergadering aan te wijzen doel. Een besluit strekkende tot het aanwijzen van een doel voor een eventueel batig saldo geschiedt overeenkomstig het eerste lid.
5. Na ontbinding blijft de Bond voortbestaan voor zover dit tot vereffening van zijn vermogen noodzakelijk is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten en reglementen voor zover mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de Bond uitgaan moeten aan zijn naam worden toegevoegd de woorden 'in liquidatie'.
Laatst gewijzigd op 13 december 2022 om 15:47
→ Artikel A: Begripsbepalingen
→ Artikel 4: Ledenadministratie
→ Artikel 5: Toelating tot het lidmaatschap
→ Artikel 7: Verplichtingen leden
→ Artikel 8: Einde lidmaatschap
→ Artikel 12: Bestuursvergadering
→ Artikel 13: Vertegenwoordiging
→ Artikel 14: Rekening en verantwoording
→ Artikel 15: Algemene ledenvergadering
→ Artikel 16: Samenstelling algemene ledenvergadering
→ Artikel 17: Toegang en besluitvorming algemene ledenvergadering
→ Artikel 18: Bevoegdheden algemene ledenvergadering
→ Artikel 19: Leiden en notulering algemene ledenvergadering
→ Artikel 21: Statutenwijziging
→ Artikel 24: Rechtspraak en geschillen
→ Artikel 25: Tuchtrechtspraak door de tuchtcommissie, commissie van beroep van de bond en arbitrage
→ Artikel 26: Tuchtrechtspraak van het Instituut Sportrechtspraak
→ Statuten